De schijf van vijf de juiste

De schijf van vijf
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De schijf van vijf

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij gezonde voeding?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

SCHIJF VAN VIJF

Slide 4 - Tekstslide

SCHIJF VAN VIJF

Slide 5 - Tekstslide

SCHIJF VAN VIJF

Slide 6 - Tekstslide

SCHIJF VAN VIJF

Slide 7 - Tekstslide

SCHIJF VAN VIJF

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is de functie van de schijf van vijf?
A
Het helpt je niet dik te worden
B
Het geeft aan hoe je gezond blijft
C
Het is een hulpmiddel om gevarieerd te eten
D
Het maakt wekelijkse menu's om gezond te eten

Slide 11 - Quizvraag

Waarom staat witbrood niet in de schijf van vijf?
A
Omdat bruinbrood en volkorenbrood gezonder zijn
B
Omdat het niet lekker is

Slide 12 - Quizvraag

Welk van deze producten is het beste volgens de Schijf van Vijf?
A
Volkoren boterham
B
Krentenbol
C
Croissantje
D
Rijstwafel

Slide 13 - Quizvraag

In welk vak van de
schijf van vijf
staat bloemkool?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 14 - Quizvraag

Welke schijf in de schijf van vijf is de grootste?
A
brood-, graanproducten en aardappelen
B
Dranken
C
Groenten en fruit
D
vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel

Slide 15 - Quizvraag

In welk antwoord staan alleen producten uit de Schijf van Vijf?
A
water, groente en pizza
B
ei, melk, witbrood
C
water, peer, mayonaise
D
aardappels, broccoli, water

Slide 16 - Quizvraag

Wat kun je volgens de Schijf van Vijf het beste drinken?
A
Cola & Sinas
B
Water
C
Chocolademelk & Fristi
D
Limonadesiroop

Slide 17 - Quizvraag

Wat staat er in de schijf van vijf:
appelsap of een appel?
A
appelsap, want dat is ook gewoon van appels gemaakt
B
appel, want al het onbewerkt fruit staat in de schijf van vijf

Slide 18 - Quizvraag

Mag ik dan nooit iets eten wat niet in de schijf van vijf staat?
A
Dat mag niet
B
Dat mag, maar niet teveel
C
Dat mag altijd
D
Dat mag alleen in het weekend

Slide 19 - Quizvraag