Begrijpend lezen bl2wk3l1 groep 6

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 6

 Kennis ophalen

Wat weet ik al over het onderwerp?

Wat weet jij al over de bodem? Wat zit er allemaal in de bodem? Vul in.

bodem

Lees de eerste alinea. 

Welke woorden passen nog meer bij het

onderwerp 'bodem'? 

(dia terug)

Lees het kopje van de 2e alinea.
In de bodem zijn allerlei diertjes hard aan het werk.
Wat doen ze daar, denk je?

Lees de tweede alinea. 

Klopt je antwoord bij de vorige vraag?

Deel je antwoord met je schoudermaatje.

Lees het kopje van de 3e alinea.
Weet jij al waarom insecten zo nuttig zijn?

Kleine vogels worden opgegeten door grotere vogels.
Hoe noem je die grote vogels?

1. kraanvogels
2. pechvogels
3. roofvogels
4. watervogels

Lees de derde alinea. 

Klopt je antwoord bij de vorige 2 vragen?

Deel dit met je schoudermaatje.

Lees de 3e alinea nog eens.

 In regel 28 lees je het woord kringloop. Wat betekent dit woord?

Markeer het antwoord in deze alinea.

Ken jij het woord kringloop al?

Wat hoort niet bij deze kringloop?

1. doodgaan
2. opnieuw
3. opgegeten worden
4. zon

Lees de 4e alinea.
In r34 lees je het woord beregenen. Welke woorden uit deze alinea passen bij beregenen?

1. akker en water
2. bomen en sloot
3. eerlijk en verdelen
4. warm en buiten

Lees het kopje van de laatste alinea.
Weet jij al wat een tuinklauw is?

Lees de laatste alinea. 

Klopte je antwoord bij de vorige vraag? 

Zo nee, wat is het goede antwoord?

Welke nieuwe dingen heb je geleerd? En welke nieuwe woorden over

het onderwerp ken je nu? Schrijf ze in het woordweb bij 

bodem