Thema 4 Evolutie basisstof 5 Onderzoek naar evolutie

4.5   Onderzoek naar evolutie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5   Onderzoek naar evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Les 4.5
-wat weet je nog/al?
-nabespreken vraag 41, 55 en 60 
-leerdoelen 4.5 + context
-uitleg nieuwe stof
-verwerking 
-exitticket vraag 73


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Schrijf in je schrift:

1. Wat wordt bedoeld met survival of the fittest?
2. Wat is een mutatie?
3. Wat wordt verstaan onder selectiedruk?

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 41

In Nederland krijgen patiënten die een bacteriële infectie hebben opgelopen een antibiotica kuur. Antibiotica doden bacteriën maar door veelvuldig gebruik kunnen er ook resistente bacteriestammen ontstaan. Deze bacteriën zijn bestand tegen antibiotica en gaan dus niet meer dood.

Schrijf in je schrift in 3 stappen dat een een resistente bacteriestam kan ontstaan door veranderingen in het DNA

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord vraag 41
• Door mutatie kunnen er resistente bacteriën ontstaan.
• Door het gebruik van antibiotica vindt selectie plaats, waarbij niet-resistente bacteriën worden gedood en resistente bacteriën (best aangepaste) overleven.
• Resistente bacteriën blijven in leven en planten zich voort, waardoor de nakomelingen ook deze gunstige eigenschap hebben en resistent zijn tegen het antibioticum.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
* ik ken onderzoeksmethoden naar verwantschap

* ik kan verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten

* ik kan een stamboom aflezen en construeren

Slide 6 - Tekstslide

Onderzoek naar evolutie
Verwantschap kan op verschillende manieren aangetoond worden:

  • Door onderzoek naar overeenkomsten in anatomie (bouw, bijv. homologe organen)
  • Door onderzoek naar rudimentaire organen 
  • Door DNA-analyse of onderzoek naar overeenkomsten in biochemie (eiwitten, DNA of celmembranen/celwanden)

Slide 7 - Tekstslide

Homologe organen

Slide 8 - Tekstslide

Homologe organen
Hebben een overeenkomstige bouwplan door verwantschap; de functie kan verschillen

Slide 9 - Tekstslide

Analoge organen 
 
Wat is het verschil met homologe organen ?

Slide 10 - Tekstslide

Dit zijn analoge organen. Organen die niet zijn ontstaan uit hetzelfde bouwplan, maar die door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Analoge organen
dezelfde functie, maar andere grondvorm

Slide 12 - Tekstslide

wat zijn Rudimentaire organen?

Slide 13 - Tekstslide

Rudimentaire organen

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn rudimentaire organen? 

Slide 15 - Tekstslide

Zijn de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 16 - Tekstslide

Zijn de voorpoot van een krokodil en de voorpoot van een mol homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 17 - Tekstslide

Stamboom aflezen
Zoek de verschillen!

Slide 18 - Tekstslide

Stamboom aflezen

Slide 19 - Tekstslide

Stamboom aflezen
langer geleden

Slide 20 - Tekstslide

Maak opdracht 76 Evolutie

Slide 21 - Tekstslide

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit
Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit

Slide 22 - Tekstslide

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Opdrachten maken
Lees basisstof 5 - Onderzoek naar evolutie
Opdracht 67, 68, 69, 70, 71, 72, 75
Huiswerk 77 en 78

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
* ik kan onderzoeksmethoden naar verwantschap benoemen
                                 -vergelijking anatomie
                                 -DNA-analyse
* ik kan verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
                                -homoloog (zelfde bouwplan, functie kan verschillen) 
                                -analoog (zelfde functie, ander bouwplan)
* ik kan een stamboom aflezen en construeren
                               - mate van verwantschap is bepaald door het aantal                                                           
                                  generaties sinds de gemeenschappelijke voorouder

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide