2V Nask H1 1.3 20-9-2023

1.3 Practicum
leerdoelen:
 Je kunt practicummaterialen benoemen.
 Je kunt van een aantal meetinstrumenten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen digitale en analoge apparatuur.
Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practica noemen.
Je kunt de werking van de brander uitleggen.
Je kunt de drie soorten vlammen van de brander met hun eigenschappen noemen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.3 Practicum
leerdoelen:
 Je kunt practicummaterialen benoemen.
 Je kunt van een aantal meetinstrumenten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen digitale en analoge apparatuur.
Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practica noemen.
Je kunt de werking van de brander uitleggen.
Je kunt de drie soorten vlammen van de brander met hun eigenschappen noemen.

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk bespreken:
lees blz 34-38, 
maak blz 39, 
lees blz 21-23, 
maak blz 24, 
herhaal alles van H1 blz 6-33, 185, 191
--> altijd zelf je huiswerk goed nakijken, gelukt?
--> zijn er vragen?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt practicummaterialen benoemen.
 Je kunt van een aantal meetinstrumenten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen digitale en analoge apparatuur.
Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practica noemen.
Je kunt de werking van de brander uitleggen.
Je kunt de drie soorten vlammen van de brander met hun eigenschappen noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Practicumapparatuur
Het uitvoeren van experimenten bij natuur- en scheikunde noem je practicum. 
Daar heb je spullen voor nodig, meestal meetinstrumenten maar soms ook nog andere dingen.

Slide 4 - Tekstslide

Juiste meetinstrument kiezen
Je moet er voor zorgen dat je het juiste meetinstrument kiest voor dat wat je meet. Het moet niet te gevoelig zijn of niet gevoelig genoeg.

Er zit ook een verschil tussen digitaal en analoog. 

Slide 5 - Tekstslide

veiligheid

Slide 6 - Tekstslide

De brander (ook blz 191)
Hoe moet ie aan:
  1. Luchtregeling dicht
  2. Controleer of de gasregelknop dicht is
  3. Gaskraan op tafel open
  4. Houd een brandende lucifer boven de schoorsteen
  5. Gasregelknop langzaam open tot je een vlam ziet

Uitzetten:
  1. luchtregelring dicht
  2. gaskraan op je tafel dicht
  3. gasregelknop dicht

Slide 7 - Tekstslide

3 vlammen

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je kunt practicummaterialen benoemen.
 Je kunt van een aantal meetinstrumenten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen digitale en analoge apparatuur.
Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practica noemen.
Je kunt de werking van de brander uitleggen.
Je kunt de drie soorten vlammen van de brander met hun eigenschappen noemen.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag:
practicum: H1 proef 3 en 4, zuur en kalkwater
in tweetallen, goed lezen, aantekeningen maken
rustig en veilig werken
klaar? --> dan netjes opruimen en aan tafel hw gaan maken

Slide 10 - Tekstslide