les 3 functies en bouwmaterialen

Les 3 bij  mij thuis
Functie van kamers
Vorm en bouwmaterialen


Wonen en werken: les 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 3 bij  mij thuis
Functie van kamers
Vorm en bouwmaterialen


Wonen en werken: les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Je leert: 
  1. Je leert over functies van ruimtes
  2. Wat voorzieningen zijn
  3.  Huizenvormen en bouwmaterialen



Slide 2 - Tekstslide

Wonen
De meeste van ons hebben het geluk om te wonen in een huis. 
Iedere ruimte heeft een doel: rusten, koken, verzorgen, wassen, enzovoort. Het doel van een ruimte noem je een functie.
Lees goed!
Heb je het andere stukje tekst goed gelezen? 
Goed zo. 
Straks ga je naar een website. 
Typ 'huis' in bij het zoekvenster. 
Lees dat stukje erg goed en bekijk de plaatjes ook. 

Slide 3 - Tekstslide

Functies in een huis
In elke kamer doe je iets anders. 

Zo heeft degene die het huis ontwerpt (architect) over de ruimtes nagedacht. De architect heeft het huis op de computer ontworpen, berekend of de vloeren het gewicht van het huis konden dragen en bedacht hoe groot alles moest zijn.
Kamers hebben verschillende doelen. 
Daarom is de ene kamer groter dan de andere...

Zoekplaatje
Wat herken jij op dit plaatje wat jij thuis ook hebt? 
De vliering? 
De bijkeuken? 
De klamboe?
De gootsteen?
De afzuigkap?
De staartklok?

Slide 4 - Tekstslide

Wat doe in deze kamer?

Slide 5 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 6 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 7 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 8 - Open vraag

Wat doe in deze kamer?

Slide 9 - Open vraag

Huizen...
Huizen zijn er in allerlei vormen en maten. 
We hebben het de vorige les gehad over rijtjeshuizen, kastelen, villa's, flats, appartementen maar er zijn er nog meer! 
In welke zou jij wel willen wonen? 
En in welk huis absoluut niet? 

Slide 10 - Tekstslide

Welke verschillende soorten
huizen ken jij allemaal?

Slide 11 - Woordweb

Wat is dat?
In de vorige les kwam de vraag naar voren wat een CV-ketel en wat een meterkast was. Toch hebben jullie er allemaal één in je huis. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb jij geleerd uit de vorige filmpjes?

Slide 13 - Open vraag

Werke bouwmaterialen ken jij al?

Slide 14 - Woordweb

Bouwmaterialen
Cement: ook wel specie genoemd. 
Cement een mengsel van zand, mortel en water.
Als cement droog is wordt het hard en een kunstamtig steenachtig materiaal.
Zand: zeer kleine stukjes steen.
Voor een filmpje over zand: klik hier.
Betonnen tegels, kalksteen, baksteen, cellenbeton, gipsplaat, hout, grind ... er zijn veel soorten blokken waarmee een huis gebouwd wordt. 

Slide 15 - Tekstslide

Baksteen. Een gebakken steen. Geen steengebak. 
Hoe worden ze gemaakt? Klik hier.
Kruiwagen. Een filmpje over waarom je meer kunt tillen met een kruiwagen... Klik hier.
Golfplaten. Ze worden in het dak gebruikt. 
Ze heten zo omdat ze de vorm van een golf hebben. 
Pellet. Gemaakt van hout waarom zware dingen staan. 
Een vorkheftruck kan zo makkelijk bouwmateriaal transporteren.
Dakpan. Klik hier.

Slide 16 - Tekstslide

Wat herken jij?

Waar zou het voor zijn? 

Slide 17 - Tekstslide

Typ minimaal 5 bouwmaterialen die je geleerd hebt.

Slide 18 - Open vraag

Welk bouwmateriaal wordt hier gebruikt?

Slide 19 - Open vraag

Zou jij in een huis van stro willen wonen?
Waarom wel of niet?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen hooi en stro?

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
  • De verschillende functies van kamers
  • Er bestaan verschillende soorten huizen
  • Huizen worden van verschillende materialen gemaakt
  • Bouwmaterialen



Slide 22 - Tekstslide