Formuleren - incongruentie en dat/als-constructie

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

'De leraren schrijft op het bord.'
Klopt deze zin?
Ja!
Nee!

Slide 2 - Poll

Incongruentie
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm. 
Bij een meervoudig onderwerp hoort een meervoudige persoonsvorm.
Incongruentie ontstaat vaak:
  • als het onderwerp meervoudig lijkt, maar enkelvoudig is;
  • als persoonsvorm en het onderwerp ver uit elkaar staan;
  • als een meewerkend voorwerp ten onrechte voor het onderwerp wordt aangezien. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
  • De jeugd in grote steden als Amsterdam en Rotterdam hebben een schrijnend gebrek aan speelplaatsen.
Voorbeeld 1

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren alleen maar verder zullen toenemen.
Voorbeeld 2

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden vriendelijk verzocht hun sollicitaties te richten aan het dagelijks bestuur. 
Voorbeeld 3

Slide 6 - Tekstslide

'Een hoop conflicten ontstaan door een gebrek aan onderlinge communicatie.'
Noteer het foute woord.

Slide 7 - Open vraag

'Alle inzenders werden gevraagd om hun ontwerpen van naam en adres te voorzien.'
Noteer het foute woord.

Slide 8 - Open vraag

'De media stelt de politici onnodig kritische vragen, die dan toch niet beantwoord worden.'
Noteer het foute woord.

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag:
  • Oefening 1 blz. 238 NN
  • Extra oefening in planner (zie Class Notebook
  • Eventueel verwijswoorden herhalen
  • Lezen middeleeuws werk (dinsdag uitgelezen)

Slide 10 - Tekstslide

'Ik denk, dat als de minister vindt dat er te veel geweld op TV is, dat hij dan maatregelen moet nemen.'
Loopt deze zin lekker?
Ja!
Nee!

Slide 11 - Poll

Dat/als-constructie
Een dat/als-constructie noem je ook wel een tussengeschoven bijwoordelijke bijzin van voorwaarde
Een voorwaarde herken je aan het voegwoord als of wanneer. Voor de leesbaarheid zet je de voorwaarde aan het begin of het einde van de zin. 
Als je de voorwaarde middenin de zin plaatst, dan is de zin moeilijker te begrijpen.

Slide 12 - Tekstslide

Dat/als-constructie:
Het is best mogelijk dat als je via Wormerveer en de A9 rijdt, eerder thuis bent.


Verbeterde zin:
Het is best mogelijk dat je eerder thuis bent, als je via Wormerveer en de A9 rijdt.

Slide 13 - Tekstslide

Verbeter de zin:
'De dokter heeft tegen mijn moeder gezegd dat als de klachten na het afmaken van de kuur niet zijn verdwenen, ze terug moet komen op het spreekuur.'

Slide 14 - Open vraag

A 'Misschien is het beter dat je toch maar een andere baan zoekt, als je naar de voor- en nadelen kijkt.'

B 'Misschien is het beter dat je als je naar de voor- en nadelen kijkt, toch maar een andere baan zoekt.'
A
Goed
B
Goed

Slide 15 - Quizvraag

Terugblik
Je weet nu dat:
  • bij een enkelvoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm hoort;
  • bij een meervoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm hoort;
  • de voorwaarde - de bijzin met het woordje 'als' - het beste achteraan de zin kan staan. 


Slide 16 - Tekstslide

Nog vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag