2.1 Periodiek systeem

H2
§2.1 - Periodiek systeem
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2
§2.1 - Periodiek systeem

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les weet ik...:
  • de geschiedenis van het atoom in het kort

Na deze les kan ik...:
  • uitleggen waarom we gebruik maken van modellen bij scheikunde
  • massa, plaats en lading noemen van proton, neutron en elektron
  • uitleggen wat atoomnummer en massagetal betekenen
  • Binas gebruiken om atoom te beschrijven / tekenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Periodiek systeem
  • Een horizontale rij: periode
  • => Gerangschikt op massa

  • Een verticale kolom: groep
  • => Gerangschikt op eigenschappen

Speciale groepsnamen:
  • Groep 1: alkalimetalen
  • Groep 2: aardalkalimetalen
  • Groep 17: halogenen
  • Groep 18: edelgassen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

§2.2 Bouw van een atoom
"Een atoom is een massief bolletje".
Elke atoomsoort heeft zijn eigen afmeting.

1808 - John Dalton
Kleuren atoommodellen

Slide 11 - Tekstslide

§2.2 Bouw van een atoom
"Een atoom bestaat uit een positief geladen kern en een negatief geladen elektronenwolk."
Atoomkern = protonen + neutronen Elektronenwolk = elektronen.
Elk atoom heeft een atoomnummer en atoommassa.
1911 - Ernest Rutherford 

Slide 12 - Tekstslide

§2.2 Bouw van een atoom
"De elektronen zitten in verschillende bolvormige banen rond de kern".

1913 - Niels Bohr 

Slide 13 - Tekstslide

§2.2 Bouw van een atoom
Atoommodel van Rutherford     en      Atoommodel van Bohr





Beide moet je kunnen omschrijven

Slide 14 - Tekstslide

§2.2 Bouw van een atoom
Het atoommodel van Rutherford:
  • Kern met protonen en neutronen
  • Rond de kern zit de 'elektronenwolk'

  • Een atoom is elektrisch neutraal

Slide 15 - Tekstslide

§2.2 Bouw van een atoom
Het atoommodel van Bohr:
  • Kern met protonen en neutronen
  • Rond de kern zitten elektronen georganiseerd in schillen

  • Een atoom is elektrisch neutraal

Slide 16 - Tekstslide

§2.2 Bouw van een atoom - Isotoop
  • Zelfde element, ander massagetal
  • => verschillend aantal neutronen 

Slide 17 - Tekstslide

Het element fluor heeft atoomnummer 9 en massagetal 19. De bouw van het atoom is dus
A
19 p, 10 n, 19 e
B
9 p, 10 n, 9 e
C
10 p, 9 n, 10 e
D
9 p, 19 n, 9 e

Slide 18 - Quizvraag

Bij wie past
deze omschrij-
ving van het
atoommodel?
A
John Dalton
B
Ernest Rutherford
C
Niels Bohr

Slide 19 - Quizvraag


A
plaatje loog
B
H2O2
C
los O2 en H2
D
water

Slide 20 - Quizvraag

Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen

Slide 21 - Quizvraag

Geef de massagetallen van de drie koolstof isotopen.
A
6-6-6
B
6-7-8
C
12-13-14
D
18-19-20

Slide 22 - Quizvraag

In de natuur komen twee isotopen van koolstof voor: C-12 en C-13. Hiernaast zie je de kernen van beide isotopen.
Hoe kan je deze twee vormen van koolstof van elkaar scheiden?
A
Met een chemische reactie want de isotopen reageren soms verschillend
B
Met een centrifuge want de isotopen verschillen in massa
C
Je kan ze niet scheiden.

Slide 23 - Quizvraag