oefenen spelling H3

Eind van de les heb je vijf manieren herhaald om een woord korter/langer te schrijven: met een afkorting, een letterwoord, een initiaalwoord, een verkorting en een symbool.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Eind van de les heb je vijf manieren herhaald om een woord korter/langer te schrijven: met een afkorting, een letterwoord, een initiaalwoord, een verkorting en een symbool.

Slide 1 - Tekstslide

schrijf dj voluit

Slide 2 - Open vraag

schrijf IQ voluit

Slide 3 - Open vraag

schrijf jl. voluit

Slide 4 - Open vraag

dj is een
A
afkorting
B
symbool
C
initiaalwoord
D
verkorting

Slide 5 - Quizvraag

jl. is een
A
afkorting
B
symbool
C
initiaalwoord
D
verkorting

Slide 6 - Quizvraag

hfdst. is een
A
afkorting
B
symbool
C
initiaalwoord
D
verkorting

Slide 7 - Quizvraag

schrijf voluit w.b.

Slide 8 - Open vraag

schrijf voluit: uv

Slide 9 - Open vraag

schrijf korter: bij geen gehoor

Slide 10 - Open vraag

schrijf korter: BZ

Slide 11 - Open vraag

wel of niet aan elkaar of met koppelteken?
gala jurkje

Slide 12 - Open vraag

wel of niet aan elkaar of met koppelteken?
studie uren

Slide 13 - Open vraag

wel of niet aan elkaar of met koppelteken?
audio visueel

Slide 14 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 15 - Open vraag

TO DO
- kijk op Magister: toets
-plaats je presentatie op Teams: kanaal Nederlands
- zorg dat je de opdrachten van woorden en spelling H3 en 4 af hebt
-bekijk de presentaties op Teams en help elkaar als je bepaalde onderdelen nog lastig vindt

Slide 16 - Tekstslide