vlakke figuren

Vlakke figuren
  • rechthoek
  •  ruit
  • vierkant
  •  parallellogram
  •  rechthoek
  • vlieger


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vlakke figuren
  • rechthoek
  •  ruit
  • vierkant
  •  parallellogram
  •  rechthoek
  • vlieger


Slide 1 - Tekstslide

VIERKANT
PARALLELLOGRAM
RECHTHOEK
RUIT
TRAPEZIUM

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is de omtrek van dit rechthoekje?
A
3+ 5+ 3 + 5 =16 m
B
3 +5 =8m
C
3 x 5 = 15m

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een ruit?
A
Een ruit is een vierhoek met twee paren evenwijdige zijden.
B
Een ruit is een vierhoek met 4 gelijke zijden en 4 rechte hoeken.
C
Een ruit is een vierhoek met 4 even lange zijden.
D
Een ruit is een vierhoek met minstens 1 paar evenwijdig zijden.

Slide 4 - Quizvraag

Ruit.

De diagonalen ...
A
zijn evenwijdig
B
zijn symmetrieassen
C
delen elkaar middendoor
D
zijn loodrecht

Slide 5 - Quizvraag

is een ruit draaisymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze ruit?
A
48 cm²
B
40 cm²
C
24 cm²
D
32 cm²

Slide 7 - Quizvraag

Vul aan:
Opp. ruit =
A
zijde  bijbehorende hoogte
B
π  diameter
C
0,5  zijde  bijb. hoogte
D
π  straal2

Slide 8 - Quizvraag

Wat valt je op aan de ruit ABCD?
A
Vier gelijke zijden
B
Vier evenwijdige zijden
C
Vier gelijke hoeken
D
Vier ongelijke hoeken

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel dimensies heeft een ruit?
A
Nul
B
Één
C
Twee
D
Drie

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?
A
759
B
627
C
1680
D
Het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van het parallellogram?
A
20 cm2
B
10 cm2
C
16 cm2
D
8 cm2

Slide 12 - Quizvraag

is een parallellogram lijnsymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Het zwarte deel op de zijkant van de laadbak bestaat uit twee parallellogrammen.

De lengte van de zijde van één parallellogram is:
A
4 m
B
6 m
C
2 m
D
3 m

Slide 14 - Quizvraag

Oppervlakte van een parallellogram
A
basishoogte:2
B
zijdebijbehorendehoogte:2
C
basishoogte
D
zijdebijbehorendehoogte

Slide 15 - Quizvraag


Van een parallellogram zijn ...
A
... alle hoeken even groot
B
... de tegenover staande hoeken even groot

Slide 16 - Quizvraag

is dit een parallellogram?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Bij een parallellogram :
A
Zijn de overstaande zijden gelijk
B
Zijn de hoeken aan hetzelfde been even groot
C
Staan de diagonalen loodrecht op elkaar
D
Zijn alle hoeken samen 180 graden.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de vlieger ?
A
1/2 x 6 x 2 = 6
B
2 x 1/2 x 6 x 2 = 12
C
2 x 6 X 2 = 24

Slide 19 - Quizvraag

Is een vlieger lijnsymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Is een vlieger draaisymmetrisch?
A
ja
B
nee
C
geen idee
D
wat is een vlieger?

Slide 21 - Quizvraag

Een vlieger heeft
A
Geen symmetrieassen
B
één symmetrieas
C
twee symmetrieassen
D
vier symmetrieassen

Slide 22 - Quizvraag

Vlieger.

De diagonalen ...
A
zijn allebei symmetrieassen.
B
zijn even lang.
C
staan loodrecht op elkaar.
D
zijn evenwijdig.

Slide 23 - Quizvraag

Je ziet een vlieger
Hoeveel rechthoekige driehoeken zitten in de vlieger?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 24 - Quizvraag