3bk - pers vnw + (fe)esttenten

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zoek de persoon in de zin
Wat is de stam van het werkwoord?
Vul de juiste uitgang achter de stam in
Stap 1
Stap 2
Stap 3

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de vertaling van...

jullie
A
ich
B
irh
C
ihr
D
Ihre

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de vertaling van...

jij
A
ihr
B
euch
C
du
D
dich

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de vertaling van...

hij
A
er
B
es
C
sie
D
ihn

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de vertaling van...

u
A
sie
B
Sie
C
sie
D
sie

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de vertaling van...

wij
A
whir
B
wihr
C
wir
D
uns

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wie is de persoon in de zin?

Ich kaufe mir ein neues Fahrrad.

Slide 13 - Open vraag

Wie is de persoon in de zin?

Spielt Mara auch Volleyball am Montag?

Slide 14 - Open vraag

Wie is de persoon in de zin?

Die Freunde machen heute nichts.

Slide 15 - Open vraag

Wie is de persoon in de zin?

Liebst du diesen Song auch so?

Slide 16 - Open vraag

Wie is de persoon in de zin?

Alex, Tom und Emil schreiben einen Brief.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Welk persoonlijk voornaamwoord hoort bij welke uitgang?
e
st
t
en
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

spielen

Er ____ keinen Fußball mehr.

Slide 21 - Open vraag

machen

Was hast du gestern ____ (volt dw)?

Slide 22 - Open vraag

kaufen

Wie viele Sachen ____ ihr auf Vorrat?

Slide 23 - Open vraag

lieben

Anna, wen ____ du am meisten?

Slide 24 - Open vraag

folgen

Wir ____ dir egal wohin es geht.

Slide 25 - Open vraag

lesen

Ich ____ gerne Bücher auf Englisch.

Slide 26 - Open vraag

werden

Was ____ Sie morgen tun?

Slide 27 - Open vraag

wohnen

Ihr ____ zusammen mit mir.

Slide 28 - Open vraag

schreiben

Emma und Jana ____ einen Brief.

Slide 29 - Open vraag

kochen

Du ____ heute das Abendessen.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide