In deze les zitten 62 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
verzekeringen
Slide 1 - Tekstslide
les 1 intro
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe vaak is het scherm van je mobiele telefoon stuk gegaan?
A
Kan het niet meer bijhouden. Een heel scherm? wat is dat?
B
tussen de 1 en de 5 keer
C
meer dan 5 keer
D
Nog nooit, ik ben altijd heel voorzichtig
Slide 4 - Quizvraag
Nederlanders zijn wereldkampioen in verzekeren. BNR-columnist Paul Laseur zei: "We doen het zo graag, verzekeren, ons land is wereldkampioen. Een gemiddelde Nederlander besteedt meer dan 4 procent van zijn inkomen aan verzekeringen. Wij Nederlanders hebben gemiddeld acht verschillende polissen, dit is meer dan in welk land ook.
In een krantenbericht uit het Financiële Dagblad stond dat de gemiddelde Nederlander ongeveer 4,2 procent van zijn inkomen uitgaf aan verzekeringen. Nederland staat daarmee op nummer één binnen de EU. Maar omdat de zorgpremie vaak via de belastingen worden betaald, laten we deze weg. Hierdoor staat Nederland op een tiende plaats.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht voor vandaag
Ga na welke verzekeringen er zijn afgesloten bij jou thuis.
Onderzoek ook waar ze voor zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet:
wat verzekeren is
waarvoor je een APV verzekering hebt
hoe je de verzekeringskosten berekend
Slide 7 - Tekstslide
Wat is nu precies een verzekering?
Wat is nu precies een verzekering?
Als je een verzekering afsluit neemt een verzekeringsmaatschappij het risico van schade over van jou.
In ruil daarvoor betaal je premie.
Slide 8 - Tekstslide
verzekerde: degene die zich verzekert bij de
verzekeringsmaatschappij
verzekeraar: de verzekeringsmaatschappij
premie: bedrag dat de verzekerde betaalt aan
de verzekeraar
risico: kans op schade
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
waarom is het belangrijk dat de groep verzekerden groot genoeg is?
Slide 11 - Open vraag
Het is belangrijk dat een verzekering voldoende draagkracht heeft:
Er moeten genoeg mensen een verzekering afsluiten om de premiepot te vullen want daar worden de schades uit betaald.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
waarom is het belangrijk dat de groep verzekerden divers is?
Slide 14 - Open vraag
Het is belangrijk dat de groep verzekerden divers is:
Als veel mensen tegelijk hetzelfde overkomt kan het zijn dat de schadepot in één keer leeg is
men kan zich niet verzekeren tegen natuurrampen of kernrampen
Slide 15 - Tekstslide
Wateroverlast in Limburg juli 2022
Slide 16 - Tekstslide
Maken voor de volgende keer:
4.1 : vraag 2 t/m 6
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
les 2 4.1 van alles verzekerd
Slide 20 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet:
waarom sommige verzekeringen verplicht zijn
wat zijn de afwegingen: wel of niet verzekeren
waarvoor je een APV verzekering hebt
hoe je de verzekeringskosten worden berekend
Slide 21 - Tekstslide
Men kan zich bijna tegen alles verzekeren.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
er zijn verplichte en vrijwillige verzekeringen
Slide 24 - Tekstslide
Verplichte verzekeringen:
Zorgverzekering (basis) , vanaf 18 jaar
W.A- motorvoertuigen
reden voor verplichting:
om jezelf en anderen tegen risico's met grote financiele gevolgen te beschermen
Slide 25 - Tekstslide
Vrijwillige verzekeringen:
fietsverzekering
telefoonverzekering
uitvaartverzekering
annuleringsverzekering
Slide 26 - Tekstslide
Afweging wel of niet verzekeren?
- kans dat het onzekere voorval gaat gebeuren
- de omvang van de verwachte schade
Slide 27 - Tekstslide
Maar ook:
risicoavers: iemand die zo weinig mogelijk risico wil
lopen.
Hoe meer risicoavers iemand is, hoe meer verzekeringen hij zal nemen.
Slide 28 - Tekstslide
Eigen risico = je moet het eerste gedeelte van de
schade zelf betalen
voordeel verzekerde: minder premie betalen
voordeel verzekeringsmaatschappij:
de verzekerde gaat zich voorzichtiger gedragen.
Slide 29 - Tekstslide
Eigen risico =
je moet
het eerste gedeelte
van de schade
zelf betalen
Slide 30 - Tekstslide
Stel je veroorzaakt per ongeluk bij iemand anders schade
Stel je veroorzaakt per ongeluk schade bij anderen
(spullen of letsel)
Slide 31 - Tekstslide
AVP= aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren
vergoedt (materiele / immateriële) schade die je niet opzettelijk aan een ander toebrengt
Deze verzekering geldt voor het hele gezin incl. huisdieren.
Materiele schade = de kosten van beschadiging(en) aan goederen
Immateriële schade= de kosten van pijn, verdriet, trauma, etc.
Vanaf je 16e ben jezelf aansprakelijk.
Slide 32 - Tekstslide
polis= bewijs van verzekeringsovereenkomst
Hier staan ook de voorwaarden in :
waarvoor je bent verzekerd en tot welk bedrag
Je krijgt alleen de schade vergoed bij een onzeker voorval
Je weet dus niet zeker of en wanneer er iets gaat gebeuren.
Slide 33 - Tekstslide
Poliskosten =
transactiekosten, de prijs die je bovenop de premie betaalt om een verzekering af te sluiten (eenmalig)
bv. opstellen en opsturen
Assurantiebelasting =
belasting op verzekeringen.
Het tarief is 21%. Wordt betaalt over premie en poliskosten
Slide 34 - Tekstslide
Hoe kunnen we de verzekeringskosten berekenen?
premie ----------------
poliskosten --------------- +
----------------
assurantiebelasting ----------------+
verzekeringskosten ----------------
Slide 35 - Tekstslide
Jan sluit een verzekering af. De premie is € 110,25 per jaar. De poliskosten zijn € 9,50
a. Bereken de verzekeringskosten
b. Na een jaar gaat de premie met 2,5% omhoog
bereken de nieuwe verzekeringskosten
Slide 36 - Tekstslide
a.
premie € 110,25
poliskosten € 9,50 +
€ 119,75
assurantiebelasting 21% van €119,75 € 25,15 +
verzekeringskosten € 144,90
Slide 37 - Tekstslide
b.
premie € 113,01
poliskosten € 9,50 +
€ 122,51
assurantiebelasting 21% van €122,51 € 25,73+
verzekeringskosten € 148,24
Slide 38 - Tekstslide
Maken voor de volgende keer:
4.1 : vraag 7 t/m 13
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
les 3 4.1 Woon je verzekerd?
Slide 44 - Tekstslide
Lesdoelen:
- Hoe werkt een inboedelverzekering, een opstal verzekering?
- Gevolgen van onder- of over verzekering
Slide 45 - Tekstslide
Inboedelverzekering:
dekt de schade die je door inbraak, brand of wateroverlast hebt aan de spullen in je huis.
Hoe bepaal je de waarde van je inboedel?
inboedelwaardemeter:
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
onderverzekerd:
Als de verzekerde waarde van je inboedel of woonhuis
lager is dan de werkelijke waarde ervan.
Heb je een verzekering afgesloten voor maar 80% van de werkelijke waarde; dan ontvang je bij schade ook maar 80% van het schadebedrag.
Slide 48 - Tekstslide
oververzekerd:
Als de verzekerde waarde hoger is dan de werkelijke waarde.
Je betaalt teveel premie: je krijgt nooit meer uitgekeerd
dan de werkelijke schade.
Slide 49 - Tekstslide
Opstalverzekering:
dekt de schade aan het huis zelf door bv brand of storm
Het bedrag waarvoor je woning is verzekerd noemen we de herbouwwaarde.
Slide 50 - Tekstslide
Eigen risico = je moet het eerste gedeelte van de
schade zelf betalen
voordeel verzekerde: minder premie betalen
voordeel verzekeringsmaatschappij:
de verzekerde gaat zich voorzichtiger gedragen.
Slide 51 - Tekstslide
Huiswerk:
4.2 Woon je verzekerd?
opgave 15,17,18,20,21,23, 24
Slide 52 - Tekstslide
Lesdoelen:
- Waarom sommige verzekeringen verplicht zijn
- Hoe werkt een inboedelverzekering, een opstal verzekering?
- Gevolgen van onder- of over verzekering
Slide 53 - Tekstslide
Slide 54 - Tekstslide
Hoe kunnen we de verzekeringskosten berekenen?
premie ----------------
poliskosten --------------- +
----------------
assurantiebelasting ----------------+
verzekeringskosten ----------------
Slide 55 - Tekstslide
De premie bedraagt €130. De poliskosten zijn €10. En de assurantiebelasting is 21 %. Wat zijn de verzekeringskosten?
Slide 56 - Open vraag
Huiswerk:
Maken vraag 6 t/m 13 scans verzekeringen van ELO
Slide 57 - Tekstslide
Nu maken opgave 15.
Slide 58 - Tekstslide
huiswerk:
17, 18, 19, 21 en 24
Slide 59 - Tekstslide
Tekst
Slide 60 - Tekstslide
Waar staan de regels van een verzekering?
Waarvoor ben je verzkekerd?
Wat betaal je om een verzekering af te sluiten?
Hoe heet het bedrag dat je krijgt als de verzekeraar jou moet betalen