2B1 & 2B2 27-03-24

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

English 27/03/24

Today

Planning

Repetition - vraagwoorden

Grammar - hulpwerkwoorden

Exercises

Planning

Vrijdag 5 april

Eindopdracht Unit 4

Welke vraagwoorden ken je in het Engels? 

Question words

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een plaats?

1. When
2. What
3. Who
4. Where

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een persoon?

1. How
2. Who
3. Why
4. When

Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een tijdstip?

1. How
2. Who
3. Why
4. When

Grammar time!

Goal:

At the end of this class, 

I understand the difference 

between "can" and "could".

Can / Can't

Can/ can't

• kunnen / niet kunnen

• mogen /niet mogen

• vragen of iets kan

• vragen of iets mag ( aan bekenden)

Can / can't

• Can you speak English?
• I can't speak English

• You can / can't borrow my pen

• Can you help me?

• Can I go now?

Could / Couldn't

Could/ Couldn't

• verleden tijd kunnen: 

• verleden tijd mogen 

• zeggen dat iets zou kunnen zijn 

• op een beleefde manier vragen of iets  zou kunnen of mogen 

Could / Couldn't

• I could/couldn't read when I was four

• I could / couldn't do whatever  I wanted

• It could be a cat 

• Could you open the door for me?
• Could I have some tea? 

Can en Could

• Can en could schrijf je ALTIJD hetzelfde ( dus GEEN  S bij he/she/it
• Als je een ontkenning wil maken gebruik je can't of couldn't

• Als je wilt vragen of (iemand) iets kan , zet can of could vooraan in de zin. De rest van de zin blijft hetzelfde
• Het is beleefder om could te gebruiken

.... you see those letters?

1. can
2. could

Vraag beleefd:
..... you repeat that please?

1. could
2. can

Vraag beleefd:
____ you tell me the way please?

1. Can
2. Could

Fill in the gap:
I am ill. I _______ come to your party, sorry.

1. can
2. can't
3. could

Fill in the gap:
It's very loud in here, I ______ hear you!

1. can
2. can't
3. could

Fill in the gap:
My dog _______ do some really cool tricks!

1. can
2. can't
3. could

Exercises

4.5 writing exercise 6, 7

Finished? Test Jezelf unit 4