EHBO deel 3 Blz. 71-97

EHBO






Periode 7, week 6
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

EHBO






Periode 7, week 6

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je het volgende herkennen en weet je hoe te handelen: 
  • Traumazwachtel
  • Ziekten met gevolgen voor de circulatie (80)
  • Letsels met gevolgen voor het bewustzijn (81-87)
  • Ziekte met gevolgen voor het bewustzijn (90-97)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Traumazwachtel
  • Aanleggen bij jezelf?  Schuif je arm door het uiteinde van de zwachtel
  • Door zwachtel om te draaien bij elke slag kun je extra druk geven

Slide 4 - Tekstslide

Ernstige hartklachten 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zie je?
  • Drukkende, knijpend, benauwd gevoel op de borst
  • Pijn kan uitstralen naar de schouderbladen, hals, kaken, armen en/of maagstreek 
  • Pijnlijke of benauwde gevoel houdt langer dan 2 min. aan, kan ook steeds weggaan en terugkomen

Slide 6 - Tekstslide

Wat zie je (2)?
  • Kortademig
  • Transpireren
  • Bleek zien
  • Duizelig
  • Misselijk zijn
  • Angstig

Slide 7 - Tekstslide

Wat doe je? 
  • Bel 1-1-2 bij pijn op de borst/hartklachten, hevige pijn in de schouder
  • Geef rust
  • Bij benauwdheid niet plat laten liggen 
  • Bij gevoel van duizeligheid/flauwte de benen omhoog
  • Help bij inname medicatie 
  • Regel een AED zonder dat het slachtoffer dit merkt

Slide 8 - Tekstslide

Ouderen- diabeten-vrouwen 
  • Vaak zonder pijn op de borst 
  • Hevige pijnklachten bovenbuik, hoog in de rug of in één of beide armen
  • Plotseling duizelig, erg vermoeid en/of benauwd
  • Onrustig of angstig zijn
  • Snelle ademhaling
  • Duidelijk zieke indruk 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Schedel en hersenletsel

Slide 11 - Tekstslide

Wat zie je? 
Oorzaak: ongeval- hoofd gestoten of is ongelukkig gevallen

  • Suf/ verward
  • Mogelijk kort bewusteloos
  • Hoofdpijn en/of duizeligheid
  • Reageert traag en onthoudt dingen moeilijk
  • Vermoeidheid, dubbelzien en oorsuizen 

Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je (2)?
  • Misselijk/ braken
  • Snel boos worden
  • Epileptische aanval  

Slide 13 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Bel 112 bij een ernstig ongeval
  • Bel 112 na ongeval bij hevige hoofdpijn, benauwdheid, bewusteloos is geweest, niet goed reageert of wakker wordt 
  •  Zorg dat het slachtoffer zich niet beweegt 

Slide 14 - Tekstslide

Klachten enige tijd na het ongeval


Licht traumatisch hersenletsel (hersenschudding)

Slide 15 - Tekstslide

Wat zie je? 
  • Klachten pas enkele uren na ongeval
  • Kan zich het ongeval ineens niet (goed) meer herinneren 
  • Moeite met concentratie
  • Kan niet goed tegen fel licht en harde geluiden
  • Bij schedelbasisbreuk, blauwe plekke rond de ogen of achter het oor  

Slide 16 - Tekstslide

Wat doe je?
Bel direct de huisarts/ spoedpost enige uren-dagen of weken na het ongeval:
  • In de war is of zich anders gedraagt
  • Ineens moeite heeft met praten, een arm/been bewegen of zien
  • Hoofdpijn die steeds erger wordt
  • Bloed of vocht verlies uit het oor 

Slide 17 - Tekstslide

Wat zie je (2)?
  • Niet herstelt van geheugenverlies binnen 4 uur na het ongeval
  • Misselijk is en braakt 

Slide 18 - Tekstslide

Elektriciteitsletsels 

Slide 19 - Tekstslide

Wat zie je?
  • Spierkramp (stroombron niet meer los kunnen laten)
  • Ernstige brandwonden
  • Bewusteloos (circulatiestilstand)
  • Is moe en wil gaan liggen, raakt versuft en vervolgens bewusteloos   

Slide 20 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Let op eigen veiligheid (raak niet tegelijk het s.o. en geleidende materialen aan)
  • Bel 112 brandweer (wanneer je...)
  • Elektriciteit uitschakelen 
  • Bel 112 als het s.o. bewusteloos is, start zo nodig met reanimeren 

Slide 21 - Tekstslide

Schakel stroom uit
  • Trek een stekker uit het stopcontact
  • Druk op de noodknop van een machine

Kun je geen elektriciteit uitschakelen?

  • Lostrekken: met beide handen vastpakken aan droge kleding
  •  Druk wanneer hij staat met een voet in de knieholte

Slide 22 - Tekstslide

Ongevallen door hoogspanning 
Vaak dodelijk

Slide 23 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Blijf op afstand van hoogspanningslijnen
  • Bel 112, geef door dat hoogspanningsinstallatie uitgeschakeld moet worden
  • Benader het s.o. niet als het onveilig is  

Slide 24 - Tekstslide

Ernstige onderkoeling

Slide 25 - Tekstslide

Wat zie je?
  • Erg koud (rilt of klappertand niet meer)
  • Huid is bleek en blauwe vlekken zichtbaar
  • Oren, lippen, vingers, tenen kunnen blauw zien
  • Afwisselend agressief of overdreven opgewekt
  • Onsamenhangend praten
  • Moeite met bewegen
  • Ademhaling wordt steeds langzamer 
  • Suffer en raakt ten slotte bewusteloos 

Slide 26 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Bel 1-1-2 wanneer het slachtoffer niet meer rilt en toenemende stoornissen in bewustzijn en ademhaling krijgt
  • Zorg voor beschutting of warme omgeving 
  • Verwijder natte kleding zonder het slachtoffer te bewegen (eventueel wegknippen)
  • Dek toe met (fleece)dekens → zo mogelijk armen en benen apart van de romp en eventueel (aanvullend) afdekken met plastic tegen de wind
  • Houd het gezicht vrij

Slide 27 - Tekstslide

Reddingsdeken
Heeft iemand het koud? Dan zien we goud! 

Slide 28 - Tekstslide

Hitteberoerte 

Lichaamstemperatuur boven de 40,5 graden.

Oorzaken: drug (xtc), intensieve activiteiten in een te warme omgeving.

Slide 29 - Tekstslide

Wat zie je?
  • Hete, droge huid
  • Zweet niet meer of ziet bleek en klam
  • Klaagt over snelle hartslag
  • Gedraagt zich eerst verward, onrustig, ongecoördineerd of bizar
  • Wordt suffer, daarna bewusteloos
  • Toevallen/ trekkingen die op epilepsie lijken  

Slide 30 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Bel 1-1-2 wanneer het slachtoffer bij oververhitting ongecoördineerd, niet meer alert of bewusteloos is
  • Ga zo mogelijk naar een koele omgeving
  • Laat het slachtoffer liggen

Controleer evt. de lichaamstemperatuur als iemand er klam en bleek uitziet (hoger dan 36,5)

Slide 31 - Tekstslide

Wat doe je (2)?
Koel onmiddellijk op wat voor manier dan ook: 
  • Bijvoorbeeld (hand)doeken met ijswater (koelbox mee bij sommige evenementen), afsponsen, besproeien met water en daarbij
  • Een ventilator gebruiken, in een nat laken wikkelen
  • Coldpacks in nek/oksels/liezen en eventueel knieholtes, ijskoud bad

Slide 32 - Tekstslide

Wat zie je?
  • Plotseling bewusteloos
  • Wegdraaien ogen
  • Schokkende, ongecontroleerde bewegingen met armen/benen (kunnen verkrampen)
  • Kwijlt en kan schuim op de mond hebben
  • Soms urine/ontlasting laten lopen
  • Blauwe gelaatskleur  

Slide 33 - Tekstslide

Wat doe je?
Grote epileptische aanval:
  • Bel 1-1-2
  • Geef ruimte om te bewegen, voorkom letsels, knellende kleding los, stop niks tussen zijn tanden



Slide 34 - Tekstslide

Na een grote epileptische aanval

  • Leg na de aanval het slachtoffer eventueel in de stabiele zijligging
  • Controleer daarna of hij zich verwond heeft, verleen hulp
  • Dek het slachtoffer af met een deken waneer hij koud/nat is

Na de aanval kan het s.o. erg moe en/of verward zijn.

Slide 35 - Tekstslide

Kleine epileptische aanval

Slide 36 - Tekstslide

Wat zie je? 

Slide 37 - Tekstslide

Epileptische aanval 

Slide 38 - Tekstslide