Participatiewet

Sociale zekerheidsrecht
Hoofdstuk 11 De participatiewet
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Financien en RechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sociale zekerheidsrecht
Hoofdstuk 11 De participatiewet

Slide 1 - Tekstslide

Braindump! 15 minuten

Slide 2 - Tekstslide




Lesdoelen

Aan het eind van de les kun je... 
  • Het doel van de PW beschrijven
  • De voorwaarden noemen die gelden voor een bijstandsuitkering
  • Het begrip sociaal minimum beschrijven
  • De hoogte van een bijstandsuitkering in verschillende situaties berekenen
  • Uitleggen op welke manier eigen inkomen of vermogen invloed heeft op je bijstandsuitkering
  • De regeling uitleggen voor bijstand en een eigen huis en in dit verband het begrip krediethypotheek uitleggen
  • Uitleggen voor welke bijzondere situaties bijzondere bijstand is bedoeld

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
De bijstand heeft een vangnetfunctie. Wie geen aanspraak (meer) kan maken op voorliggende voorzieningen of uitkeringen kan een beroep doen op de bijstand; een uitkering op sociaal minimum waarvan de hoogte afhankelijk is van de gezinssituatie en van het inkomen van de huisgenoten. 

De participatiewet kent drie onderdelen:
  • de bijstand met de bijzondere bijstand
  • de wet sociale werkvoorziening (WSW)
  • de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)

Slide 4 - Tekstslide

Meedoen in de samenleving
UItkering op niveau van het sociaal minimum
geen recht op andere voorziening of uitkering? Dan beroep op bijstand
Bedrag waar je volgens de overheid een maand van rond moet kunnen komen. 
Participeren 
Bijstandsuitkering 
Sociaal minimum
Vangnetfunctie

Slide 5 - Sleepvraag

Voorwaarden voor een bijstandsuitkering
  • Ingezetene zijn
  • zelf onvoldoende geld: dit betekent dat de aanvrager niet voldoende geld heeft om te wonen, eten en te kleden
  • beschikbaar zijn voor werk

Slide 6 - Tekstslide

Aanvullende voorwaarden
  • Algemeen en acceptabel werk accepteren
  • tegenprestatie leveren
  • werken aan taalvaardigheid
  • voor alleenstaande ouder met jonge kinderen (<5) geldt geen absolute sollicitatieplicht
  • wachttijd van vier weken voor jongeren tot 27 jaar, waarin ze zelf naar werk of een opleiding moeten zoeken 

Slide 7 - Tekstslide

De aanvraag
  • De aanvraag moet worden gedaan bij het UWV
  • Het UWV beoordeelt de afstand tot de arbeidsmarkt en bekijkt wat nodig is om zo snel mogelijk weer betaald werk te vinden
  • De aanvraag gaat vervolgens naar de gemeente die beslist of de uitkering wordt toegekend en bepaalt de hoogte ervan 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Maken casus Marcel 
(zie digitale leeromgeving casus opdracht 17 
hoofdstuk 11 of cumlaude)

Slide 10 - Tekstslide

Gezamenlijke huishouding
* Gezamenlijke huishouding: in hetzelfde huis en je zorgt voor elkaar (partners/ broer-zus) 

* Meerpersoonshuishouden: wel in hetzelfde huis, maar geen zorg voor elkaar (bijv. vrienden): KOSTENDELERSNORM (= bijstandsnorm wordt lager omdat je de kosten met meer personen kan delen). Zo is de bijstand per persoon 50% van het sociaal minimum als je met twee mensen een huishouden voert en 43,55% als je met 3 volwassenen een huishouden voert. 

* Wanneer is geen sprake van een gezamenlijke huishouding of meerpersoonshuishouden: ouder met kinderen onder de 21 jaar / ouder met meerderjarige studerende kinderen / volwassen gezinsleden met zorgbehoefte / hoofdbewoner die een deel van zijn huis aan een ander verhuurt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Voor volgende week: 
Hoofdstuk 11 en de opdrachten maken. 
Volgende week starten we met hoofdstuk 12: Participatie en Wajong, Wswn

Slide 13 - Tekstslide