BS2: Verbranding

Ademhaling & Verbranding
Basisstof 1: Stofwisseling
Basisstof 2: Verbranding
Basisstof 3: Het ademhalingsstelsel 
Basisstof 4: Ademhalen
Basisstof 5: Gezonde luchtwegen
Basisstof 6: Ademhaling bij dieren 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling & Verbranding
Basisstof 1: Stofwisseling
Basisstof 2: Verbranding
Basisstof 3: Het ademhalingsstelsel 
Basisstof 4: Ademhalen
Basisstof 5: Gezonde luchtwegen
Basisstof 6: Ademhaling bij dieren 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Huiswerk controleren 
  • Opdrachten bespreken 
  • Uitleg basisstof 2 
  • Aan de slag  
  • Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
  • Welke stoffen heeft een plant nodig voor de fotosynthese?
  • Koolstofdioxide en water 
  • Welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese 
  • Glucose en zuurstof 
  • In afbeelding 4 zie je een aardbeienplant. In welk deel of welke delen van deze plant kan fotosynthese plaatsvinden?
  • Deel 1 
  • De aardbeienplant heeft energie nodig voor de fotosynthese. Waar komt deze energie vandaan?
  • Het zonlicht 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 en 3
Opdracht 2
  • Wat is stofwisseling?
  • Het omzetten van stoffen in andere stoffen in cellen
Opdracht 3
  • Bladgroenkorrels komen voor in de cellen van dieren / mensen / planten.
  • Mitochondriën komen voor in de cellen van dieren / mensen / planten. 
  • In bladgroenkorrels wordt glucose afgebroken / gemaakt. 
  • Hierbij wordt energie vastgelegd / vrijgemaakt.
  • In mitochondriën wordt glucose afgebroken / gemaakt.
  • Hierbij wordt energie vastgelegd / vrijgemaakt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5:

  • Spieren zijn opgebouwd uit cellen. Die spiercellen zijn niet bij iedereen gelijk. Sommige mensen hebben spiercellen met veel mitochondriën. Bij andere mensen bevatten de spiercellen minder mitochondriën.
  • Leg uit welke spiercellen je vooral aantreft bij mensen die veel sporten.
  • Mensen die veel sporten, hebben vooral spiercellen met veel mitochondriën. Doordat er veel mitochondriën in de spiercellen voorkomen, kunnen deze spieren langdurig energie vrijmaken.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7
  • Debby heeft thuis een aquarium met vissen en waterpest (een waterplant). Ze haalt een plantje uit het aquarium. Vervolgens doet ze de plant in een bekerglas met water (zie afbeelding 6). Over de plant zet ze een trechter. Op de trechter staat een reageerbuis. De reageerbuis is helemaal gevuld met water. Boven het bekerglas brandt een felle lamp. De plant geeft gasbelletjes af. Na enkele uren daalt daardoor het waterpeil in de reageerbuis.Welk gas bevindt zich vooral in de reageerbuis boven het water? Leg je antwoord uit. 
  • Boven het water bevindt zich vooral zuurstof. Deze zuurstof is ontstaan bij de fotosynthese in de plant.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7 (b)
  • Is de hoeveelheid koolstofdioxide in het water onder de trechter gelijk gebleven, afgenomen of toegenomen? Leg je antwoord uit.
  • De hoeveelheid koolstofdioxide in het water is afgenomen. Waterpest neemt koolstofdioxide op voor fotosynthese. Daardoor neemt de hoeveelheid koolstofdioxide in het water af. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen BS2
Aan het einde van de les kun je: 
  • In eigen woorden uitleggen wat verbranding is
  • Uitleggen wat het verschil is tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit 
  • Uitleggen dat bij verbranding zuurstof nodig is en koolstofdioxide vrij komt. 
  • Het verschil beschrijven in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren 

Slide 8 - Tekstslide

vraag: Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk?
Verbranding 
  • Verbranding= De afbraak van glucose in cellen 
  • Zonder verbranding > geen leven mogelijk. Elk organismen doet aan verbranding 
  • Fotosynthese is het tegenovergestelde van verbranding
Verbrandingsformule = Brandstof (zoals glucose) + zuurstof -> Energie + water + koolstofdioxide 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
  • Wat? Maak opdracht 1 t/m 8 van basisstof 2 
  • Hoe? 5 min zelfstandig (in STILTE) 
  • Hulp? (Na 5min) Steek je vinger op of vraag je buur
  • Tijd? Tot het einde van de les 
  • Klaar? Ga verder met een ander vak 

Huiswerk = opdracht 1 t/m 8 van BS2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies