week 7 en 8

Even een test.....
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
gezondheidszorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Even een test.....

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van injecteren ken je?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie gebieden voor subcutaan injecteren

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel seconden wacht je na insulinetoediening voor je de naald weer uit de huid haalt?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kunnen beschadigingen ontstaan bij im- injecteren?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je voorzichtig zijn als je zuurstof geeft aan patiënten met COPD?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1. Hypercapnie: pCO2 te hoog
Stelling 2. Hypoxemie: pO2 te hoog
A
Stelling 1 is juist Stelling 2 onjuist
B
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 juist
C
Stelling 1 en 2 zijn juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Als de pCO2 te hoog is en het ademhalingscentrum wordt overprikkeld, heet dat hypercapnie.
Als de pO2 te laag is, heet dat hypoxemie.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel hele minuten kan een volle zuurstofcilinder van 20 liter met een druk van 100 bar gebruikt worden als er continu 3 liter per minuut wordt toegediend?
A
150
B
600
C
666

Slide 32 - Quizvraag

Bereken de inhoud in liters van de cilinder = aantal l x druk = 20 x 100 = 2000 liter. De tijd per cilinder = inhoud van de cilinder / gebruik per minuut = 2000 / 3 = 666,6 = minuten.
Gevraagd wordt, hoeveel hele minuten de cilinder zuurstof kan leveren. Dat betekent, dat hier dus naar beneden afgerond moet worden. (De exacte duur zou 666 minuten en 40 seconden zijn.)
Afronden op hele minuten geeft dus als antwoord 666 minuten.

Mevrouw Hagen krijgt 3 liter zuurstof per minuut. Ze moet voor een onderzoek en je pakt een zuurstof cilinder van 2 liter. De manometer geeft aan 45 bar. Hoeveel liter zuurstof is er na 20 minuten in de cilinder aanwezig?
A
105
B
30
C
90

Slide 33 - Quizvraag

Er is 45 maal 2 is 90 liter beschikbaar.
In 20 minuten is 20 maal 3 is 60 liter verbruikt.
Er is 90 min 60 is 30 liter over.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies