rechtsstaat 5 Rechtsgebieden

Doelen van deze les
Je weet het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht
Je kent de zes belangrijkste rechtsgebieden
Je kan  juridische situaties koppelen aan het juiste rechtsgebied
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doelen van deze les
Je weet het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht
Je kent de zes belangrijkste rechtsgebieden
Je kan  juridische situaties koppelen aan het juiste rechtsgebied

Slide 1 - Tekstslide

Privaatrecht
Burger tegenover burger (Let op! Een bedrijf is ook een  rechtspersoon)
  • Personen- en familierecht
  • Ondernemingsrecht
  • Vermogensrecht

Slide 2 - Tekstslide

Personen- en familierecht
Huwelijk,  geboorte, naamgeving, adoptie, voogdij, echtscheiding, omgangsregeling, overlijden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Ondernemingsrecht
Voorwaarden aangaande oprichten van een bedrijf (BV, NV, vof), vereniging of stichting

Slide 5 - Tekstslide

Vermogensrecht
Alle zaken die met geld te maken hebben (koop, huur, lease, arbeidscontract, erfenis)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Publiekrecht
Burger tegenover overheid
  • Staatsrecht
  • Strafrecht
  • Bestuursrecht

Slide 8 - Tekstslide

Staatsrecht
Inrichting van de Nederlandse staat: grondwet, bevoegdheden politieke organen, Kieswet

Slide 9 - Tekstslide

Strafrecht
(Opsporen en vervolgen van) overtredingen en misdrijven

Slide 10 - Tekstslide

Geef eens een voorbeeld van een overtreding

Slide 11 - Open vraag

Geef eens een voorbeeld van een misdrijf

Slide 12 - Open vraag

Bestuursrecht
Verstrekken van vergunningen
Verstrekken van uitkeringen en subsidies
Innen van Belastingen

Slide 13 - Tekstslide

De koop van 10 bureaustoelen door Bedrijf A wordt geregeld door het
A
Vermogensrecht
B
Ondernemingsrecht
C
Bestuursrecht
D
Staatsrecht

Slide 14 - Quizvraag

De koop van 10 bureaustoelen door het Ministerie van Sociale Zaken wordt geregeld door het
A
Staatsrecht
B
Vermogensrecht

Slide 15 - Quizvraag

De afhandeling van het testament van oma B wordt geregeld door
A
het personen- en familierecht
B
het vermogensrecht

Slide 16 - Quizvraag

Het opsporen van Belastingfraude wordt geregeld door het
A
bestuursrecht
B
strafrecht
C
staatsrecht

Slide 17 - Quizvraag

De familie Ganzevoort vraagt een vergunning aan voor de bouw van een garage
A
Staatsrecht
B
Bestuursrecht
C
Familierecht
D
Vermogensrecht

Slide 18 - Quizvraag

Je krijgt een bekeuring omdat je te hard rijdt op je scooter
A
Staatsrecht
B
Strafrecht
C
Vermogensrecht

Slide 19 - Quizvraag

Voor je vakantiebaantje onderteken je een arbeidsovereenkomst
A
Vermogensrecht
B
Ondernemingsrecht

Slide 20 - Quizvraag

De rechter praat met een kind van gescheiden ouders over een omgangsregeling
A
Bestuursrecht
B
Strafrecht
C
Personen- en familierecht

Slide 21 - Quizvraag

Twee schuldeisers vragen samen het faillissement van een bedrijf aan
A
Vermogensrecht
B
Strafrecht
C
Ondernemingsrecht

Slide 22 - Quizvraag

Maken
Zie planner

Slide 23 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je weet het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht
Je kent de zes belangrijkste rechtsgebieden
Je kan juridische situaties koppelen aan het juiste rechtsgebied

Slide 24 - Tekstslide