Intervisie w.p.b. 30 maart

• Burgerschapsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 4

Intervisie -> casus

Ronde 1

De inbrenger vertelt kort en krachtig zijn praktijksituatie en de vraag die hij hierover inbrengt in de intervisiegroep. 

De inbrenger vertelt dit kernachtig.

Ronde 2

 Meer inzicht krijgen in de vraag en praktijkcasus.

 De intervisieleden mogen elk drie open vragen stellen, om een duidelijker beeld te krijgen van de praktijksituatie, gekoppeld aan de vraag van de inbrenger. De inbrenger beantwoordt de vragen, zonder uit te weiden.

Ronde 3

De groep bespreekt de vraag en praktijksituatie van de inbrenger, en over mogelijke achtergronden, oorzaken en oplossingen.

De inbrenger bemoeit zich niet met het komende gesprek. Hij luistert open en nieuwsgierig naar de roddeldiscussie, en maakt notities over opmerkingen of zienswijzen die hem raken, opvallen of verrassen

Ronde 4

De inbrenger draait zich om en komt weer in de kring zitten. Vervolgens geeft hij aan:

• Wat hem heeft geraakt,
• Wat hem het meest is opgevallen, en/of
• Welke nieuwe inzichten de roddelmethode hem heeft gegeven.

Ronde 5

* Wat heeft deze intervisiebijeenkomst de inbrenger opgeleverd aan inzichten, bewustwording, oplossingen en tips?

Wat gaat hij hiermee doen in de praktijk?

* Wat heeft de Intervisie de andere intervisieleden opgeleverd aan inzichten, bewustwording, oplossingen en tips voor de eigen werkpraktijk?