GL chapitre 2 - Chez moi

Objectifs
Aan het einde van de les kun je:
  • een eenvoudig gesprekje voeren over: 
       - je woonomgeving
       - je slaapkamer
       

Waar je woont
Hoe je huis eruit ziet (kamers)
Hoe je kamer eruit ziet
Wat je van je kamer vindt

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Objectifs
Aan het einde van de les kun je:
  • een eenvoudig gesprekje voeren over: 
       - je woonomgeving
       - je slaapkamer
       

Waar je woont
Hoe je huis eruit ziet (kamers)
Hoe je kamer eruit ziet
Wat je van je kamer vindt

Slide 1 - Tekstslide

La chambre
L'entrée
Le salon
La salle de bain
La cuisine

Slide 2 - Sleepvraag

Bron I - Phrases-clés

Slide 3 - Tekstslide

Où est ta chambre?
Door welke woorden kun je de onderstreepte tekst vervangen? 

Slide 4 - Woordweb

L'entrée
La cuisine
Le salon
La salle à manger
Le bureau
La salle de bains
La chambre de tes parents
Le garage
De hal, de ingang
De keuken
De woonkamer
De eetkamer
De studeerkamer
De badkamer
De slaapkamer van je ouders
De garage

Slide 5 - Tekstslide

Ma chambre est au premier étage.

Door welke woorden kun je de onderstreepte tekst vervangen?

Slide 6 - Woordweb


Au sous-sol / Dans la cave
Au rez-de chaussée
Au premier étage
Au deuxième étage
Au grenier

In de kelder
Op de begane grond
Op de eerste verdieping
Op de tweede verdieping
Op zolder

Slide 7 - Tekstslide

Il y a 
un ordinateur dans ta chambre?

Door welke woorden kun je de onderstreepte tekst vervangen?

Slide 8 - Woordweb

de stoel
de tafel
de kast
de televisie
de bank
het bed
het raam
de boekenplank
la fenêtre
la table
la chaise
l'armoire
le lit
l'étagère
la télé
le canapé

Slide 9 - Sleepvraag


Tu habites (in de stad)?

Où est (je slaapkamer)?

Il y a (een televisie) dans ta chambre?

Quelle est ta couleur préférée?


Qu'est-ce que tu fais dans (noem een vertrek in huis).

Oui/Non, j'habite (zeg waar je woont).

Ma chambre est (zeg op welke verdieping je slaapkamer is).
(Geef antwoord.)

Ma couleur préférée, c'est le (noem je lievelingskleur).

(Zeg wat je daar doet.)
In duo's het gesprekje voeren (in teams)

Slide 10 - Tekstslide

Maken:
Opdracht 24 t/m 26+ 27c

Slide 11 - Tekstslide

Activité
Maak drie foto's van een voorwerp in je huis. Beschrijf bij iedere foto: 
  • Welke kleur het voorwerp heeft.
  • Waar het voorwerp zich in de ruimte bevindt.
  • In welke ruimte van het huis het voorwerp zich bevindt. 

Attention !!!
  • Je moet drie verschillende voorzetsels gebruiken
  • Het voorwerp moet zich in drie verschillende ruimtes bevinden
  • Wees origineel! (Je mag de zinnen van het voorbeeld niet gebruiken!)

Slide 12 - Tekstslide

Exemple

Slide 13 - Tekstslide

Lever de opdracht in als huiswerk a.s. dinsdag.

Slide 14 - Tekstslide