3.2 Het christendom in Europa

   Welkom!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

   Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Herhaling
Schrijf de bijbehorende begrippen op.
1) Beheerder van de domeinen van de Frankische koning.
2) Boer die niet de eigenaar is van de grond die hij bewerkt. Betaalt een vergoeding aan de eigenaar.
3) Iemand die gebonden is aan de grond die hij bewerkt.
4) Iemand die - in de Middeleeuwen - onderwijs had genoten.
5) Iemand die trouw had gezworen aan een krijgsheer.
6) Iemand die trouw had gezworen aan een leenheer in ruil een leen.
7) Landgoed dat wordt beheerd via het hofstelsel.
8) Vorst of edelman die in ruil voor bepaalde diensten grond in leen geeft aan een leenman 

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Herhaling
Schrijf de bijbehorende begrippen op.
1) Beheerder van de domeinen van de Frankische koning. Hofmeier
2) Boer die niet de eigenaar is van de grond die hij bewerkt. Betaalt een vergoeding aan de eigenaar. pachtboer
3) Iemand die gebonden is aan de grond die hij bewerkt. horige
4) Iemand die - in de Middeleeuwen - onderwijs had genoten. klerk
5) Iemand die trouw had gezworen aan een krijgsheer. vazal
6) Iemand die trouw had gezworen aan een leenheer in ruil een leen. leenman
7) Landgoed dat wordt beheerd via het hofstelsel. domein
8) Vorst of edelman die in ruil voor bepaalde diensten grond in leen geeft aan een leenman. leenheer

Slide 3 - Tekstslide

3.1 Herhaling

  • Geef het domein georganiseerd via hofstelsel en horigheid schematisch weer.

  • Geef de feodale verhoudingen schematisch weer.

Slide 4 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling 3.1 
  • Video Friezen en Franken
  • Leerdoelen 3.2
  • Uitleg leerdoelen 3.2 1-3
  • Weektaak
  • Nabespreken opdrachten 3.2
  • Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video/het-verhaal-van-nederland-in-de-klas-friezen-en-franken/#q=verhaal%20van%20nederland

Slide 6 - Tekstslide

3.2 Het christendom in Europa



9) De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
3.2 Het christendom in Europa
1) Ik kan uitleggen waardoor het christendom na het einde van het West-Romeinse 
Rijk een terugval doormaakte.
2) Ik kan beschrijven hoe het christendom zich in de vroege Middeleeuwen over 
Europa verspreidde.
3) Ik kan uitleggen dat vorsten en geestelijken een wederzijds belang hadden bij samenwerking. 

Slide 8 - Tekstslide

3.2 Terugval

  • Grote delen NW-Europa beheersd door niet-christelijke Germaanse koningen. 
  • Christendom nooit doorgedrongen ten oosten van de Rijn.
  • Sommige christelijke Germaanse stammen hadden afwijkende versie van het christendom.

Slide 9 - Tekstslide

3.2 Koningen en geestelijken
496 Frankische koning Clovis bekeert zich tot 
katholieke christendom.
Belangen koning:
  • Macht koning ondersteund door machtige bisschoppen en groeiende kerk.
  • Geestelijken benadrukten dat de koningen door God aangesteld waren.
  • Geestelijken konden ingezet worden voor bestuur.
  • Meer eenheid onder de bevolking.
Belangen kerk:
  • Verzekerd van de bescherming door een machtige vorst.
  • Kreeg grond en goederen van de koning.
  • In nieuw veroverde gebieden werden heidenen ook christelijk.


Slide 10 - Tekstslide

3.2 Bekering van Europa
  • Na 600 werd christendom vanuit Engeland in 
Europa verder verspreid.
  • Missionarissen trokken rond om de heidenen 
(ongelovigen) te kerstenen (= bekeren tot christendom).
  • Frankische koningen beschermden 
geestelijken met zwaard en wetgeving. 
  • Rond 1000 is vrijwel geheel Europa christelijk 
geworden.

Slide 11 - Tekstslide

3.2 Christendom in Europa
Aan de slag
- Wat? Weektaak
- Hoe? Zelfstandig in stilte.
- Klaar? Herhaal 2.5-3.1.


Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
3.2 Het christendom in Europa
1) Ik kan uitleggen waardoor het christendom na het einde van het West-Romeinse 
Rijk een terugval doormaakte.
2) Ik kan beschrijven hoe het christendom zich in de vroege Middeleeuwen over 
Europa verspreidde.
3) Ik kan uitleggen dat vorsten en geestelijken een wederzijds belang hadden bij samenwerking. 

Slide 13 - Tekstslide