Keuzedeel pabo WO - les 5 (GS-H7/H8)

Keuzedeel pabo - GS - les 5



Maak aantekeningen!

  • H7. Pruiken en revoluties
  • H8. Burgers en stoommachines
1
2
3
4
5
6
7
8
AK - H6
AK - H7
AK - H8
GS - H7
GS - H7 en H8
GS - H8
N&T H5
N&T H6
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel pabo - GS - les 5



Maak aantekeningen!

  • H7. Pruiken en revoluties
  • H8. Burgers en stoommachines
1
2
3
4
5
6
7
8
AK - H6
AK - H7
AK - H8
GS - H7
GS - H7 en H8
GS - H8
N&T H5
N&T H6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je afgelopen week meer voor het keuzedeel gedaan?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de les bekijk ik de les in LessonUp nogmaals.
A
Klopt
B
Doe ik niet
C
Misschien moet ik dit maar eens gaan doen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor 'speciale' dag is het vandaag in het onderwijs?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma les 5
12.30 - 14.00

  • Terugblik H7 & Quizvragen
  • Opdracht 1. 
  • Pauze (13.10 - 13.15)
  • Start H8
  • Opdracht 2.
  • Voorbeeldvragen (na/te & ak)
  • Afronding

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavernij - afschaffing slavenhandel
  • driehoekshandel
  • plantages

Abolitionisme (streven naar afschaffing slavernij) 
  • de Quakers
  • 1808 afschaffing slavenhandel (Engeland)
  • Nederland praat tot 1814
  • 1834 afschaffing slavernij (Engeland)
  • Nederland praat tot 1863

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke boodschap gaven de abolitionisten af ?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel.

Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats?

A
Tussen de Republiek, Azië en Amerika.
B
Tussen de Republiek, West-Afrika en Amerika.
C
Tussen Oost-Indië, Amerika en Europa.
D
Tussen Oost-Indië, West-Indië en Europa.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je nog een paar motieven noemen voor de abolitionisten?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De verlichting
  • Pruikentijd
  • De Verlichting
  • Franse Revolutie (1789 - vrijheid, gelijkheid & broederschap)
  • Napoleon Bonaparte
  • Franse levensstijl

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting was een beweging in de Tijd van Pruiken en Revoluties die aandrong op veranderingen.

Welke veranderingen wilden veel denkers van de Verlichting bereiken?
A
Volgens verlichte denkers hadden vrouwen evenveel rechten als mannen om aan de politiek deel te nemen.
B
Volgens verlichte denkers moest de macht worden gedeeld door adel, geestelijkheid en burgers.
C
Zij wilden dat de rechten van burgers in een grondwet werden vastgelegd en dat de macht beter verdeeld werd.
D
Zij wilden dat er algemeen kiesrecht kwam zodat arbeiders ook een deel van de macht kregen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk rijk is op de kaart afgebeeld?


Bron: voorbeeld toelatingstoets pabo
2017 gs
A
Het rijk van Karel de Grote
B
Het rijk van Lodewijk XIV
C
Het rijk van Napoleon

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grondrechten en burgerij
  • Burgerij (sociale laag in de maatschappij)
  • Patriotten (veel v/d leden v/d burg.)
  • Oranjegezinden (aanhangers stadhouder - armere bevolking)
  • Willem V (stadhouder tussen 1751 - 1795)
  • Franse inval 
  • Bataafse Revolutie
  • Bataafse republiek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pamflet

In dit pamflet wordt kritiek geleverd op stadhouder Willem V.
Hij deed volgens de schrijver teveel aan vriendjespolitiek
en luisterde niet naar gewone burgers.

Bron: voorbeeld toelatingstoets pabo 2017 gs
A
bij de Grondwet van Thorbecke
B
bij de Nederlandse Opstand
C
bij de Patriottenbeweging
D
bij de Reformatie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.
  • Werk in tweetallen
  • Welk woord in de rij hoort er niet bij?
  • Schrijf erbij waarom dat zo is
timer
7:00
1
Bataafse republiek
Stadhouder
Nationale vergadering
Grondwet
2
Willem V
Patriotten
Wilhelmina van Pruisen
Pruisische leger
3
Bijbel
Kennis
Encyclopedie
Verstand
4
Absolute macht
Uitvoerende macht
Wetgevende macht
Rechterlijke macht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check opdracht 1
  • Wij laten in rij 1 het begrip stadhouder weg, omdat deze bij de Republiek
    der Zeven Verenigde Nederlanden hoort. De andere begrippen hebben te maken met de Bataafse Republiek. Deze ontstond na de Franse inval en had naar Frans voorbeeld een Grondwet en ook een Nationale Vergadering als volksvertegenwoordiging - 7.2

  • Wij laten in rij 2 het begrip Patriotten weg, omdat de andere begrippen te
    maken hebben met stadhouder Willem V. Hij was getrouwd met Wilhelmina van Pruisen. Haar broer, de koning van Pruisen, kwam de stadhouder te hulp in zijn strijd tegen de Patriotten en stuurde zijn leger naar de Republiek - 7.2

  • Wij laten in rij 3 het begrip Bijbel weg, omdat de andere begrippen te
    maken hebben met de Verlichting. De Verlichtingsfilosofen vonden dat de kerk en dus ook de Bijbel de mensen in duisternis hielden - 7.3

  • Wij laten in rij 4 het begrip absolute macht weg, omdat de drie andere
    machten (de Trias Politica) de machten zijn die Montesquieu wilde scheiden om te voorkomen dat een vorst absolute macht had - 7.3




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen tijdvak 8
De aspirant-student kan:

  • 8.1 uitleggen waardoor de burgerij (bourgeoisie) steeds meer
    politieke invloed kreeg; 
  • 8.2 uitleggen wat een parlementair stelsel is;
  • 8.3 kenmerken van de industriële revolutie beschrijven;
  • 8.4 de gevolgen van de industriële revolutie voor de werk- en
    leefomstandigheden van arbeiders toelichten;
  • 8.5 verbanden leggen tussen de industriële revolutie en de
    opkomst van emancipatiebewegingen;
  • 8.6 de relatie beschrijven tussen modern imperialisme en
    nationalisme
    en
  • 8.7 uitleggen waarom grondstoffen en afzetmarkten belangrijke aspecten va het modern imperialisme waren

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H8. Tijd van burgers en stoommachines
  • Politieke invloed burgerij
  • Parlementair stelsel
  • Industriële revolutie
  • Gevolgen voor de arbeiders
  • Opkomst emancipatiebewegingen
  • Imperialisme en nationalisme
  • Grondstoffen, afzetmarkten en imperalisme

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Politieke invloed burgerij

  • Franse Tijd - bestuurlijke maatregelen (burg. stand, decimaal stelsel)
  • Continentaal stelsel
  • Waterloo - N. verslagen 
  • Monarchie:
          Koningrijk der Nederlanden (1813) 
          Koning Willem I - bijnaam - verklaar
  • Democratisering
  • Volksinvloed - grondwet 1848 - Thorbecke - parlementair stelsel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste Nederlandse politicus in de 19e eeuw was Johan Rudolph Thorbecke.

Wat klopt over Thorbecke?
A
Hij gaf leiding aan de liberalen in de Tweede Kamer en zorgde ervoor dat koning Willem II moest aftreden.
B
Hij gaf leiding aan het verzet tegen de koning en richtte de eerste politieke partij op.
C
Hij maakte een nieuwe, conservatieve grondwet en werd minister.
D
Hij maakte een nieuwe, liberale grondwet en werd regeringsleider.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.2 Parlementair stelsel
  • Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Ideologieën: liberalisme, confessionalisme, communisme, socialisme
       --> Politieke partijen 
  • Grondrechten

---> link stemmenstrijd

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme.

Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? Zij wilden:

A
een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid voor de handel
B
monarchie met eenheid van godsdienst en economische vrijheid
C
republiek met vrije verkiezingen en een geleide economie
D
veelvolkerenstaat met een sterke vorst en hoge invoerrechten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Industriele Revolutie
  • 1780 England onstaan
  •      Industrialisatie
  •     Huisnijverheid (spinnen - weven)
  •     Massaproductie
  •     Goedkope arbeid
  •     Trekschuit --> Trein (1839)
    link Canon: 1e spoorlijn



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitvindingen weet jij die uit de Industriele revolutie komen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Europa
  • Nederland had de Industriële revolutie in 1830.
  • handel met de Azie werd minder belangrijk.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden groeien
Steden groeien hard uit.
Verbeteringen in de stad
  • Ophaal dienst voor vuil
  • straatverlichting
  • openbaar vervoer



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Schrijf een paar positieve en negatieve gevolgen v/d Industriële Revolutie voor het leven in de stad op

timer
3:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een positief gevolg v/d industrialisatie voor de arbeiders

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een negatief gevolg v/d industrialisatie voor de arbeiders

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de Industriele Revolutie
Negati
einde van de Nijverheid
Op een rijtje van de Industriele revolutie
Positief
  • nieuw soort banen.
  •  effectieve manier van productiemethode
  • Mogelijkheid van massacomsumptie en massaproductie
  • Verbetering van infractuctuur en nieuwe idieeen.

Negatief
  • boerengezinnen verliezen hun baan
  • minder nijverheid
  • veel slechtere levensomstandigheden
  • Veel nieuwe ziektes

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2.
Welk woord hoort er niet bij 
en waarom?
timer
4:00
1
Max havelaar
Nederlands-Indie
Cultuurstelsel
Afschaffing slavernij
2
Burgerlijk wetboek
Burgerlijke Stand
Democratie
Metriek Stelsel
3
Vrijheid van vergadering
Vrijheid van godsdienst
Ministers zijn verantwoordelijk
Algemeen kiesrecht
4
Vrouwenemancipatie
Rooms-Katholieken
Socialisten
Protestanten
5
Nationalisme
Imperialisme
liberalisme
Socialisme 

Slide 34 - Tekstslide

deze lijkt mij handig weg te doen sinds max bij de imperialisme hoort misschien volgende les.
Check

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1. Rara, wie of wat ben ik?
Ik ben een verschijnsel
1 'Eerst was hier de Pruis in het land en nu de kale Fransen.'
2 Er waren verenigingen van gewapende burgers.
3 Wilhelmina van Pruisen was de vrouw van de stadhouder.
4 De burgers wilden invloed op het lands- en stadsbestuur.
5 Stadhouder Willem V werd als een alleenheerser gezien
6 Op 26 september 1781 kwam een belangrijk pamflet uit.
7 Er stonden twee partijen tegenover elkaar: vóór en tegen de stadhouder.
8 De Franse revolutionairen kwamen te hulp.
9 Wij vluchtten in 1787 voor het Pruisische leger.
10 Wij vonden dat de Republiek in verval was geraakt.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2. Wie of wat ben ik?
Maak een lijstje 1 t/m 3. 
timer
4:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze!
timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvraag AK - lijn op een kaart

Op de kaart zie je een rode lijn.
Welke omschrijving past het best bij deze lijn?

Bron: voorbeeld toelatingstoets pabo
2015 ak
--> Zie blz 14 van je boek
A
een meridiaan op het oostelijk halfrond
B
een meridiaan op het westelijke halfrond
C
een parallel op het oostelijke halfrond
D
een parallel op het westelijke halfrond

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvraag AK - Klimaten in Australië

Welk onderdeel van de legenda hoort bij het
tropisch klimaat?

Bron: voorbeeld toelatingstoets pabo
2015 ak

Zie --> blz 52 van je boek
A
Onderdeel 1
B
Onderdeel 3
C
Onderdeel 4
D
Onderdeel 5

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvraag NA/TE - Biodiversiteit

Akkerrand met een diversiteit aan planten ---->

Natuurorganisaties pleiten voor meer biodiversiteit rondom akkers.
Wat is het doel van biodiversiteit rondom de akkers?

--> Zie H4.3
A
De akkerranden kunnen natuurlijke vijanden van ziekteverwekkers van de akkerbouwgewassen herbergen.
B
Door concurrentie met de planten in de akkerranden zullen de akkerbouwgewassen sneller groeien.
C
Ziekteverwekkers zullen in de akkerrand blijven waardoor de akkerbouwgewassen gezond blijven.
D
een parallel op het westelijke halfrond

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvraag NA/TE - Enkele & dubbele bloedsomloop

Een belangrijk verschil tussen organismen vissen en zoogdieren is de bloedsomloop: zoogdieren zoals katten hebben een dubbele bloedsomloop (een grote en een kleine), vissen hebben een enkele bloedsomloop.

Wat is kenmerkend voor een enkele bloedsomloop?
A
Het bloed stroomt niet langs de huid om af te koelen
B
Het bloed stroomt niet langs de nieren om gezuiverd te worden
C
Het bloed stroomt van het hart naar het ademhalingsorgaan en daarna rechtstreeks naar overige organen.
D
Het bloed stroomt vanuit het hart zonder aderen of slagaderen door het lichaam.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee uit deze les?

Heb je nog een tip voor ons?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Check-out

Volgende week - les 5 (geschiedenis)
  • GS - lezen t/m H8
  • GS - opdrachten maken H8

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies