Present simple vs. Present Continuous

Present simple vs. continuous
De present simple en present continuous zijn allebei tegenwoordige tijden.
Er zit verschil in wanneer je welke moet gebruiken.

We gaan beginnen met de present simple.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Present simple vs. continuous
De present simple en present continuous zijn allebei tegenwoordige tijden.
Er zit verschil in wanneer je welke moet gebruiken.

We gaan beginnen met de present simple.

Slide 1 - Tekstslide

Present simple 
vs. 
Present continuous

Slide 2 - Tekstslide

Present simple vs. continuous
De present simple is beter bekend als de SHIT-regel.
Je gebruikt het bij feiten, gewoontes en dingen die regelmatig voorkomen.


SHE, HE & IT krijgen een S na het werkwoord.
I work in the garden every Saturday.                        Water boils at 100 degrees.
He works in the garden every Saturday.                 She runs faster.
S
H
I
T
-regel

Slide 3 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
He ... fast.
A
run
B
runs

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
We ... in the garden.
A
work
B
works

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Nathan ... really nice.
A
looks
B
look

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
My parents ... me.
A
love
B
loves

Slide 7 - Quizvraag

Present simple vs. continuous
De present continuous gebruik je voor dingen die NU bezig zijn.
tip: In het Nederlands gebruik je vaak: "aan het"

Je maakt de continuous met:
amisare + werkwoord + ing
v.b. She is working in the garden right now.

Slide 8 - Tekstslide

Present simple vs. continuous
Hoe weet je wanneer je de continuous moet gebruiken?
Let op signaalwoorden in de zin:
- (right) now
- at the moment
- currently

Slide 9 - Tekstslide

John ... working at home.
A
am
B
is
C
are

Slide 10 - Quizvraag

I ... at school.
A
am
B
is
C
are

Slide 11 - Quizvraag

We ... having a party.
A
am
B
is
C
are

Slide 12 - Quizvraag

My father ... a farmer.
A
am
B
is
C
are

Slide 13 - Quizvraag

Present simple vs. continuous
Nu je dit weer geoefend hebt, 
gaan we de present continuous oefenen.

Denk eraan:
am, is, are - werkwoord - ing

Slide 14 - Tekstslide

Geef de juiste vorm van de present continuous

John ... a book right now.
A
reads
B
am reading
C
is reading
D
are reading

Slide 15 - Quizvraag

Geef de juiste vorm van de present continuous
Jack and Peter ... late today.
A
work
B
am working
C
is working
D
are working

Slide 16 - Quizvraag

Geef de juiste vorm van de present continuous
Sylvia ... to music.
A
listens
B
am listening
C
is listening
D
are listening

Slide 17 - Quizvraag

Present simple vs. continuous
Als het goed is begrijp je nu de present continuous.

Slide 18 - Tekstslide

Present simple vs. continuous
Kort samengevat:
Present simple / shit-regel
Wanneer: feiten, gewoontes, regelmaat
Hoe: bij he/she/it & als het gaat over 1 pers., dier, ding: ww + s

Present continuous
Wanneer: nu bezig, irritatie
Hoe: am/is/are + ww + ing

Slide 19 - Tekstslide

Present simple vs. continuous
We gaan gaan ze nu door elkaar oefenen.

Let goed op de signaalwoorden!!!

Slide 20 - Tekstslide

1/10: Present simple of continuous:
He ... a bath right now.
A
has
B
is having

Slide 21 - Quizvraag

2/10: Present simple of continuous:
He ... his bed every day.
A
makes
B
is making

Slide 22 - Quizvraag

3/10: Present simple of continuous:
Look! She ... him!
A
kisses
B
is kissing

Slide 23 - Quizvraag

4/10: Present simple of continuous:
Susan ...her homework in the weekends.
A
does
B
is doing

Slide 24 - Quizvraag

5/10: Present simple of continuous:
Hurry up! I ... for you.
A
wait
B
'm waiting

Slide 25 - Quizvraag

6/10: Present simple of continuous:
Alec ... a book before he goes to sleep every night.
A
reads
B
is reading

Slide 26 - Quizvraag

7/10: Present simple of continuous:
Carl is in bed. He ...
A
sleeps
B
is sleeping

Slide 27 - Quizvraag

8/10: Present simple of continuous:
Be quiet, father ... the newspaper.
A
reads
B
is reading

Slide 28 - Quizvraag

9/10: Present simple of continuous:
Every year they ... on holiday to Spain.
A
go
B
are going

Slide 29 - Quizvraag

10/10: Present simple of continuous:
I ... to the library once a week.
A
go
B
are going

Slide 30 - Quizvraag

Afsluiting
HUISWERK:
blz. 91 --> I writing and grammar: 59-60-61-62

Maandag 15 mei PW hoofdstuk 5 
-  Woordjes: blz. 96-97
- Stones --> Describing animals/Talking about animal behaviour/Talking about where animals live) : blz. 98
- Grammar --> Bezitsvorm ('s, 'of of - Much/many - Present simple/continuous): blz. 99


Slide 31 - Tekstslide