Vierhoeken 2TH

Wat zijn vierhoeken eigenlijk?
Alle figuren met precies
vier hoeken heten vierhoeken.

Vandaag gaan we een paar
soorten vierhoeken bekijken. 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zijn vierhoeken eigenlijk?
Alle figuren met precies
vier hoeken heten vierhoeken.

Vandaag gaan we een paar
soorten vierhoeken bekijken. 

Slide 1 - Tekstslide

Vierhoek
  • Een vierhoek is een vlak figuur.(2D)
  • Een vierhoek heeft 4 hoeken.
  • Een vierhoek heeft 4 zijden.

Slide 2 - Tekstslide

Vlakke figuren (2D)
Ruit
Parallellogram
Vierkant
Rechthoek
Vlieger
Trapezium

Slide 3 - Sleepvraag

Noem de eigenschappen van een
trapezium

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Welke van deze is/zijn
een trapezium?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
1, 2, 3

Slide 6 - Quizvraag

wat is een trapezium?
A
vierhoek waarvan een diagonaal ook een symmetrieas is
B
vierhoek waarvan beide paren overstaande zijden evenwijdig zijn
C
vierhoek waarvan alle zijden even lang zijn
D
vierhoek waarvan ten minste een paar overstaande zijden evenwijdig zijn.

Slide 7 - Quizvraag


Wel of geen trapezium?
A
JA
B
NEE

Slide 8 - Quizvraag


Wel of geen trapezium?
A
JA
B
NEE

Slide 9 - Quizvraag

Een vierkant voldoet aan de definitie van een trapezium.
ofwel

Een vierkant is een trapezium.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag


A
Vlieger
B
Ruit
C
Parallellogram

Slide 11 - Quizvraag

Noem de eigenschappen van een
parallellogram.

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

De diagonalen van een parallellogram delen elkaar middendoor. Een parallellogram is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

In deze parallellogram ...
A
... zijn zijden AD en BC even lang.
B
... lopen zijden AD en BC evenwijdig.

Slide 15 - Quizvraag

Een parallellogram
is
A
NIET symmetrisch
B
LIJN-symmetrisch
C
DRAAI-symmetrisch
D
PUNT-symmetrisch

Slide 16 - Quizvraag


A
Vlieger
B
Ruit
C
Parallellogram

Slide 17 - Quizvraag

Noem de eigenschappen van een
vlieger.

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Wat is NIET waar over een vlieger?
A
De diagonalen staan loodrecht op elkaar
B
Het is een vierhoek
C
De diagonalen zijn even lang
D
Met een vlieger kan je spelen als het waait

Slide 20 - Quizvraag

Een vlieger is draaisymmetrisch
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een vlieger heeft
A
Geen symmetrieassen
B
één symmetrieas
C
twee symmetrieassen
D
vier symmetrieassen

Slide 22 - Quizvraag

Is een vlieger lijnsymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Een vlieger is een parallellogram
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag


A
Vlieger
B
Ruit
C
Parallellogram

Slide 25 - Quizvraag

Noem de eigenschappen van een
ruit (het wiskundige figuur).

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide

Ruit.

De diagonalen...
A
delen elkaar middendoor.
B
zijn allebei symmetrieassen.
C
staan loodrecht op elkaar.
D
zijn evenwijdig.

Slide 28 - Quizvraag


Van een ruit...
A
... is één diagonaal de symmetrieas
B
... zijn twee diagonalen de symmetrieassen

Slide 29 - Quizvraag


Een ruit is een vierhoek ...
A
waarvan 1 diagonaal symmetrieas is.
B
waarvan alle tegenover elkaar liggende zijden evenwijdig zijn.
C
waarvan 2 diagonalen symmetrieassen zijn.

Slide 30 - Quizvraag

is een ruit lijnsymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

is een ruit draaisymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

JA, ik kan het 
IK TWIJFEL NOG
NEE het lukt nog niet
Ik kan een ruit, vlieger en trapezium tekenen.

Slide 33 - Sleepvraag