Februari Schubdier - Opdracht in de klas

Opdracht in de klas
Februari - Schubdier
1 / 4
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeLevensbeschouwingBasisschoolSpeciaal OnderwijsGroep 5-8

In deze les zitten 4 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

De opdracht van de maand hoort bij de jaarkalender van de tentoonstelling De DierenAcademie in Museum Volkenkunde, Leiden. De opdrachten zijn bedoeld als verwerking na het museumbezoek, voor in de klas of in de gymzaal. Iedere maand is gekoppeld aan een dierdocent van de DierenAcademie en behandelt en/of verdiept een thema rondom het dier en de mens-dier relatie.

Onderdelen in deze les

Opdracht in de klas
Februari - Schubdier

Slide 1 - Tekstslide

Voor de leerkracht
Met De DierenAcademie opdracht van de maand februari bestaat uit vier slides. De leerlingen gaan op onderzoek naar beeldvorming rondom verschillende dieren. 

-Slide 2: start het gesprek rondom beeldvorming met het schubdier als voorbeeld.
-Slide 3: bespreek wat 'beeldvorming' betekent.
-Slide 4: met behulp van de hotspots gaan de leerlingen zelf aan de slag met de verschillende vragen. Ze denken na over wat ze van verschillende dieren vinden en hoe dit komt. Klassikaal kunnen de bevindingen besproken worden.
Opdracht in de klas
Februari - Schubdier
Het schubdier wordt door veel mensen als schattig gezien. Hoe komt dat denk je?

Slide 2 - Tekstslide

Start het gesprek rondom beeldvorming met het schubdier als voorbeeld.
Beeldvorming
Hoe we denken over dieren
Poolvos, schattig?
Leeuwenwelp, schattig?
Egel, schattig?

Slide 3 - Tekstslide

Laat leerlingen dieren noemen die ze 'schattig' vinden en onderzoek waar dat in zit. 

Bespreek met de leerlingen wat beeldvorming* is. 

*Beeldvorming leidt tot een beeld over, in dit geval, een dier dat selectief nadruk legt op een aspect en geen recht doet aan de werkelijkheid of de feiten. Dit kan  zowel positief als negatief zijn.

Zo hebben de meeste mensen bijvoorbeeld een angst ontwikkeld voor spinnen vanwege hun 'angstaanjagende uiterlijk' en vinden daarentegen veel mensen een leeuwenwelpje juist erg 'schattig'. 

Wat vind ik van dit dier?
Welke drie dieren vind je het minst erg om te doden en waarom? 
Welke drie dieren vind je het meest aaibaar en waarom?
Welke drie dieren vind je het meest menselijk en waarom?
Welke drie dieren zou je bevriend mee willen zijn en waarom?
Welke drie dieren vind je het meest eetbaar? Geef ze een naam. Eet je een dier dat je een naam hebt gegeven?
Welke drie dieren vind je schattig en waarom? 

Slide 4 - Tekstslide

Benodigdheden: aantekenblad (eventueel). Leerlingen kunnen zowel individueel als in tweetallen of groepjes meedoen. Onder iedere hotspot staat een vraag. Geef steeds een korte bedenk- en/of schrijftijd en bespreek met elkaar. 

De leerlingen denken na over de vraag welke vooroordelen er zijn ten opzichte van bepaalde dieren en hoe dit komt.
Bespreek vervolgens waarom we dieren ‘in hokjes stoppen’? Waarom hebben zij dit imago? De ‘waarom-vraag’ is de belangrijkste: probeer met elkaar de (on)logica hiervan bloot te leggen.

Tot slot kun je je met elkaar afvragen: is een dier dat niet zo ‘mensachtig’ lijkt (zoals een vis, octopus, insect, etc.) juist omdat dat dier niet mensachtig is, minder waard?