Samenwerken 1

Samenwerken 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samenwerken 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Tekenen (samenwerken 2-tal)

Pak samen met iemand een dikke stift vast. 
Teken (groot) een lief monster. 
De stift mag niet van het papier en je mag geen van beide de stift loslaten. 
Praten (communiceren) is verboden.

Slide 3 - Tekstslide

Nabespreken:
Hoe ging het?

- ging je mee met de ander?
- bepaalde jij steeds hoe er getekend werd?
- bepaalde jij een beetje of soms hoe er 
   getekend werd?
- was er samenwerking tijdens het tekenen of was er strijd?
Hoe/Wat voelde jij tijdens het tekenen?
2a Tangram: Samenwerken 4-tal
Let op: Toon deze pagina NIET aan de leerlingen!
Organisatie: 
- Zet 4 tafeltjes als groepje bij elkaar. De leerlingen zitten op hun stoel aan de tafeltjes.
   De puzzelstukjes zitten in een grote envelop die op tafel ligt. 

Zeg: 'We spelen tangram, een spel waarbij je een figuur maakt. Het spel start NU'.
Dit zie je gebeuren:
1.  Welke leerling pakt de envelop .... - welke leerling wil dat ook ..... - welke leerling vindt het oké dat een ander het doet?
2. Welke leerlingen gaan 'een figuur' maken (is er overleg welk figuur)? 
     Welke leerling kijkt? Wie zegt er wat en hoe en wat wordt er gezegd?
3. Zijn er leerlingen die nog wat verdwaasd rondkijken omdat ze op zoek zijn naar de regels van het spel?

Laat het spel niet langer dan 30 seconden tot 1 minuut duren.




 
Vooraf: Materiaal klaarmaken en in enveloppen stoppen! Zie sharepoint

Slide 4 - Tekstslide

Laat Tangram stukken (vergroten in juiste verhouding op A3), op dik papier afdrukken en plastificeren. 
Zorg voor voldoende tangram-opdrachten / oplossingen. Als je googelt op “tangram puzzels” vind je talloze voorbeelden. Evt. kleuren gebruiken voor de verschillende groepen.

2B Tangram: Samenwerken 4-tal
Let op: Toon deze pagina NIET aan de leerlingen!
Organisatie hetzelfde maar de puzzelstukjes liggen nu open op tafel.
In een kleine envelop zitten 3 opdrachtkaartjes (figuren).

Zeg: 'Jullie maken zo snel mogelijk 1 figuur, gebruik de envelop, het spel start NU'.

Dit zie je gebeuren:
1.  Welke leerling pakt de envelop .... - welke leerling wil dat ook ..... - welke leerling vindt het oké dat een ander het doet?
2. Wie beslist welk figuur er gemaakt gaat worden (hoe gaat dat beslissingsproces)?
3. Welke leerlingen gaan nu het gekozen figuur maken?  Welke leerling kijkt? Wie zegt er wat, wat wordt er gezegd en hoe?

Laat het spel niet langer dan 2 minuten duren.
Hoe reageren leerlingen als je het spel afkapt? Wie reageren er?




 

Slide 5 - Tekstslide

Evt. andere 4-tallen
2C Tangram (samenwerken 4-tal)
Let op: Toon deze pagina NIET aan de leerlingen!
Organisatie hetzelfde maar de puzzelstukjes liggen nu open op tafel.
Je legt 1 opdrachtkaartje op de kop op de tafel.
In een envelop zit een instructie voor de rest van de groep.

Opdracht:
Spreek zometeen af wie de opdracht gaat maken. Deze leerling zit op de stoel.
De anderen van de groep mogen instructies geven, ze mogen het antwoordkaartje niet laten zien. Deze leerlingen staan tegenover de leerling die de opdracht doet. Als de opdracht klaar is, gaat iedereen snel zitten en roept de leerling die de opdracht heeft gemaakt: 'KLAAR'.
Alle groepen hebben dezelfde tangram. We starten tegelijk. Het is een wedstrijd: Welke groep heeft de vorm als eerst klaar? 
Dit zie je gebeuren: 1. Wie gaat de opdracht maken?  2. Wie geeft instructie?  3. Wie laat het antwoord zien? Kortom, worden er afspraken gemaakt? Houden de leerlingen zich aan de regels van het zitten en staan en 'KLAAR-roepen'? Wie wel en wie niet?


 
Let op: Andere 4-tallen

Slide 6 - Tekstslide

Laat Tangram stukken afdrukken op dik papier. Zorg voor voldoende tangram-opdrachten / oplossingen. Als je googelt op “tangram puzzels” vind je talloze voorbeelden. Evt. kleuren gebruiken voor de verschillende groepen.

Ad C: Op deze manier kan degene in de cirkel niet praten, wat de communicatie en het oplossen van het tangram een stuk lastiger maakt.

3. Bekertjes stapelen 
Groepen van 4 of 5 leerlingen.
1 elastiekje met daaraan vastgeknoopt 4 of 5 touwtjes van dezelfde lengte.
6 bekertjes

Opdracht: Maak de toren van de bekertjes (zie afbeelding) 

Afspraak: Je mag de bekertjes niet aanraken om ze te stapelen.

Uitvoering:
Trek de touwtjes strak om een bekertje te “vangen” en te stapelen. 


Evaluatie: 
Waarom ging het samenwerken wel of niet goed? Raakte je gefrustreerd en wat deed je toen? 


Er is 1 setje leenmateriaal: vraag Wld

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken: zie samenwerken 2
o.a. 
Hoe gaat het met jou als iets niet lukt?
Hoe gaat het als het samenwerken lastig gaat?
Wat maakt dat los bij jou?
Wat ga je dan doen?
Hoe ga je om met medeleerlingen die op een bepaalde manier reageren (wat vind je lastig / wat denk-voel-doe je dan)?

4. Tel tot 20 
Maak groepen van ongeveer 6 à 8 leerlingen.
Het liefst 3 groepen.
Als een groep de opdracht doet is het leuk dat de andere groepen
kijken hoe het gaat.

Opdracht:
De spelers gaan in een kring zitten en hebben gezamenlijk als doel om tot 20 te tellen. 
Iemand begint bij 1, iemand anders zegt 2, dan 3 en dan tot de 20. 
Het lastige aan dit spel is dat er nooit 2 spelers tegelijk het getal mogen noemen. 
Gebeurt dit wel, dan moet er weer bij 1 begonnen worden. 
                                                                               ----(Probeer te tellen tot 20 met de hele klas)

Slide 8 - Tekstslide

Uitbreiding:

Is dit gelukt dan kan er een regel aan toegevoegd worden bijvoorbeeld:

- er mag geen patroon in zitten
- leerlingen mogen geen gebaren naar
   elkaar  maken. 

Blijft iedereen serieus meedoen?
5. Tekenen - tweetal
Tweetallen.
De leerlingen gaan met de ruggen naar elkaar toe zitten. 
Leerling 1 heeft een plaatje, leerling 2 heeft een A4 papier en een potlood

Opdracht:
Degene met het plaatje gaat de andere leerling uitleggen wat er getekend moet worden, 
maar hij mag het voorwerp niet zeggen

ALS er woorden bij het plaatje staan, mag je die woorden NIET zeggen! 
Het zijn verboden woorden! 
Lukt het de andere om het plaatje te tekenen? 
Geen materiaal van. Zelf maken en daarna delen met anderen!

Slide 9 - Tekstslide

Zorg voor voldoende plaatjes.
Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,
trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent.
Nabespreken hoe het ging. 
6. Lucht uit de ballon 
Groepjes maken van 4 à 5 personen.
Elke leerling heeft een ballon en blaast daar lucht in door ..3?.. x in te ademen en de lucht in de ballon te blazen (even uitproberen).

Om de beurt mag een leerling de lucht van zijn/haar ballon gebruiken: De ballon 'blaast':
- de bekertjes van tafel (ze staan op een rij of in een cirkel.... kies zelf)
- de bekertjes binnen de cirkel (De cirkel is met een krijtje o.i.d. op de tafel getekend)
- de bekertjes vanaf het A3 op de tafel
Zelf het materiaal regelen

Slide 10 - Tekstslide

Bespreken: zie samenwerken 2
o.a. 
Hoe gaat het met jou als iets niet lukt?
Hoe gaat het als het samenwerken lastig gaat?
Wat maakt dat los bij jou?
Wat ga je dan doen?
Hoe ga je om met medeleerlingen die op een bepaalde manier reageren (wat vind je lastig / wat denk-voel-doe je dan)?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

2D Tangram (samenwerken 4-tal)
Let op: Toon deze pagina NIET aan de leerlingen!
Organisatie: De puzzelstukjes liggen open op tafel. In een envelop zitten 12 opdrachtkaartjes. 

I: Zes kaarten worden in een vaste volgorde naast elkaar op de tafel gelegd. Elke groep lost in dezelfde volgorde de opdrachten op. Als een opdracht afgerond is, wordt de opdrachten kaart omgedraaid.Alle groepen proberen zoveel mogelijk opdrachten te doen. Hoeveel opdrachten hebben ze af in ...... minuten? Eén leerling begint. Deze haalt eerst diep adem, houdt de adem in en probeert de puzzel op te lossen. Als de leerling uitademt moet deze stoppen, de puzzelstukken loslaten.
De volgende leerling haalt adem en gaat verder. Zo zijn de leerlingen om de beurt bezig om de puzzel op te lossen. 
Elkaar aanwijzingen geven mag.

II:  Zes andere kaarten worden in een vaste volgorde naast elkaar op de tafel gelegd. Elke groep lost in die volgorde de opdrachten op. Als een opdracht afgerond is, wordt de opdrachtenkaart omgedraaid. Alle groepen proberen zoveel mogelijk opdrachten te doen. Wie wat doet, wordt niet bepaald in de regels. Hoeveel opdrachten hebben ze af in ...... minuten of wie heeft als 1e alles klaar? Als een groep alle opdrachten heeft afgerond roept iemand 'klaar'. Hoe gaat de samenwerking?





 
Let op: Andere 4-tallen
Geen materiaal van. Zelf maken en daarna delen met anderen!

Slide 13 - Tekstslide

Laat Tangram stukken (vergroten in juiste verhouding op A3), op dik papier afdrukken en plastificeren. Zorg voor voldoende tangram-opdrachten / oplossingen. Als je googelt op “tangram puzzels” vind je talloze voorbeelden. Evt. kleuren gebruiken voor de verschillende groepen.

Ad C: Op deze manier kan degene in de cirkel niet praten, wat de communicatie en het oplossen van het tangram een stuk lastiger maakt.