In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
7.1 Eenheden van Lengte
Slide 1 - Tekstslide
Om de boomgaard komt een nieuw hek. De omtrek is 1320 meter lang. Bereken hoeveel km de lengte is van het hek?
Slide 2 - Open vraag
0,25 km is hoeveel meter?
A
25000 meter
B
0,025 meter
C
2,5 meter
D
250 meter
Slide 3 - Quizvraag
1,5 km + 8 hm = ...........
A
9,5 km
B
23 km
C
95 km
D
2,3 km
Slide 4 - Quizvraag
750 mm + 7,5 dm = ..........m
A
757,5 m
B
1,5 m
C
825 meter
D
1500 meter
Slide 5 - Quizvraag
Zet de lengte-eenheden op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm
Slide 6 - Sleepvraag
kilo betekent 1000 wat betekent hecto?
A
tien
B
hectometer
C
honderd
D
hectare
Slide 7 - Quizvraag
De kerktoren is 3700 cm. Hoe hoog is dat in meter?
A
3,7 meter
B
370 meter
C
37 meter
D
3700 meter
Slide 8 - Quizvraag
7.2 Eenheden van Oppervlakte
Slide 9 - Tekstslide
Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
ca
are
ha
km²
dam²
cm²
mm²
m²
hm²
dm²
Slide 10 - Sleepvraag
Omrekenen
0,2km2=...ha
Slide 11 - Open vraag
Omrekenen + 800 ha = ......
3,2km2
km2
A
11,2
B
112
C
803,2
Slide 12 - Quizvraag
Omrekenen +
4,56m2
m2
300dm2=...
A
304,56
B
7,56
Slide 13 - Quizvraag
7.3 Oppervlakte berekenen
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de oppervlakte van een Rechthoek van 2 m bij 5,5 m
A
7,5 m²
B
5,5 m²
C
11 m²
D
8 m²
Slide 15 - Quizvraag
Een voetbalveld is ongeveer 0,5 ha Hoeveel vierkante meter is dat?
A
5 m²
B
50 m²
C
500 m²
D
5000 m²
Slide 16 - Quizvraag
Een voetbalveld : lengte =50 m en breedte = 100m Wat is de oppervlakte in ha ?
A
5 ha
B
50 ha
C
0,5 ha
D
500 ha
Slide 17 - Quizvraag
7.4 Omtrek en oppervlakte cirkel
Slide 18 - Tekstslide
Mimoun tekent een cirkel op de muur. De straal is 3 meter. Wat is de omtrek van de cirkel in meters? Schrijf je berekeningen op! Afronden op 2 decimalen.
Slide 19 - Open vraag
7.5 Eenheden van Inhoud
Slide 20 - Tekstslide
Omrekenen 17,5 cl = ........ml
A
1,75 ml
B
175 ml
Slide 21 - Quizvraag
Omrekenen
800dm3=...liter
A
0,8
B
800
C
8
D
80
Slide 22 - Quizvraag
Omrekenen: 940 ml = ...... dl
A
94 dl
B
9,4 dl
Slide 23 - Quizvraag
De congiërge zet koffie in een groot koffiezetapparaat van 15 L. In een kopje kan 125 mL koffie. Hoeveel kopjes koffie kunnen er uit het koffiezetapparaat gehaald worden?
Slide 24 - Open vraag
7.6 Inhoud
Slide 25 - Tekstslide
Wat is de inhoud?
A
12 liter
B
72 liter
C
24 liter
D
36 liter
Slide 26 - Quizvraag
7.7 Eenheden van Snelheid
Slide 27 - Tekstslide
Omrekenen van eenheden
Van welke grootheid zien we hiernaast het schema?
A
Snelheid
B
Afstand
C
Lengte
D
Oppervlakte
Slide 28 - Quizvraag
Vul in : 45 m/s = ............km/uur 23,4 km/uur = ........m/s
Slide 29 - Open vraag
Leontien schaatst de 540 meter in 45 sec. A. Bereken haar snelheid in m/s. B. Bereken hoeveel km/u dat is ?
Slide 30 - Open vraag
Welk(e) leerdoel(en) vind je lastig?
Slide 31 - Open vraag
Voor welke paragraaf heb jij nog meer uitleg nodig?
H7.1
H7.2
H7.3
H7.4
H7.5
H7.6
H7.7
Geen enkele
Slide 32 - Poll
Hoe wil je deze week ondersteunt worden voor het voorbereiden van het wiskunde proefwerk?
Slide 33 - Open vraag
Wat is een Grootheid?
A
Lengte
B
cm²
C
km²
D
Oppervlakte
Slide 34 - Quizvraag
Wat is een eenheid?
A
Lengte
B
cm²
C
liter
D
Oppervlakte
Slide 35 - Quizvraag
Einde oefentoets
lever je oefentoets in
Neem de D-toets voor je en ga daarmee aan de slag!