1kta - kleurenleer

Kleurenleer 
Kleur
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kleurenleer 
Kleur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kleuren zijn er?
A
3
B
Ontelbaar
C
256
D
1 miljoen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je kleur zien?
A
Door te kijken
B
Door je ogen
C
Door reflectie
D
Door licht

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rood, geel en blauw noemen we
A
Felle kleuren
B
Primaire kleuren
C
Basiskleuren
D
Echte kleuren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire kleuren zijn
A
Groen, paars en bruin
B
Oranje, paars en geel
C
Groen, oranje en blauw
D
Groen, oranje en paars

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paars is de mengkleur van
A
Blauw en rood
B
Geel en rood
C
Blauw en geel
D
Rood en zwart

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groen maak je met
A
Blauw en rood
B
Rood en blauw
C
Rood en geel
D
Geel en blauw

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oranje maak je met
A
Geel en paars
B
Rood en wit
C
Geel en rood
D
Geel en wit

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwart en wit zijn
A
Kleuren
B
Geen kleuren
C
Mooie kleuren
D
Lelijke kleuren

Slide 9 - Quizvraag

Licht
Kleuren hebben veel te maken met licht. Wit is licht (en dus geen kleur). Zwart is het gebrek aan licht (en dus ook geen kleur). Om dit te begrijpen is het handig om naar de kleurcirkel te kijken, hiernaast op het plaatje
Hoe maak je grijs
A
Bruin en wit
B
Wit en zwart
C
Alle primaire kleuren door elkaar
D
Zwart en wit

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tertiaire kleuren zijn
A
Kleuren gemengd met zwart of wit
B
Kleuren ongemengd
C
Kleuren gemengd met een andere kleur
D
Drie kleuren door elkaar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleuren heeft de schilder Mondriaan gebruikt?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je deze gebruikte kleuren?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is hier het kleurcontrast

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

keuze schilderopdracht
Voor deze schilderopdracht met plakkaatverf heb je de keuze uit één van onderstaande drie opdrachten.
De bedoeling is dat je in je werk duidelijk kleurcontrasten laat zien; complementair contrast en/of warm-koud contrast.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

keuze 1.
 Naam met vakken
Schrijf je naam in grote, brede letters over het hele blad. Trek de letters met watervaste viltstift over. Zet een stip in het midden van het papier en trek er 3 lijnen doorheen, die van de ene kant van het papier naar de andere kant gaan. De lijnen lopen ook door de letters. Deze 6 vakken worden ingeschilderd met de kleuren van de kleurencirkel in de goede volgorde. Elk deel van een letter dat in een bepaalde kleur valt schilder je met de complementaire kleur.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

keuze 2.
Zoek een close-up foto van een bloem waarbij niet veel achtergrond zichtbaar is en waarbij je een duidelijk aanwezig kleurcontrast ziet. Teken met dunne potloodlijnen de vormen na en zorg dat de verhoudingen kloppen. Let bij het natekenen niet alleen op de vorm van de bloem maar ook op de restvorm; de vorm of vormen om de bloem heen. Je schildert de vormen in met een duidelijk kleurcontrast; complementair of warm/koud. Je kunt de kleuren laten overlopen van lichter naar feller door met wit te mengen of juist naar donkerder door met zwart of bruin te mengen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

keuze 3.
Keuze 3: Kandinsky cirkels
Verdeel je papier in 6 vierkanten van 14x14 cm. Je houdt dan een klein randje over, dat kun je er later afsnijden.
Teken in elk vierkant minstens 4 cirkels van klein naar groot in elkaar, hoeft niet heel netjes te zijn, je mag ze uit de losse hand tekenen. Schilder alles in en zorg voor complementair en warm/koud kleurcontrast.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke keuze opdracht ga je doen?

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Voor deze opdracht gebruik je de plakkaatverf (napjesverf) uit je etui. Dit is sneldrogende verf, wat je met (schoon!) water moet verdunnen. Het is een dekkende verf die je heel goed kunt mengen. Voor grote oppervlakten gebruik je je grote penseel, voor de randjes en kleine oppervlakten je kleine penseel. Maak na gebruik je penselen goed schoon.
• Papier: A3 formaat

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze opdracht telt 10% mee.
Er wordt beoordeeld op:
• Gebruik materiaal
• Duidelijk kleurcontrast


Voor deze opdracht heb je 3 blokuren.
Als je werk niet af is kom je het in een plusuur afmaken.
SUCCES!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies