Argumenteren H5: Aanvaardbaarheid



Aanvaardbaarheid van argumentatie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Aanvaardbaarheid van argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen
De manier waarop argumenten het standpunt ondersteunen noem je de argumentatiestructuur. Welke structuren zijn er?

  • Enkelvoudig, onderschikkend, nevenschikkend met afhankelijke argumenten en nevenschikkend met onafhankelijke argumenten.

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen
Hoe noem je het verband tussen standpunt en argumenten?

  • Argumentatieschema

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Even herhalen
Welke argumentatieschema's zijn er?
  • oorzaak en gevolg;
  • kenmerk of eigenschap;
  • voor- en nadelen;
  • voorbeelden;
  • vergelijking;
  • autoriteit.

Slide 5 - Tekstslide

Even herhalen
Welke overtredingen van discussieregels zijn er?
  • persoonlijke aanval;
  • ontduiken van de bewijslast;
  • vertekenen van standpunt;
  • bespelen van het publiek;
  • cirkelredenering.

Slide 6 - Tekstslide

Een betoog beoordelen
Om een betoog of een betogend tekstgedeelte te beoordelen op aanvaardbaarheid, moet je de argumentatie in kaart brengen:
  • Welke argumenten worden er gebruikt?
  • Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?
  • Hoe worden de argumenten ondersteund?
  • Zijn de argumenten geen drogredenen?
  • Worden er tegenargumenten genoemd?
  • Zo ja, worden die tegenargumenten dan (afdoende) weerlegd?

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten beoordelen
Argumentatie is alleen aanvaardbaar als de argumenten aan de volgende eisen voldoen. De argumenten zijn:
  • op zichzelf aanvaardbaar
  • relevant
  • onderling consistent
  • samen toereikend voor het ingenomen standpunt

    Slide 8 - Tekstslide

    Argumenten beoordelen
    • De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar:
      • Een waarderende uitspraak is aanvaardbaar als het in overeenstemming is met de kennis /opvattingen van het publiek.
      • Een feitelijke uitspraak is aanvaardbaar als het argument:
    1. in overeenstemming is met de kennis die het publiek van de wereld heeft.
    2. direct controleerbaar is en blijkt daarbij waar te zijn.
    3. afkomstig is uit een betrouwbare bron.

    Slide 9 - Tekstslide

    Argumenten beoordelen
    • De argumenten zijn relevant wanneer het standpunt daardoor aannemelijker wordt. Een drogreden is geen relevant argument.
    • De argumenten zijn onderling consistent: ze spreken elkaar niet tegen
    • De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt
      wanneer ze samen het standpunt aanvaardbaar maken.

      Slide 10 - Tekstslide

      Opdracht
      Niet (goed) kunnen lezen is een probleem. Welke argumenten geeft Arjen Lubach hiervoor?

      Slide 11 - Tekstslide

      Slide 12 - Video

      Opdracht
      Niet (goed) kunnen lezen is een probleem. Welke argumenten geeft Arjen Lubach hiervoor?
      • Mensen kunnen geen belastingaangifte doen.
      • Mensen snappen bijsluiters niet.
      • Ze kunnen de etiketten van schoonmaakproducten niet lezen.
      • Mensen die niet kunnen lezen gaan gem. 6 jaar eerder dood.

      Slide 13 - Tekstslide

      Opdracht
      Volgens Lubach is Begrijpend lezen de oorzaak van het slechte lezen. Van welke argumentatieschema's maakt hij gebruik in zijn onderbouwing?

      Slide 14 - Tekstslide

      Slide 15 - Video

      Opdracht
      Volgens Lubach is Begrijpend lezen de oorzaak van het slechte lezen. Van welke argumentatieschema's maakt hij gebruik in zijn onderbouwing?
      • Autoriteit: hij verwijst naar onderzoek.
      • voorbeeld: 'Iedereen die ik ken haatte lezen tijdens Begrijpend lezen.'
      • Oorzaak-gevolg: 'Als je het begrijpend lezen haat, dan ga je minder lezen, als je minder leest, word je minder goed, dan ga je weer minder lezen etc. etc.'

      Slide 16 - Tekstslide

      Opdracht






      Tussen 1996 en 2012 is er veel meer tijd besteed aan Begrijpen Lezen. En in de tussentijd is het niveau alleen maar gedaald, zegt Lubach. Hoe onderbouwt hij die claim?

      Slide 17 - Tekstslide

      Slide 18 - Tekstslide

      Aanvaardbaarheid
      Dat het leesniveau tussen 1996 en 2012 is gedaald onderbouwt hij niet. Zijn cijfers over de daling van het leesniveau gaan over 2012 en 2018.

      Dat de toegenomen tijd voor Begrijpend Lezen de oorzaak is van een dalend leesniveau lijkt behoorlijk in tegenspraak met zijn cijfers: juist in 2012 als we hoog in de lijst Leesvaardigheid staan, besteden we er veel tijd aan.

      Slide 19 - Tekstslide

      Slide 20 - Video