Elk object heeft een oppervlak dat je kunt voelen. Wanneer we het hebben over het voelen van dat oppervlak dan noemen we dit de TEXTUUR van een object. Dat kan ruw zijn, of glad, zacht of stekelig.
Wanneer we het hebben over hoe iets is opgebouwd danhebben we het over de STRUCTUUR. Een vorm kan bijvoorbeeld, geweven of gevlochten zijn.
De gebruikte techniek zorgt voor een regelmatig patroon.
Frank Gehry - Foundation Louis Vuitton (2014) met kleurenfilters van Daniel Buren (2016)
Slide 2 - Tekstslide
Hiernaast zie je de STRUCTUUR van een vacht. Je ziet elke haar zitten, dus je ziet hoe die vacht is opgebouwd uit verschillende haren.
Hiernaast zie je weer een vacht, maar nu zie je de gehele vacht en zie je dat het waarschijnlijk heel zacht aan voelt.
Dat noem je de TEXTUUR van een vacht.
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk de afbeeldingen hieronder. Je ziet op de eerste afbeelding dat de zebra een patroon van strepen heeft, maar deze strepen kan je niet voelen. Wanneer je de zebra aait voel je de harige textuur.
Op de middelste afbeelding zie je de structuur op de voet van een mug. Je kan de textuur bijna voelen al zal dat je nooit lukken.
Op de laatste afbeelding zie je een sculptuur van Rowan Mersh. Je zou denken dat dit een zacht verenkleed is, maar zijn werk is opgebouwd uit duizenden schelpen die hard en scherp zijn.
Slide 4 - Tekstslide
In een 3D-kunstwerk kun je de textuur zelf voelen. In een realistisch 2D-kunstwerk, zoals een tekening of schilderij, kan de kunstenaar de textuur van afgebeelde materialen zo echt mogelijk weergeven. Dit noem je stofuitdrukking. Voor gladde voorwerpen gebruikt de kunstenaar dan bijvoorbeeld een gladde manier van schilderen en voor ruwe voorwerpen een ruwere manier van schilderen.
Stofuitdrukking Tjalf Sparnaay maakt hyperrealistische schilderijen van alledaagse voorwerpen. Zodat je kleine details goed kunt zien. Voor de stofuitdrukking gebruikt Sparnaay kleur en schaduw, met glimlicht voor glanzende onderdelen.
Slide 5 - Tekstslide
De textuur in de schilderkunst kan ook belangrijk zijn wanneer een kunstenaar bijvoorbeeld heel pasteus (dik en dekkend) heeft geschilderd of andere materialen aan de verf heeft toegevoegd.
Fabio la Fauci (2019) smeert dikke verfklodders op zijn schilderijen die nog doen denken aan een gezicht.
Anselm Kiefer heeft in zijn schilderij 'Nuremberg' stro toegevoegd.
Slide 6 - Tekstslide
Begrippen
Textuur: het zichtbare en voelbare oppervlak van een materiaal of object. Zoals fijn, glad, grof, ruw
Structuur: De manier waarop een vorm is opgebouwd. Een vorm kan bijvoorbeeld gestapeld, geweven of gevlochten zijn.
Stofuitdrukking: De manier waarop een kunstenaar de textuur van een materiaal verbeeldt.