AR2 Lezen H6

Lezen H6
Ik kan uit de tekst afleiden voor welk publiek hij is geschreven.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen H6
Ik kan uit de tekst afleiden voor welk publiek hij is geschreven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is kritisch lezen?
A
Bij kritisch lezen geef je kritiek op de tekst.
B
Bij kritisch lezen, lees je alleen de bron.
C
Bij kritisch lezen wil je de hele tekst begrijpen.
D
Bij kritisch lezen bekijk je of de tekst betrouwbaar is.

Slide 2 - Quizvraag

Is een reclame over antiverouderingsmiddelen van de drogist een betrouwbare bron?
A
Ja, de drogist weet hoe de pillen werken.
B
Ja, de maker van de pillen weet wel hoe de pillen werken.
C
Nee, de drogist is niet deskundig genoeg.
D
Nee, de drogist wil je overtuigen om ze te kopen.

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer is een auteur betrouwbaar?
A
als hij deskundig en onpartijdig is
B
als hij partijdig is
C
als hij zijn mening geeft
D
als hij onbetrouwbare bronnen gebruikt

Slide 4 - Quizvraag

Objectieve argumenten zijn sterker dan subjectieve argumenten
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel argumenten tel je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Lezen H6 - tekst en publiek
Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij zijn tekstdoel niet.
Hier kun je aan zien voor welke doelgroep de tekst bedoeld is:
- Onderwerp
- Bron
- Taalgebruik
- Lay-out

Slide 7 - Tekstslide

Lezen H6
- Onderwerp: Een tekst over zweefvliegen is voor geïnteresseerden in deze sport 
- Bron: Waarschijnlijk lezen meer meisjes dan jongens de Girlzz
- Taalgebruik: Een tekst in een wetenschappelijk tijdschrift bevat langere zinnen en heeft een lastiger vocabulaire. In teksten die voor een specifiek publiek bestemd zijn, lees je meer jargon (vaktermen).
- Lay-out: 
Advertenties, teksten voor jongeren en populaire weekbladen voor een breed publiek (Quest en Glossy) zijn rijk geïllustreerd en hebben meestal grote koppen en veel kleuren. Tijdschriften voor een hoger opgeleid publiek (Onze Taal en Didactief) hebben minder illustraties en zijn zakelijker opgemaakt.

Slide 8 - Tekstslide

8 Voor welk publiek is deze tekst?
A
collega's
B
vrienden
C
kinderen
D
volwassen mensen

Slide 9 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?
A
Een breed publiek
B
Een kleiner, gespecialiseerd publiek
C
Eén persoon of een kleine groep personen

Slide 10 - Quizvraag


Voor welk publiek is deze tekst geschikt?
A
Voor jongeren van 10-12 jaar
B
Voor jongeren van 14-16 jaar
C
Voor volwassen
D
Voor mensen die van surfen houden

Slide 11 - Quizvraag

Voor welk publiek is de tekst geschreven?
A
voor bedrijven die stagiaires zoeken
B
voor jongeren van het vmbo
C
voor ouders van jongeren

Slide 12 - Quizvraag