Media, Vormgeving en ICT


Media 
vormgeving 
ICT
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
OltMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les


Media 
vormgeving 
ICT

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is media?

Slide 3 - Open vraag

Wat is vormgeving?

Slide 4 - Open vraag

Wat is ICT?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Privacy op internet

WIE MAG ALLES VAN MIJ WETEN?
Via het internet staan we in contact met de hele wereld. Via de apps,
games en sites die we gebruiken delen we van alles met elkaar. Foto’s,
tekstberichten, filmpjes, muziekplaylists, highscores, huiswerkopdrachten...
wat deel je eigenlijk niet? Mag iedereen alles van je weten?

Slide 10 - Tekstslide

• Wat betekent het woord privacy?
• Hoe belangrijk is privacy voor jou?
• Is het iets waar je bewust mee bezig bent?

Slide 11 - Tekstslide

Breng je internetgebruik in kaart
Ontdek of je iets te verbergen hebt en wat je met wie
wilt delen. In 4 stappen weet je wanneer je jouw privacy
belangrijk vindt. Succes!

Slide 12 - Tekstslide

 
Stap 1. Wie zie ik (in ‘t echt, offline) en hoe vaak?
Breng in kaart wie je in het echt ziet. Offline dus, ‘in real life’.
Wie zie je dagelijks, wie zie je minder vaak en wie zo af en toe? Denk
aan je familie, je vrienden, leerlingen en leraren op school, buren,
vrienden op de sportclub, etc

Slide 13 - Tekstslide

Stap 2. Welke apps, games of sites gebruik ik?
Je maakt een persoonlijke kaart van welke diensten je gebruikt op
internet: Denk aan apps op een smartphone of programma’s op een laptop,
websites, social media, online games, alles wat je op internet doet. Hoe
vaak gebruik je deze internetdiensten
Teken de logo’s van je apps, games en sites in de linkerkolom op het 
werkblad. Als je iets écht heel vaak gebruikt, dan kan je het logo
groter tekenen.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 3. Wie spreek ik online?
- Teken een lijn tussen de apps die je gebruikt en de mensen met wie je contact hebt.
- Schrijf bij de lijn waarvoor jullie elkaar online spreken. 
Bijvoorbeeld:
Met mijn sportclub Whatsapp ik om samen te fietsen. Of: Met mijn buurmeisje game ik.
-Zijn er ook mensen die je nooit online ziet of spreekt? Omcirkel deze.
-Zijn er mensen die je alleen online ziet en nooit in het echt? Teken hen er los bij. 

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4. Wat deel ik met wie?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Veilig op sociale netwerken
Sociale netwerken zoals Facebook, Twitter en Youtube gaan helaas niet netjes om met jouw gegevens. Toch zijn er een hoop instellingen die je kunt wijzigen zodat je minder informatie weggeeft. 
Gebruik de tips op onderstaande website om je sociale media een stukje veiliger te maken.

Slide 20 - Tekstslide

https://www.fixjeprivacy.nl/theme/sociale-netwerken/

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een infographic?

combinatie van plaatjes, grafieken en tekst.
Voordeel: een combinatie van tekst met beeld is voor de hersenen sneller te begrijpen.
Makkelijk te delen op social media.



Slide 22 - Tekstslide

Infographic
Met de verzamelde informatie ga je een eigen infographic maken.
Je verzint een onderwerp dat te maken heeft met jouw privacy op internet, de apps die je veel gebruikt.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Internet

is het internet overal?
-Zijn we ALTIJD online?
-Waar begint het internet?
-En waar eindigt het?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Stap 1. Hoe denk jij dat het internet werkt?
Je stuurt een Snapchat bericht naar klasgenoten.
Hoe komt het bericht van jouw telefoon naar die van je klasgenoten?

Slide 28 - Tekstslide

Maak het internet zichtbaar
Ontdek welke wereldreis berichten via het internet afleggen
voordat je ze ontvangt. 
In 3 stappen bouw je het internet
na. Succes!

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel internetkabels lopen er over de hele wereld?
ga naar:  www.submarinecablemap.com

zoom in op Nederland

Slide 30 - Tekstslide

Probeer de vragen te beantwoorden
a) Op hoeveel plaatsen in Nederland komen internetkabels aan land?
b) Via welke internetkabel staat Nederland in contact met Denemarken?
c) Via welke twee kabels is Nederland verbonden met IJsland?
d) Welke kabels steken vanuit Nederland de Atlantische Oceaan over?
e) Wat is de oudste internetkabel naar Nederland?
f) Welke kabel verbindt alleen België,Engeland en Nederland met elkaar? 

Slide 31 - Tekstslide

Bouw je eigen internet na
We gaan het internet nabouwen om te begrijpen hoe het werkt. In een aantal Challenges bouw je de reis die berichten afleggen.
Het internet is een groot netwerk dat bestaat uit allerlei onderdelen die met elkaar in verbinding staan.
De schakels waar we mee gaan bouwen zijn: Datacenters, kabels, (wifi-) routers, 4G-zendmasten, laptops en smartphones.
Je krijgt verschillende Challenges. 
Probeer voor elke Challenge de internetverbinding na te bouwen.

Je krijgt hiervoor werkbladen.

Slide 32 - Tekstslide

Pak je werkblad en volg de stappen
a) Knip de kaartjes van het Knipvel: ‘Bouw het internet’ uit.
b) Knip een inkeping in ieder sponsje en zet hier een kaartje rechtop
in.
c) Bouw de internetverbinding uit de challenges na.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide