Japan Hst 3: godsdienst in Japan

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Hst 3: Religie in Japan

Shintoïsme
Confucianisme
Boedhisme
Christendom

Eerst een stukje herhaling van hst 1 en 2. Het gaat daar in over 'beschaafd' versus 'onbeschaafd.' Wanneer noem je een samenleving of cultuur 'beschaafd' ?

1. Als het een landbouwsamenleving is
2. Als het een samenleving is die zich westers gedraagt
3. Als het een cultuur is die in technologisch opzicht ontwikkeld is.
4. Daar is geen objectieve maatstaf voor.

Welk risico zit er volgens het boek in geschiedschrijving vanuit de "westerse hoofdstroom" ?

1. Dat je westerse normen en waarden als de maatstaf neemt bij het oordeel over andere volken en culturen
2. Dat je niet volledig bent in je beschrijving van alle volken en culturen op de wereld
3. Dat het idee ontstaat dat andere volken niet veel voorstellen of niet belangrijk waren voor de ontwikkeling van het westen.
4. alle vooraf genoemde antwoorden zijn juist.

Historici doen aan een zo objectief mogelijke geschiedschrijving.

1. juist
2. onjuist

Historici doen aan objectieve geschiedschrijving.

1. juist
2. onjuist

Shintoïsme

Les hoofdstuk 3 .1

In de video op de volgende pagina zie extra uitleg over het shintoïsme

Shintoïsme

Confucianisme

Les het stukje van 3.2 dat over het confucianisme gaat

Wat is geen ideaal in de ogen van Confucius?

1. Rijkdom
2. Hulpvaardigheid
3. respect
4. liefde voor de familie

Leg uit dat het begrijpelijk is dat de Japanse leiders het confucianisme als een belangrijke filosofie omarmden

Boeddhisme

Lees van paragraaf 3.2 het stukje Boeddhisme

Welke begrip hoort niet bij het Boeddhisme?

1. karma
2. nirvana
3. Wedergeboorte
4. God als almachtige regelaar

christendom

Lees paragraaf 3.2 over het christendom

Eerste missionarissen uit Portugal: hadden echt ook als doel het geloof te verspreiden

Latere westers contacten met Nederland : waren vooral uit op handel (VOC). Religie stond daar voor Nederlanders los van

Christendom

waarom werd het verboden?

• monotheïstisch -> trouw aan één god
• dat werkt alleen als de vorst van het land ook christelijk is      ->In Japan was dat niet zo.
• het toestaan van het christendom had vooral een economische reden -> handel met westen
• Later bleek: handel (met Nederlanders) blijft bestaan ook als christendom wordt verboden

Tot slot een filmpje met een samenvatting

Maak nadat je alles bekeken hebt de vraag op de allerlaatste dia

Welke goden
worden door de Japanners vereerd?
Wat was de oorsprong van deze vereringen?