Wonen

Wonen
Functie van kamers
Vorm en bouwmaterialen


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wonen
Functie van kamers
Vorm en bouwmaterialen


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Je leert: 
  1. Je leert over functies van ruimtes
  2. Wat voorzieningen zijn
  3.  Huizenvormen en bouwmaterialen



Slide 2 - Tekstslide

Wat is 'functie'?
In elk huis heeft elke kamer een functie. 
Een ander woord voor functie is rol of doel of betekenis.

Een keuken heeft een ander doel dan het toilet.
En een slaapkamer heeft een ander doel dan een garage. 
Welke functies zijn er?
Je kunt verschillende functies hebben in een huis: koken, 
hygiëne, schoonmaken, ontspanning, uitrusten, 
opbergen, enzovoort. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent 'functie' ?

Slide 4 - Open vraag

Elk huis heeft kamers. 
In de vorige les moest je je kamers in je huis tellen. 
Het waren er veel, vond je niet? 

Iedere kamer heeft een andere functie: een andere rol, bedoeling...
Vanwege de hygiëne (zorgen dat iets schoon blijft) doe je je behoefte op het toilet. Dat doe je niet in je slaapkamer, of in de gang...

Slide 5 - Tekstslide

Wat doe in deze kamer?

Slide 6 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 7 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 8 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 9 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 10 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 11 - Open vraag

Huizen...
Huizen zijn er in allerlei vormen en maten. 
We hebben het de vorige les gehad over rijtjeshuizen, kastelen, villa's, flats, appartementen maar er zijn er nog meer! 
In welke zou jij wel willen wonen? 
En in welk huis absoluut niet? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Welke verschillende soorten
huizen ken jij allemaal?

Slide 15 - Woordweb

Wat is dat?
In de vorige les kwam de vraag naar voren wat een CV-ketel en wat een meterkast was. Toch hebben jullie er allemaal één in je huis. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb jij geleerd uit de vorige filmpjes?

Slide 17 - Open vraag

Welke bouwmaterialen ken jij al?

Slide 18 - Woordweb

Bouwmaterialen
Cement: ook wel specie genoemd. 
Cement een mengsel van zand, mortel en water.
Als cement droog is wordt het hard en een kunstamtig steenachtig materiaal.
Zand: zeer kleine stukjes steen.
Voor een filmpje over zand: klik hier.
Betonnen tegels, kalksteen, baksteen, cellenbeton, gipsplaat, hout, grind ... er zijn veel soorten blokken waarmee een huis gebouwd wordt. 

Slide 19 - Tekstslide

Baksteen. Een gebakken steen. 
Hoe worden ze gemaakt? Klik hier.
Kruiwagen. Een filmpje over waarom je meer kunt tillen met een kruiwagen... Klik hier.
Golfplaten. Ze worden in het dak gebruikt. 
Ze heten zo omdat ze de vorm van een golf hebben. 
Pellet. Gemaakt van hout waarop zware dingen staan. 
Een vorkheftruck kan zo makkelijk bouwmateriaal transporteren.
Dakpan. Klik hier.

Slide 20 - Tekstslide

Wat herken jij?

Waar zou het voor zijn? 

Slide 21 - Tekstslide

Welk bouwmateriaal wordt hier gebruikt?

Slide 22 - Open vraag

Zou jij in een huis van stro willen wonen?
Waarom wel of niet?

Slide 23 - Open vraag

Waar bestaat jouw dak uit?
A
Stro
B
Dakpannen
C
Ik heb een plat dak.
D
Leisteen

Slide 24 - Quizvraag

Hoe kan het dat de WC en de badkamer beide tegels hebben EN waarom is dat zo handig?

Slide 25 - Open vraag

1: Wat is je GROOTSTE ruimte in huis?
2: Wat is je kleinste ruimte in huis?

Slide 26 - Open vraag

Hoe kan het dat de woonkamer en de keuken niet op zolder zitten?

Slide 27 - Open vraag

Wat zit er in de meterkast?

Slide 28 - Open vraag

Ontwerp, orden en maak een stroomschema
Schrijf eerst alle kamers in een huis op.
Noteer het doel van elke kamer. 
Verdeel je kamers in 'begane grond, eerste verdieping, tweede verdieping' 
Maak het stroomschema. 
Noem ook het doel van elke kamer.

timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Welke kamer(s) vind jij fijn in je huis?

Slide 30 - Open vraag