Even terug (2)

Even terug (2)
  • Klassieke en Sociale grondrechten
  • Functies van het recht
  • Verschil privaatrecht en publiekrecht

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Even terug (2)
  • Klassieke en Sociale grondrechten
  • Functies van het recht
  • Verschil privaatrecht en publiekrecht

Slide 1 - Tekstslide

Grondrechten
Er zijn twee soorten grondrechten:

  • Klassieke grondrechten
  • Sociale grondrechten


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Klassieke Grondrechten
Deze rechten beschermen tegen inmenging van de overheid (vrijheidsrechten van de burger)


Voorbeelden van klassieke grondrechten zijn:
  • Gelijke behandeling en discriminatieverbod, artikel 1 van de Grondwet
  • Kiesrecht, artikel 4 van de Grondwet
  • Vrijheid van godsdienst, artikel 6 van de Grondwet
  • Vrijheid van meningsuiting, artikel 7 van de Grondwet
  • Vrijheid van vergadering en betoging, artikel 9 van de Grondwet
  • Recht op privacy, artikel 10 van de Grondwet
  • Vrijheidsontneming, artikel 15 van de Grondwet. (recht op rechtmatige vrijheidsbeneming)

Slide 4 - Tekstslide

Sociale Grondrechten
 Deze rechten bieden geen vrijheidsrecht of gelijkheidsrecht, maar geven de opdracht aan de overheid om zaken te regelen.


Voorbeelden van sociale grondrechten zijn:

  • Zorgen voor werkgelegenheid, artikel 19 van de Grondwet
  • Zorgen voor welvaart en sociale zekerheid, artikel 20 van de Grondwet
  • Zorgen voor goede volksgezondheid en woongelegenheid, artikel 22 van de Grondwet.

Slide 5 - Tekstslide

Functies van het recht
Rechtsregels 

Slide 6 - Tekstslide

Gewoonterecht of rechtsregels
Gewoonterecht 

Gaat over een gewoonte of een gebruik dat recht is geworden op grond van de volgende voorwaarden:
  • onafgebroken en sinds lange tijd als regel gebruikt
  • vaak is herhaald
  • in het algemeen door de samenleving als regel wordt geaccepteerd.

Slide 7 - Tekstslide

Functies van het recht
De rechtsregels zorgen voor:

  • Een georganiseerde samenleving
  • Een rechtvaardige oplossing bij conflicten en bij overtreding van regels

Normatieve functie
Er zijn rechtsregels die een uitdrukking zijn van de waarden die iedereen in de samenleving belangrijk vindt. Dit zijn gedragsregels die de samenleving zo belangrijk vindt dat iedereen zich aan deze regels moet houden. 

Deze regels zijn daarom bindend voor iedereen en bij overtreding van deze regels volgt een straf. Denk aan het verbod van diefstal, mishandeling en moord

Slide 8 - Tekstslide

Functies van het recht
De rechtsregels zorgen voor:

  • Een georganiseerde samenleving
  • Een rechtvaardige oplossing bij conflicten en bij overtreding van regels

Normatieve functie
Er zijn rechtsregels die een uitdrukking zijn van de waarden die iedereen in de samenleving belangrijk vindt. Dit zijn gedragsregels die de samenleving zo belangrijk vindt dat iedereen zich aan deze regels moet houden. Deze regels zijn daarom bindend voor iedereen en bij overtreding van deze regels volgt een straf. Denk aan het verbod van diefstal, mishandeling en moord

Slide 9 - Tekstslide

Functies van het recht
Instrumentele functie
De overheid heeft besloten dat deze rechtsregels er moeten zijn. Met deze regels bepaalt de overheid op welke manier iets wordt gedaan. Denk aan de regel dat je rijdt aan de rechterkant van de weg. De overheid gebruikt het recht als instrument om het gedrag van burgers te beïnvloeden of om de maatschappij op een bepaalde (gewenste) manier te organiseren.

Aanvullende functie
Er zijn ook onderwerpen in het recht waar personen zélf afspraken mogen maken. Denk aan een koopovereenkomst, waarbij de koper en verkoper samen bepalen wat er verkocht wordt en wat de prijs is. Maar als de partijen vergeten zijn ergens afspraken over te maken, dan zijn er regels die hun afspraken aanvullen. Dit recht heeft een aanvullende functie.

Slide 10 - Tekstslide

Functies van het recht
Geschil oplossende functie
Het recht helpt ook als burgers, organisaties of bedrijven met elkaar of met de overheid een conflict hebben of als iemand een rechtsregel overtreedt. Het is de rechter die bepaalt of iemand mag worden gestraft, welke straf wordt opgelegd of wat de oplossing is van het conflict.
Het recht heeft een geschiloplossende functie. Deze rechtsregels beschrijven welke rechters er zijn, wat hun taken zijn en op welke manier een procedure voor de rechter verloopt.

Slide 11 - Tekstslide

Privaatrecht / Publiekrecht
Privaatrecht 
Regelt de zakelijke en familierechtelijke relaties in het recht tussen natuurlijke personen en rechtspersonen.

Publiekrecht
Het deel van het recht dat de juridische relatie regelt tussen de overheid en de burger of tussen de overheidsorganen onderling heet publiekrecht. 

Het gaat over de overheid die een overheidstaak uitvoert. Met andere woorden: het gaat over een overheid die handelt vanuit het algemeen belang.



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Privaatrecht / Publiekrecht
Privaatrecht 
Regelt de zakelijke en familierechtelijke relaties in het recht tussen natuurlijke personen en rechtspersonen.

Publiekrecht
Het deel van het recht dat de juridische relatie regelt tussen de overheid en de burger of tussen de overheidsorganen onderling heet publiekrecht. 

Het gaat over de overheid die een overheidstaak uitvoert. Met andere woorden: het gaat over een overheid die handelt vanuit het algemeen belang.



Slide 14 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van publiekrecht?
A
Contractuele geschillen
B
Erfrechtzaken
C
Strafrecht
D
Bestuursrechtelijke geschillen

Slide 15 - Quizvraag

Wat valt onder privaatrecht?
A
Belastingwetten
B
Koopovereenkomsten
C
Strafrechtelijke procedures
D
Arbeidsovereenkomsten

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een typisch voorbeeld van privaatrechtelijke geschil?
A
Een politiek geschil
B
Een conflict over een erfenis
C
Een wetenschappelijk onderzoek
D
Een milieuovertreding

Slide 17 - Quizvraag

Welk rechtsgebied valt onder publiekrecht?
A
Erfrecht
B
Arbeidsrecht
C
Ondernemingsrecht
D
Staatsrecht

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de volgende valt onder privaatrecht?
A
Een koopovereenkomst voor een auto
B
Een bouwvergunning aanvragen
C
Een strafrechtelijke veroordeling
D
Een verkiezingsuitslag

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van privaatrecht?
A
Een verkeersboete
B
Een paspoort aanvragen
C
Een belastingaangifte
D
Een huurcontract tussen verhuurder en huurder

Slide 20 - Quizvraag

Welke rechtsgebied behandelt geschillen tussen burgers onderling?
A
Publiek recht behandelt geschillen tussen burgers onderling.
B
Privaatrecht behandelt geschillen tussen burgers onderling.
C
Strafrecht behandelt geschillen tussen burgers onderling.
D
Fiscaal recht behandelt geschillen tussen burgers onderling.

Slide 21 - Quizvraag

Zelf aan de slag
1. Welke rechtsgebieden zijn er ? Schrijf ze uit en geef bij elk rechtsgebied een voorbeeld van een bestaand geschil dat er is geweest. Tip: kijk op uitspraken.nl

2. Handelingsbekwaamheid.
Maak een presentatie over het begrip. Gebruik hierbij paragraaf 9.4 en noem in de presentatie ook voorbeelden die niet in het boek staan. Ga dus zelf ook op onderzoek uit.

3. Verschil absolute en relatieve competentie. Ga samen de theorie bekijken en leg elkaar uit wat het verschil is. Discussieer over de verschillen en zet het daarna op papier.  

Slide 22 - Tekstslide