1


Wat voor vraag is dit?
A
quizvraag
B
sleepvraag
C
poll
D
fotovraag
1 / 31
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfsadministratieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les


Wat voor vraag is dit?
A
quizvraag
B
sleepvraag
C
poll
D
fotovraag

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kamer opruimen
Was opvouwen
Schoolmail lezen
Huiswerk
Hoofdstuk lezen schoolboek
Afwasmachine inruimen
Koken
Fitness of hardlopen
Mensen terugbellen
Leerstof herhalen

Slide 2 - Sleepvraag

Eens kijken of jullie een taak kunnen inschatten;

Kamer opruimen= 30 min
Was opvouwen = 15 min
Schoolmail lezen = 5 min
Huiswerk =  60 min
Hoofdstuk lezen = 5 min
Afwasmachine inruimen = 15 min
Koken = 1 uur
fitness /hardlopen = 1 uur
Mensen terugbellen tussen 5 en 15 min
Leerstof herhalen = 30 min



In welke provincie vind je hunebedden?
A
Gelderland
B
Overijssel
C
Groningen
D
Drenthe

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vervoersmiddel is in Nederland erg populair?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 typisch Nederlandse etenswaren

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De aandachtspunten bij het verzorgen
van een colonstoma zijn:

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar helpt een
planning bij?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke stampotten ken jij?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tegenstellingen

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie kan het beste zingen?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over de Berlijnse muur?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar leggen koning Willem Alexander en koningin Maxima op 4 mei kransen?
A
Bij het koningshuis
B
Op de Dam
C
Paleis het Loo
D
Erasmusbrug

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik houd van dropjes. Ik houd van zoet.
Waarom? (reden)

Welk signaalwoord kun je gebruiken om de delen aan elkaar te plakken? (De woordvolgorde mag veranderen.)
A
daarentegen
B
terwijl
C
omdat
D
vervolgens

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan deze huizen?
A
Zwolle
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Haarlem

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kwam te laat op school. De brug stond open.
Waardoor kwam dat? (reden)

Welk signaalwoord kun je gebruiken om de delen aan elkaar te plakken? (De woordvolgorde mag veranderen.)
A
terwijl
B
bijvoorbeeld
C
toch
D
doordat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rendier
A
sled
B
Santa Claus
C
present
D
reindeer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

slee
A
stocking
B
sled
C
present
D
ornament

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Den Haag
B
Zwolle
C
Rotterdam
D
Amsterdam

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De oude vrouw ging rare dingen doen.
Noem eens een voorbeeld?
Zij schreef vieze woorden op het raam.
A
daarom
B
ten eerste
C
immers
D
ter illustratie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is dit?
A
Rotterdam
B
Zeeland
C
Middelburg
D
Scheveningen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt de grootste haven van Nederland?
A
Amsterdam
B
Utrecht
C
Rotterdam
D
Zwolle

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kaars
A
sled
B
ornament
C
candle
D
bell

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloem zien veel mensen als typisch Nederlands?
A
De hyacint
B
De tulp
C
De krokus
D
Een madeliefje

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de jongste provincie van Nederland?
A
Utrecht
B
Limburg
C
Flevoland
D
Gelderland

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om de betekenis van het spreekwoord ‘Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel’ te vinden, zoek je in het woordenboek bij het woord…
A
tafel
B
kat
C
dansen
D
muizen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe ontstaat een rivier?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet Nederlands bekendste schaatstocht?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk schoeisel komt uit Nederland?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sport is in Nederland erg populair?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op aan deze slide?

Slide 31 - Open vraag

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn.