8.2 Nederland en de EU

H8.2 Nederland en de EU
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H8.2 Nederland en de EU

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
  • Welke afspraken er in de Europese Unie zijn gemaakt
  • Hoe belangrijk de EU voor de Nederlandse handel is
  • Hoe de wisselkoers invloed heeft op de import en export

Slide 2 - Tekstslide

De Europese Unie
De Europese Unie (EU) heeft als belangrijkste doel dat alle landen binnen de EU samenwerken op economisch gebied.

Binnen de EU zijn de grenzen komen te vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.

De Europese Unie bestaat uit 27 landen (lidstaten):
België; Bulgarije; Cyprus; Denemarken; Duitsland; Estland; Finland; Frankrijk; Griekenland; Hongarije; Ierland; Italië; Kroatië; Letland; Litouwen; Luxemburg; Malta;  Nederland;  Oostenrijk; Polen; Portugal; Roemenië; Slovenië; Slowakije; Spanje;  Tsjechië; Zweden.

Slide 3 - Tekstslide

Vind je de EU belangrijk?
en waarom?

Slide 4 - Woordweb

EU = Europese Unie
  • gemeenschappelijke regels
  • vrijhandel (geen invoerrechten)

Vrij verkeer van:
  • goederen  en diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Binnen de Europese Unie (EU) is er vrij verkeer van goederen en diensten.
Kies welke gevolg dit heeft voor de handel tussen Nederland en de andere
EU-landen.
A
De import daalt en de export stijgt.
B
De import en export stijgen.
C
De import stijgt en de export daalt.

Slide 7 - Quizvraag

Verschillen tussen de lidstaten
De lidstaten mogen ook zelf regels bepalen.
Bijvoorbeeld:
  • Elk land heeft zijn eigen BTW-tarief
  • Sommige landen hebbens strengere milieuregels. Dat zorgt voor oneerlijke concurrentie binnen de EU-landen
  • De Europese Unie probeert alle regels wel gelijk te trekken, maar daar moeten alle lidstaten wel met elkaar over eens zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Europese Monetaire Unie (EMU)
= Een groep landen binnen de Europese Unie met 
een gezamenlijke munt, de euro.

De EMU bestaat uit 19 landen:
Oostenrijk, België, Cyprus, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje.
          Deze EMU-laden vormen samen de eurozone



Slide 9 - Tekstslide

De Europese Centrale Bank (ECB)
= De centrale bank van landen met de euro (eurozone)
De taken van de ECB:



Hoofdkantoor in Frankfurt am Main, Duitsland
De ECB brengt eurobankbiljetten in omloop.
De ECB stelt de hoogte van de rente vast die banken moeten betalen als ze geld van de ECB lenen.
De ECB bewaakt de waarde van de euro. Door te zorgen dat de inflatie laag blijft, behoudt de euro z'n koopkracht.

Slide 10 - Tekstslide