Les 04 - Dubbelop

Woordenwisseling ofwel dubbelop en pvvt
Taalverzorging B5
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenwisseling ofwel dubbelop en pvvt
Taalverzorging B5

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les:
- wat we onder stijlfouten verstaan;
- hoe je tautologieën, pleonasmes en contaminaties kunt herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Stijlfouten
Een stijlfout is een fout in de formulering van een zin;

Er zijn verschillende soorten stijlfouten;

Bij veel voorkomende stijlfouten is er sprake van een woordenwisseling of 'dubbelop'. Het gaat hierbij om tautologie, pleonasme en contaminatie.

Slide 3 - Tekstslide

Contaminatie
Een contaminatie wordt ook wel een 'verhaspeling' genoemd. Hierbij worden twee begrippen of uitdrukkingen door elkaar gebruikt.

- Hij wordt met een kluitje naar de muur gestuurd.
- Wil je dat document even voor me uitprinten?
- Hij realiseert zich niet dat het niet zo'n handige opmerking was.

Slide 4 - Tekstslide

Pleonasme
Van een pleonasme is sprake wanneer een deel van de 'betekenis' van een wordt extra wordt toegevoegd, terwijl het woord de eigenschap al vanzelfsprekend heeft.

Hierbij gaat het om twee verschillende woordsoorten. 
- Een houten boomstam;
- Hij moet verplicht zijn autogordel dragen.

Slide 5 - Tekstslide

Tautologie
Van een tautologie is sprake als een bepaald woord ten onrechte wordt gebruikt, omdat in de zin al een woord met dezelfde betekenis staat.

Let op! Een tautologie kan ook als stijlfiguur worden ingezet.

Zo heb je bijvoorbeeld ...
Kort en klein
Misschien hebben ze wellicht ...
Bont en blauw
We hebben er nog circa 100 á 150
Wis en waarachtig

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Nog een quizzje
Van welke stijlfouten is sprake in de volgende zinnen?

Slide 8 - Tekstslide

Om te kunnen rijden gebruikt de motor elektrische stroom.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 9 - Quizvraag

De voetballers waren niet per se vrienden, maar van ruzie was echter geen sprake.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 10 - Quizvraag

Het is onvoorstelbaar hoe duur het nieuwe horloge van Memphis Depay kost!
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 11 - Quizvraag

Misschien krijgt Doetinchem toch wellicht een nieuwe bowlingbaan.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 12 - Quizvraag

Sommige mensen halen ook op latere leeftijd nog links en rechts door de war.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 13 - Quizvraag

De Helmet Cover beschermt je fietshelm tegen de koude en natte regen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 14 - Quizvraag

De Spaanse voetballer irriteert zich aan een opdringerige journalist.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 15 - Quizvraag

Die nutteloze verspilling van water moet eens een keer ophouden.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 16 - Quizvraag

Tijdens het mondelinge onderhoud kwamen zij nader tot elkaar.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 17 - Quizvraag

Hij heeft zijn achterstallige schuld nog niet betaald.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 18 - Quizvraag

De schaatsster haalde op het laatste moment de uiterste limiet voor de Olympische Spelen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 19 - Quizvraag

Eenzaam en verlaten zat hij zijn drankje op het terras op te drinken.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 20 - Quizvraag

Persoonsvorm verleden tijd enkelvoud
Als we uitgaan van klankvaste, regelmatige of zwakke werkwoorden, schrijven we de persoonsvorm als stam+de of stam+te.

Of we -de of -te achter de stam zetten, hangt af van de laatste letter van de stam. Is dit een t, x, k, f, s, c, h of p, dan schrijven we in het enkelvoud -te achter de stam; eindigt de stam op een andere letter, dan schrijven we er -de achter.

Slide 21 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd meervoud
Bij zwakke, klankvaste of regelmatige werkwoorden komt er, als het onderwerp in het meervoud staat, -den of -ten achter de stam. Ook hierbij gebruiken we de kofschip-regel.

Slide 22 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.

Meestal hoor je hoe je dit soort werkwoorden spelt.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Bedenk nu
- 5 zinnen met een tautologie
- 5 zinnen met een pleonasme
- 5 zinnen met een contaminatie

Slide 25 - Tekstslide