Bouwsteen 2 - Voorkennis activeren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Terugblikopdracht vorige bijeenkomst

Slide 3 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Overzicht Periode 1
  • Thema: Johan de Witt Kijkwijzer
  • Benodigde lesmaterialen: Kijkwijzer, klimwijzer, laptop, pen en papier


Bijeenkomst 1
Bijeenkomst 2
Bijeenkomst 3
Bijeenkomst 4
Startklaar
Leerdoelgericht werken
Afsluiting
Voorkennis activeren
Bijeenkomst 5
Bijeenkomst 6
Bijeenkomst 7
Bijeenkomst 8
Formatief handelen
Actieve verwerking
Inclusieve didactie
Concrete en herkenbare voorbeelden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

 kennis bestaat uit structuren (schema’s). Volgens zijn theorie wordt nieuwe kennis toegevoegd aan bestaande kennisstructuren (assimilatie), waardoor deze kennis wordt aangepast (accommodatie). 
      Leerdoelen
  1. Je kent de bouwsteen voorkennis activeren(R).
  2. Je kan een passende werkvorm koppelen aan het activeren van de relevante voorkennis van jouw lessen (T1).
  3. Je kan misconcepties herkennen en wegwerken met behulp van een passende methode (T2).


Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Instructie

‘Als ik de hele onderwijspsychologie tot één
principe moest herleiden, zou ik dit zeggen:
de belangrijkste factor die het leren beïnvloedt,
is wat de leerling al weet.'
David Ausubel (1968)

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Kijkwijzer
Klimwijzer

Slide 10 - Tekstslide

Punten Lesobservatie formulier hierbij verwerken?
Instructie
Het belang van het activeren van voorkennis 

‘Als ik de hele onderwijspsychologie tot één principe moest herleiden, zou ik dit zeggen:de belangrijkste factor die het leren beïnvloedt,is wat de leerling al weet.' David Ausubel (1968)     

Wat je al weet bepaald wat en hoe snel je leert. Nieuwe kennis wordt sneller onthouden als het kleeft aan voorkennis.
Herhaal op een actieve wijze de voorkennis die de leerling nodig heeft om de nieuwe leerstof te begrijpen. Zo geef je meteen een kapstok om nieuwe leerstof te verbinden aan de eerder geleerde leerstof en richting te geven
aan het verdere verloop van je les.

 Door te herhalen beschikken je leerlingen ook over die vereiste kennis en vaardigheden om succesvol verder te kunnen met de les van de dag. Overweeg bij het plannen van de les dus welke begrippen, formules of procedures moeten worden herhaald en relevant zijn voordat je nieuwe leerstof toevoegt. 






Wijze lessen

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Enkele voorbeelden:

  • Kleine quiz: leerlingen halen aanwezige kennis op en hiaten worden zichtbaar.
  • Eerder geleerde begrippen herhalen die leerlingen nodig hebben om de nieuwe les te kunnen volgen. (Uit vorige les, eerdere les of zelfs vorig schooljaar)
  • Je kunt werkwijzen herhalen die leerlingen op elk moment moeten kunnen demonstreren (en die dus gericht zijn op automatisering).
  • Opdracht om iets te produceren: bv. de belangrijkste voor- en nadelen benoemen. 
  • Advanced organizer: kant en klaar of leerlingen zelf laten invullen.
  • Think - pair - share








Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Welke werkvormen zou jij binnen jouw vak kunnen inzetten om
informatie te krijgen over de voorkennis van jouw leerlingen?

Slide 13 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Instructie
Laat iedereen nadenken

Iedereen over de stof laten nadenken is cruciaal - en minder makkelijk dan het klinkt. Het vraagt om routines die ervoor zorgen dat alle leerlingen meedoen en nieuwe inzichten verbinden met wat ze al weten. 




Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Je zet een streep met een mes op een drie jaar oude
boom op 1,5 meter boven de grond. Als die boom de eerste tien jaar gemiddeld 65 cm per jaar groeit en
daarna 20 cm per jaar, hoe hoog is de streep na 17 jaar?’

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Het belang van (omgaan met) misconcepties 

Het voorkomen van misconcepties is een illusie. Het is belangrijk dat ideeën (ook misconcepten) genoemd kunnen worden, serieus genomen worden en van daaruit bekeken worden. 
Soms helpt een experimentje of een video om een misconceptie weg te werken, soms werkt een groepsgesprek, soms helpt er niets (en doet de leerling/docent wat er verwacht wordt, maar blijft de misconceptie rustig voortbestaan) 

Een misconceptie is een afwijkend mentaal model --> ‘verkeerde voorkennis’ --> moeilijk om nieuwe kennis goed aan op te hangen


Misconcepties hebben we allemaal. Het spannende is om zo veel mogelijk misconcepties met elkaar weg te werken of met elkaar een gezamenlijk begrip te creëren

Misconcepties


Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Opdracht
Pak de lessen voor de komende week erbij:

  1. Wat zijn mijn leerdoelen voor de komende week?
  2. Welke voorkennis is hiervoor relevant?
  3. Welke oefenvorm/werkvorm ga je gebruiken om de voorkennis te activeren?

Slide 17 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wat is het belangrijkste inzicht dat je hebt opgedaan?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
  • Advanced organizer
  • misconcepten
  • Think-pair-share
  • Kapstok

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  1. Je kent de bouwsteen voorkennis activeren(R).
  2. Je kan een passende werkvorm koppelen aan het activeren van de relevante voorkennis van jouw lessen (T1).
  3. Je kan misconcepties herkennen en wegwerken met behulp van een passende methode (T2).

Slide 20 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Huiswerk

Opdracht:

Voer de uitgedachte werkvorm uit de opdracht van slide 17 om de voorkennis te activeren uit en reflecteer aan de hand van de volgende punten:

  • De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik(opdracht) waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan.
  • De docent geeft alle leerlingen voldoende bedenktijd om het dieper nadenken te stimuleren. 
  • De docent maakt misconcepties zichtbaar en nodigt alle leerlingen uit zich kritisch op te stellen.

Een collega uitnodigen voor een flitsbezoek voor feedback kan ook.



Slide 21 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Welk inzicht neem je mee in de
voorbereiding op de lessen voor volgende week?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies