Herhaling par 1.1 t/m 1.4

Leren leren
Leren Leren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leren leren
Leren Leren

Slide 1 - Tekstslide

Een krant is beter dan een tijdschrift. Op het strand is een betere plek dan op straat. In het begin is het beter om te rennen dan om te lopen. Misschien moet je het verschillende keren proberen. Je moet even oefenen, maar het is makkelijk om te leren. Zelfs jonge kinderen kunnen het. Als het eenmaal lukt, kan niets je meer tegenhouden. Vogels komen bijna nooit te dichtbij. Maar regen kan de pret snel bederven. Als teveel mensen het tegelijk doen, kan dit een probleem zijn. Want je hebt veel ruimte nodig. Als er geen problemen zijn, is het heel rustgevend. Je kunt het vastbinden aan een steen. Maar als het ervan losraakt, kun je het niet nog een keer opnieuw proberen. 

Slide 2 - Tekstslide

Het maken van een vlieger
Een krant is beter dan een tijdschrift. Op het strand is een betere plek dan op straat. In het begin is het beter om te rennen dan om te lopen. Misschien moet je het verschillende keren proberen. Je moet even oefenen, maar het is makkelijk om te leren. Zelfs jonge kinderen kunnen het. Als het eenmaal lukt, kan niets je meer tegenhouden. Vogels komen bijna nooit te dichtbij. Maar regen kan de pret snel bederven. Als teveel mensen het tegelijk doen, kan dit een probleem zijn. Want je hebt veel ruimte nodig. Als er geen problemen zijn, is het heel rustgevend. Je kunt het vastbinden aan een steen. Maar als het ervan losraakt, kun je het niet nog een keer opnieuw proberen. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Geschiedenis en misschien ook andere vakken......... 
  • Opletten en meedoen met de klassikale instructie. 
  • Zelf een samenvatting maken.  
  • Begrippenlijst maken (quizlet, kaartjes). 
  • Tijdbalk maken.
  • Paragraaf doorlezen, boek dicht, wat heb ik allemaal gelezen? (dit opschrijven)
  • Zelf vragen bedenken over de theorie.
  • presentaties doornemen op lesson up
  • de afsluiting maken en leren

Slide 5 - Tekstslide

Lees hoofdstuk 1 par 1 t/m 4 in stilte 
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Tijdsvolgorde
Je krijgt een paragraaf toebedeeld. Schrijf gebeurtenissen op....

Slide 7 - Tekstslide

Herhalingsopdracht
  • Je krijgt een kaartje, deze mag je aan niemand laten zien. Je krijgt 3 minuten leestijd 
  • Je krijgt 4 minuten de tijd om door het lokaal te lopen om de leerling te zoeken met wie jij de beste match vormt.
  • Daarna moet elk duo/groepje kunnen uitleggen wat de begrippen/woorden op hun kaartje betekenen en wat ze met elkaar te maken hebben.

timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Waarom was er urbanisatie aan het begin van de 20e eeuw?
A
Mensen woonde liever in de stad
B
Door de komst van de industrie was er veel werk in de stad
C
Veel mensen werkten voor de overheid in de stad
D
Alleen in de stad konden mensen met auto's rijden

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de kaart goed. Welk jaartal past bij deze kaart?
A
1848
B
1871
C
1914
D
1919

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van de moderne massasamenleving rond 1900?
A
Verzuiling
B
Emancipatie van de vrouw
C
Ontkerkelijking
D
Veel technologische ontwikkelingen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is propaganda?
A
Leugens vertellen om mensen te indoctrineren
B
Reclame maken voor politieke ideeën
C
Het verbieden van bepaalde publicaties
D
Jouw ideologie mooier maken dan het is

Slide 12 - Quizvraag

Door het nationalisme waren veel mensen bereid om te vechten (en sterven) voor hun land
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak
C
direct gevolg
D
indirect gevolg

Slide 13 - Quizvraag

Met welke oorzaak van W.O.I heeft de afbeelding te maken?
A
Militarisme
B
Bondgenootschappen
C
Wapenwedloop
D
Nationalisme

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk verschijnsel uit W.O.I past de foto?
A
wapenwedloop
B
Nationalisme
C
Centralen
D
Natiestaat

Slide 15 - Quizvraag

Koppel elke afbeelding aan een van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.



militarisme
modern imperialisme
nationalisme
bondgenoot-
schappen

Slide 16 - Sleepvraag

Welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog verklaart het best waarom mannen uit Brits-Indië in Frankrijk zijn?
A
nationalisme
B
militarisme
C
modern imperialisme
D
bondgenootschappen

Slide 17 - Quizvraag

propaganda
totale oorlog
propaganda en totale oorlog

Slide 18 - Sleepvraag

Welke afspraak in het Verdrag van Versailles zal een Duitse nationalist het ergst hebben gevonden?
A
grondgebied en koloniën afstaan
B
klein leger en geen vloot en luchtmacht
C
geen militairen vlakbij Frankrijk
D
herstelbetalingen

Slide 19 - Quizvraag

Welke afspraak in het Verdrag van Versailles zal een Duitse militarist het ergst hebben gevonden?
A
grondgebied en koloniën afstaan
B
klein leger en geen vloot en luchtmacht
C
geen militairen vlakbij Frankrijk
D
herstelbetalingen

Slide 20 - Quizvraag

Direct
Indirect 
Oorzaken Eerste Wereldoorlog
Franz Ferdinand
Balkan
nationalisme
Sarajevo
bondgenootschappen
wapenwedloop

Slide 21 - Sleepvraag

Welke bepalingen werden er opgesteld in het verdrag van Versailles?
Verdrag van Versailles
Duitsland krijgt alle schuld van de oorlog
Frankrijk moet Elzas-Lotharingen afstaan.
Duitsland moet herstelbetalingen betalen
Duitsland moet haar leger verkleinen
Duitsland krijgt mandaatgebieden
Duitsland mag lid worden van de volkenbond
Duitsland moet haar koloniën afstaan
Rusland wordt de Sovjet-Unie

Slide 22 - Sleepvraag

Laatste vraag.........Bekijk de spotprent.
Wat wil de tekenaar hiermee zeggen?

Op het document staat:
"Verdrag van Versailles"

Op de helm staat: "Hitler's partij"
A
Het Verdrag van Versailles was zo groot dat iemand er doorheen kon kruipen
B
De Duitsers zijn ternauwernood ontsnapt aan het Verdrag van Versailles
C
Het Verdrag van Versailles is mede dankzij Hitler's partij tot stand gekomen.
D
Het Verdrag van Versailles is een oorzaak van de opkomst van Hitler en zijn partij.

Slide 23 - Quizvraag

Examenvraag 
Gebruik de bron
 Op welke kaart zijn de belangrijkste landen van het bondgenootschap van de Centralen donker gekleurd?
A op kaart 1 
B op kaart 2 
C op kaart 3 
D op kaart 4

Slide 24 - Tekstslide

Examenvraag 
Gebruik de bron
 Op welke kaart zijn de belangrijkste landen van het bondgenootschap van de Centralen donker gekleurd?
A op kaart 1 
B op kaart 2 
C op kaart 3 
D op kaart 4

Slide 25 - Tekstslide

Examenvraag 2
Gebruik de bron.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er twee bondgenootschappen: de Centralen en de Geallieerden. In elke afbeelding worden één of meer landen van één van die bondgenootschappen bespot.
→ Geef per afbeelding aan welk bondgenootschap bespot wordt.
Doe het zo:
In afbeelding 1 worden de … (kies uit: Centralen/Geallieerden) bespot. 

Slide 26 - Tekstslide

maximumscore 2
In afbeelding 1 worden de Centralen bespot.
In afbeelding 2 worden de Geallieerden bespot.
In afbeelding 3 worden de Centralen bespot.
indien drie antwoorden juist 2
indien twee antwoorden juist 1
indien minder dan twee antwoorden juist 0 

Slide 27 - Tekstslide