H6 fysiek Tekst en publiek

Nederlands 11-4
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Planning deze week
  3. H6 Lezen --> Tekst en publiek 
  4. Zelfstandig werken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 11-4
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Planning deze week
  3. H6 Lezen --> Tekst en publiek 
  4. Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Planning deze week
Les vandaag: H6 Lezen (tekst en publiek)
Les morgen: Oefentoets Lezen H4,5,6

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les 
Aan het eind van deze les:

1. Weet je dat een tekst geschreven is voor een bepaald publiek.
2. En weet je hoe je aan een tekst kan zien voor welk publiek het is geschreven.

Slide 3 - Tekstslide

Planning deze week
Les 1 (dinsdag): H6 Lezen --> tekst en publiek
Les 2 (donderdag): H4, H5 en H6 Lezen oefenen uit het boek
Les 3 (vrijdag): online oefentoets via Classkick

H4: feiten, meningen en argumenten
H5: Weet wat je leest (checken van betrouwbare bronnen)
H6: Tekst en publiek

Slide 4 - Tekstslide

Tekst en publiek
  • het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.

  • het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.

Slide 5 - Tekstslide

Tekst en publiek
  • de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
  • de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Je krijgt nu een aantal tijdschriften te zien. Aan jou de taak om aan te geven voor welk publiek het tijdschrift is geschreven.

Let op: 
  1. het onderwerp
  2. taalgebruik
  3. de bron
  4. de lay-out (hoe ziet de tekst eruit)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voetbal International
Voor iedereen die geïnteresseerd is in voetbal.


Waaraan kun je dat zien?
  • het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tina
Voor jonge meiden


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Plus
Voor mannen en vrouwen boven de vijftig jaar


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 13 - Tekstslide

Tekst en publiek
Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan: 
- onderwerp
- bron 
- taalgebruik
- lay-out

Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat ga je doen?
basis: opdracht 1 t/m 5 op blz. 202-209
kader: opdracht 1 t/m 5 op blz. 152-157

Dit is huiswerk voor de les van morgen. 

Slide 15 - Tekstslide