Aan de slag
Wat: Maak opdracht 4,5,6 en 7 op blz. 32 uit je werkboek (niet af in les betekend huiswerk)
Hoe: Je doet dit in tweetallen of alleen
Hulpmiddel: Je buurman of buurvrouw voor overleggen en je leerboek
Tijd: Je hebt hiervoor een kwartier de tijd
Uitkomst: Je hebt de stof van deze les goed verwerkt
Klaar: Ga aan de slag met opdracht 8