Lezen 3.3 herhaling - 2 kgt
1 / 27
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van tekst 4?
A
kinderen en recht op onderwijs
B
meisjes en recht op onderwijs
C
school en gezondheid van meisjes
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Welk signaalwoord staat er in alinea 3 (r. 15)?
Slide 12 - Open vraag
Wat is dus het tekstverband tussen alinea 2 en 3?
A
Alinea 3 is een argument bij alinea 2.
B
Alinea 2 is een tegenstelling met alinea 3.
C
Alinea 2 komt later in tijd dan alinea 3.
Slide 13 - Quizvraag
Welke twee signaalwoorden in alinea 4 (r. 27 en r. 29) geven een argument aan?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welk signaalwoord staat er in alinea 5 (r. 34)?
Slide 17 - Open vraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'namelijk'?
A
argument
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 18 - Quizvraag
Welk signaalwoord staat er in alinea 5 (r. 36)?
Slide 19 - Open vraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'zoals'?
A
argument
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 20 - Quizvraag
Welk signaalwoord staat er in alinea 5 (r. 37)?
Slide 21 - Open vraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'bovendien'?
A
argument
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 22 - Quizvraag
Welk signaalwoord staat er in alinea 5 (r. 38)?
Slide 23 - Open vraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'tot slot'?
A
argument
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 24 - Quizvraag
Welk signaalwoorden in alinea 7 (r. 55 en r. 58) geven een conclusie aan?
Slide 25 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van tekst 4?
A
Meisjes en jongens hebben dezelfde kinderrechten.
B
Er gaan minder meisjes naar school dan jongens.
C
Meisjes hebben door onderwijs meer kans op een betere toekomst.
