In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
EC2_Arbeitseinsatz
Slide 1 - Tekstslide
Mededelingen
Vrijdag 9 juni heb je:
De begrippentoets
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat arbeitseinsatz is en wat voor effect dit had in Nederland
Je kunt het verschil tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt herkennen.
Je weet wat het verschil tussen geschoold en ongeschoold werk is en weet wanneer iemand een voltijdbaan en parttimebaan heeft.
Slide 3 - Tekstslide
De vraag naar de arbeid is
Alle bedrijven en organisaties die personeel zoeken en/of in dienst hebben.
Dit noemen we werkgelegenheid
Slide 4 - Tekstslide
Aanbod van arbeid
Alle mensen die werken of bereid zijn om te werken. Zij bieden zichzelf aan om te werken
Deze groep mensen noemen we ook wel de beroepsbevolking.
Dit zijn alle mensen tussen de 15 en 75 die werken of wel willen werken.
Slide 5 - Tekstslide
Door de tweede wereldoorlog was er een probleem in Duitsland
Werkgelegenheid was veel groter dan de beroepsbevolking.
Dit betekent dat er veel meer banen waren, dan mensen die deze banen wouden doen.
In de 1e wereldoorlog werden vrouwen ingezet om dit probleem op te lossen. Dit wou Hitler niet. Hij vond dat vrouwen thuis hoorde te zijn om voor de kinderen te zorgen en mochten absoluut geen ' mannenwerk' doen. Daarom kwam hij met een ander oplossing.
De oplossing was het invoeren van de Arbeitseinsatz.
Dit was een wettelijke verplichting voor jonge mannen die verplicht onder dwang werk moesten gaan doen in Duitsland.
Alle mannen die werkloos waren in Duitsland, maar ook in bezette landen, moesten verplicht in Duitsland werken, om daar essentiële goederen voor de oorlog te maken. Ze maakte bijvoorbeeld munitie, wapens en staal.
Slide 6 - Tekstslide
Wat voor werk moesten mensen die door de Arbeitseinsatz waren verplicht om te werken vaak doen?
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 7 - Quizvraag
Ongeschoold werk
Werk waar je geen opleiding voor nodig hebt, zoals een kanaal graven of schoonmaken.
Je hebt ook geschoold werk.
Daar moet je wel een opleiding voor hebben afgerond.
Wat is een voorbeeld van geschoold werk?
Machinist, kapitein of leraar.
Veel werk in Nederland is tegenwoordig geschoold werk.
Slide 8 - Tekstslide
Arbeitseinsatz voor werklozen was niet genoeg
In 1942 lukte het Duitsland niet meer om genoeg werkloze mannen in te zetten via de Arbeitseinsatz. Iedere man zonder baan voor de bezetting was of al aan het werk via de Arbeitseinsatz of zat ondergedoken.
Daarom verplicht Nazi-Duitsland bedrijven van vooral luxe overbodige producten mensen te ontslaan zodat er weer meer werknemers vrij kwamen voor de Arbeitseinsatz.
Uiteindelijk in de laatste jaren van de oorlog werden ook bedrijven die noodzakelijke producten produceren en verkochten gedwongen om mensen te ontslaan, zodat deze mensen ook konden worden opgeroepen voor de Arbeitseinsatz.
De Arbeitseinsatz heeft ervoor gezorgd dat de Duitse oorlogseconomie steeds beter ging werken. Fabrieken die zwaar zijn gebombardeerd daalde de productie voor oorlogsgoederen niet maar steeg hij t/m 1944 zelfs.
Doordat Duitsland andere sector alle werknemers ontnam voor de productie van oorlogsgoederen, ontstonden er wel hele grote tekorten van andere belangrijke goederen zoals eten en brandstof.
De Arbetiseinsatz heeft ervoor gezorgd dat de winter van 1944-1945 de bekende hongerwinter werd.
Slide 9 - Tekstslide
Hoeveel mensen uit Nederland waren er in 1944 door de Arbetiseinsatz in Duitsland aan het werk gezet?
A
125.000
B
175.000
C
275.000
D
500.000
Slide 10 - Quizvraag
Wat kon je doen als je niet mee wou werken aan de Arbeitseinsatz?
Onderduiken of naar Engeland vluchten
Slide 11 - Tekstslide
Arbeidsparticipatie
Door de Arbeitseinsatz is de arbeidsparticipatie sterk gestegen tijdens de 2e wereldoorlog.
De arbeidsparticipatie geeft aan hoeveel % van de bevolking bij de beroepsbevolking hoort.
Als de bevolking 100.000 is en 80.000 zijn onderdeel van de beroepsbevolking. Dan is de arbeidsparticipatie 80%.
Je rekent de arbeidsparticipatie uit met de formule:
Beroepsbevolking : totale bevolking x 100
Slide 12 - Tekstslide
7.871 mensen werken of willen werken. Het land heeft 10.980 mensen. Wat is de arbeidsparticipatie? Beroepsbevolking : totale bevolking x 100