Mentorles week 8, Jongeren en Wapenbezit

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma deze mentorles:
Flexlessen
Vragen
Week van de veiligheid

Slide 2 - Tekstslide

Jongeren & Wapenbezit

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
In deze les gaan jullie eerst vragen beantwoorden over wapenbezit onder jongeren. 

Vervolgens gaan jullie aan de hand van stellingen met elkaar in discussie over wapenbezit. 

Slide 4 - Tekstslide

1. In Nederland wordt wapenbezit steeds vaker in het nieuws benoemd, welke stelling is waar?
A
In 2018 was 15% van de Nederlandse jongeren in het bezit van een steekwapen
B
In 2019 zijn er in Nederland 350 leerlingen geschorst of van school gestuurd voor wapenbezit
C
Nederlandse jongeren dragen steeds vaker een pistool bij zich
D
Het aantal Nederlandse jongeren dat een wapen draagt, is afgenomen

Slide 5 - Quizvraag

Feit 1
Het percentage wapenbezit onder Nederlandse jongeren is niet
bekend, maar afgaand op het aantal incidenten van Nederlandse jongeren rondom wapenbezit en -gebruik, is er sprake van een stijging.
In 2018 en 2019 is het aantal minderjarigen dat betrokken was bij
steekincidenten bijvoorbeeld toegenomen

Slide 6 - Tekstslide

2. Met welk voorwerp mag je volgens de we niet zomaar op straat lopen?
A
Een schaar
B
Een pijl en boog
C
Een honkbalknuppel
D
Alle 3

Slide 7 - Quizvraag

Feit 2
Omdat een schaar en een honkbalknuppel op een andere plek dan
wanneer je hem nodig zou hebben, beschouwd worden als een wapen. Hierop geldt natuurlijk een uitzondering als je er net een gekocht
hebt. Bij een pijl en boog is het de bedoeling dat je altijd een vergunning bij je hebt, ook geldt hier een leeftijdsminimum van 18 jaar

Slide 8 - Tekstslide

3. Welke straf geldt voor jongeren, bij het dreigen met een keukenmes op straat?
A
Maximaal 1 jaar
B
Direct een geldboete
C
Een taakstraf
D
Een waarschuwing

Slide 9 - Quizvraag

Feit 3
Straffen voor jongeren worden voornamelijk gegeven op basis van pedagogisch effect. 
Boetes werken vaak niet, omdat ouders deze
vaak betalen

Slide 10 - Tekstslide

4. Welke stelling is juist?
A
Je kunt steekwapens altijd anoniem inleveren op school
B
Je kunt alle wapens anoniem inleveren bij de politie
C
Tijdens een speciale inleveractie, kun je vuurwapens naar het politiebureau brengen
D
Geen van deze stellingen is juist

Slide 11 - Quizvraag

Feit 4
De politie organiseert regelmatig inleveracties. Je kunt wapens dan
anoniem inleveren bij de politie of op school. Vuurwapens kun je
niet zomaar ergens mee naartoe nemen, die moeten dus opgehaald
worden. Ook dit kan in eerste instantie zonder vervolging, maar er
worden vervolgens wel testen op het wapen gedaan (DNA & schietproef). Wordt daarbij een verband gevonden met een strafbaar feit,
dan kan er alsnog iemand strafrechtelijk worden vervolgd

Slide 12 - Tekstslide

5. Welke redenen geven jongeren op voor het dragen van een wapen?
A
Om een overval te plegen
B
Om zichzelf te kunnen verdedigen
C
Omdat ze dat hebben gezien in videoclips
D
Al het bovenstaande

Slide 13 - Quizvraag

Feit 5
Alle antwoorden worden als reden opgegeven. Vaak is het dragen
van een wapen het gevolg van dat jongeren zien dat iemand anders
een wapen draagt: bijvoorbeeld in een videoclip. Soms zijn jongeren
bang dat ze niet veilig zijn als ze niet gewapend zijn. Het dragen van
een wapen voor een overval komt ook voor, maar minder vaak.

Slide 14 - Tekstslide

6. Waarom is het dragen van een wapen op jonge leeftijd extra gevaarlijk?
A
Omdat jongeren impulsiever reageren
B
Omdat wapen zichtbaarder zijn op kleinere lichamen
C
Omdat de kans groter is dat je opgepakt wordt
D
Omdat jongeren extra zwaar gestraft worden bij wapenbezit

Slide 15 - Quizvraag

Feit 6
Jongeren reageren impulsiever dan volwassenen (dit heeft te maken
met de groei van de hersenen). Veel jongeren dragen een wapen
niet met de intentie deze te gebruiken, maar wanneer ze vervolgens
uitgedaagd worden, is de kans groter dat ze naar hun wapen grijpen.
De gevolgen van een confrontatie zijn daardoor stukken heftiger:
zowel in ernst van mogelijke gevolgen voor het slachtoffer (verwondingen), als voor de dader (straf). 

Slide 16 - Tekstslide

7. Welke stelling klopt als het gaat over de verkoop van keukenmessen aan minderjarigen?
A
Niks bijzonders, het is maar een keukenmes
B
Je kunt als minderjarige geen keukenmes meer kopen
C
Sommige winkels hebben het verboden
D
De ouders van minderjarigen zijn strafbaar als zij een keukenmes hebben gekocht

Slide 17 - Quizvraag

Feit 7
De wet wordt aangepast, waardoor het verboden wordt om keukenmessen aan minderjarigen te verkopen. Een aantal winkels heeft dit
zelf al doorgevoerd (zoals de Action).

Slide 18 - Tekstslide

8. Het hebben van een nepvuurwapen is:
A
Ongeacht de kleur en vorm toch verboden
B
Verboden als de afmetingen overeen komen met echte wapens
C
Geen probleem, het is toch nep
D
Toegestaan als je het bonnetje bewaart

Slide 19 - Quizvraag

Feit 8
Als een nepwapen in verhouding 1:1 is met een echt wapen, dan is
deze, ongeacht de kleur, verboden. Agenten kunnen namelijk van
een afstand niet inschatten of het echt of nep is

Slide 20 - Tekstslide

9. Welke stelling klopt?
A
Als je in een video oproept tot geweld, dan ben je niet strafbaar, maar wordt je video wel offline gehaald
B
Het laten zien van een geweer in een YouTube video is strafbaar
C
Als je een clip maakt met intimiderende en kwetsende inhoud, dan ben je strafbaar
D
Alle antwoorden zijn waar

Slide 21 - Quizvraag

Feit 9
Het tonen van wapens en oproepen tot geweld op internet is strafbaar. Video’s met een intimiderende en kwetsende inhoud (op
bijvoorbeeld YouTube) worden verwijderd of (voor anderen) ontoegankelijk gemaakt.

Slide 22 - Tekstslide

Stellingen
Je krijgt zo een aantal stellingen in beeld. Als je het er mee eens bent ga je aan de rechterkant van het lokaal staan. Ben je het er mee oneens ga je aan de linkerkant van het lokaal staan

Slide 23 - Tekstslide

Stelling 1
Ik kijk wel eens actie/gewelddadige series

Slide 24 - Tekstslide

Stelling 2
Ik speel wel eens games waarin wapens gebruikt worden

Slide 25 - Tekstslide

Stelling 3
Ik heb vroeger een zakmes gehad

Slide 26 - Tekstslide

Stelling 4
Het is goed dat wapenbezit verboden is in Nederland

Slide 27 - Tekstslide

Stelling 5
Het is goed dat winkels als Action en Ikea de verkoop van messen aan minderjarigen hebben verboden

Slide 28 - Tekstslide

Stelling 6
Zonder wapens zou er minder criminaliteit zijn in Nederland

Slide 29 - Tekstslide

Stelling 7
Elke school moet het recht krijgen om kluisjes van jongeren te controleren op wapens

Slide 30 - Tekstslide

Stelling 8
Wanneer iemand een wapen heeft gebruikt als zelfverdediging, hoeft deze persoon geen straf te krijgen

Slide 31 - Tekstslide

Stelling 9
Videoclips met wapens zouden verboden moeten zijn

Slide 32 - Tekstslide

Stelling 10
Als een van mijn vrienden een wapen zou dragen, dan zou ik diegene daarop aanspreken.

Slide 33 - Tekstslide