8.3 - Vrijhandel of niet?

Internationale handel
Paragraaf 3
Vrijhandel of niet?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Internationale handel
Paragraaf 3
Vrijhandel of niet?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Bespreken paragraaf 8.2: opdrachten 14, 15 en 20 
  • Bespreken paragraaf 8.3: opdrachten 25, 27, 28 en 29
  • Uitleg paragraaf 8.3: Vrijhandel of niet?
  • Weektaak: maken opdrachten paragraaf 8.3 en 8.4

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken opdrachten: 14, 15, 20, 25, 27, 28 en 29
Word-bestand

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Ik moet weten hoe de E.U. de werkgelegenheid in de E.U. beschermt.
  • Ik moet weten / kunnen uitleggen wat invoerrechten zijn.
  • Ik moet weten / kunnen uitleggen wat contingentering is .
  • Ik moet weten / kunnen uitleggen wat een exportsubsidie is.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Internationale handelspositie
Internationale handelspositie: in welke mate zijn Nederlandse bedrijven in staat om te concurreren met andere buitenlandse bedrijven.
Belangrijk voor welvaart NL--> Bedrijven in NL moeten producten maken van een goede kwaliteit voor een aantrekkelijke prijs --> een goede prijs/kwaliteit verhouding van producten --> leidt tot een sterke internationale handelspositie

concurrentie pos. verbetert --> export stijgt --> productie stijgt --> werkgelgenheid stijgt

Slide 6 - Tekstslide

Protectie = bescherming
De Europese Unie probeert de eigen economie en
werkgelegenheid te beschermen = (protectie)

Hoe doen ze dat:
  1. Invoerrechten
  2. Contingentering
  3. Exportsubsidies

Slide 7 - Tekstslide

Invoerrechten
Een extra belasting voor landen buiten de EU, om producten binnen de EU te mogen verkopen
Hoe werkt het?
  1. Producten van buiten de EU worden duurder
  2. EU-burgers kopen liever iets uit een EU-land (=goedkoper)
  3. Bedrijven binnen de EU verkopen meer
  4. Bedrijven binnen de EU hebben meer werkgelegenheid
 


Slide 8 - Tekstslide

Contingentering
Dat betekent dat er maar een max. aantal producten van iets mag worden ingevoerd (bv. 250.000 Japanse auto’s)
Hoe werkt het?
  1. Mensen gaan auto’s uit de EU aanschaffen als de Japanse ‘op’ zijn 
  2. Europese autobedrijven verkopen meer.
  3. Er is meer werk bij Europese autobedrijven (en leveranciers)

Slide 9 - Tekstslide

Exportsubsidie
Subsidie (= je krijgt dan geld van de overheid) voor bedrijven die exporteren buiten de EU.
Hoe werkt het?
  1. Mexicaanse tomaten zijn goedkoper om te maken dan Nederlandse tomaten (bouwen van kassen & loonkosten)
  2. Nederlandse tomatenteler krijgt subsidie vanuit de overheid
  3. Tomaten kunnen voor een lagere prijs worden verkocht
  4. Er worden meer Nederlandse tomaten verkocht.
  5. Meer werkgelegenheid bij Nederlandse tomatentelers 

Slide 10 - Tekstslide

Vrijhandelszones
Door vrijhandel ontstaat er een betere internationale arbeidsverdeling --> producten worden geproduceerd en geëxporteerd door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.
Wereldwijd zijn er verschillende vrijhandelszones--> groepen landen zonder
onderlinge protectiemaatregelen. Om vrijhandel te bevorderen maken landen afspraken met elkaar over het afschaffen van protectiemaatregelen (WTO)
vrijhandelszones: EU, NAFTA, AU en ASEAN

 

Slide 11 - Tekstslide