,

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie

Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis
Geschiedenis 3M
Welkom! 

Slide 2 - Tekstslide

H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie   

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C:  Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.

Slide 6 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
Begrippen:
  • Geen
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië

Begrippen:
  • Handelsmonopolie
  • Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Indirect bestuur

  • Pacificatie
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 7 - Tekstslide

Cultuur
1) Wat mensen in hun hoofd meedragen:
– waarden: idealen, zoals gelijkheid, vrijheid en veiligheid; 
2) Wat je aan de buitenkant kunt zien of merken:
– uitdrukkingsvormen: bijvoorbeeld symbolen als een kruis (voor christenen) of de hamer en sikkel (voor communisten), of de Nederlandse klompen en molens, maar ook hoe je met je haar omgaat (felgekleurd, rasta vlechten of juist kaal) en taal; 

Slide 8 - Tekstslide

Economisch
Hoe en waar een land of staat geld aan uitgeeft.

Denk aan: handel, rijke en arme gebieden, etc.

Slide 9 - Tekstslide

Politiek
Hoe een land of gebied wordt bestuurd. 

Denk aan: koninkrijk, democratie, dictatuur etc.

Slide 10 - Tekstslide

Sociaal
Hoe mensen terecht zijn gekomen in een bepaald gebied en hoe ze met elkaar omgaan.

Denk aan: migratie, verschillende groepen mensen.

Slide 11 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
  • 50x zo groot als NL 
  • Indonesië voor 1600 geen eenheid!
  • Jagers-verzamelaars, maar ook grote landbouwsamenlevingen.

Slide 12 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Vanaf de 2e eeuw handel met Aziatische landen. Hierdoor meerdere culturele invloeden: 
  • Schrift uit India
  • Chinese munten bij handel
  • Boeddhisme en hindoeïsme --> tempels
  • Vanaf 16e eeuw: Islam belangrijkste godsdienst

Slide 13 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Koninkrijk Soenda (op Java):
  • Handelden met andere eilanden via hun havensteden zoals Jakarta en Bantam
  • 1579: veroverd door de Islamieten: stichting sultanaat Bantam

Atjeh:
  • 1520: Islamitisch sultanaat
  • Belangrijke schakel in handel tussen eilanden en vaste land
  • Handel in specerijen. => Atjeh werd rijk
  • Tempels, paleizen, sterke oorlogsvloot

Slide 14 - Tekstslide

Wat over de bron is waar?
A
Het eiland Sumatra had schrift, wat wijst op een ontwikkelde samenleving
B
Het koninkrijk Sriwijaya was waarschijnlijk het enige Indische rijk met schrift
C
Deze bron is waarschijnlijk geschreven door Nederlandse handelaren
D
Deze bron komt uit een samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 15 - Quizvraag

Hieronder staan vier feiten over het Indische rijk Modjohit. Geef bij elk kenmerk aan of het een cultureel of een economisch kenmerk is, of geen van beide.
Cultureel
Economisch
Geen van beide
Modjohit beheerste veel handelsroutes
Modjohit had een koning 
Modjohit ontstond rond 1300 op Java 
Modjohit was hindoe-boeddhistisch 

Slide 16 - Sleepvraag

Maken Tekstboek blz 11 vraag 1 en 4 
DOEN

Slide 17 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
Handelsmonopolie
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal


Pacificatie
Koninklijk Nederlands-Indisch leger (KNIL)
Modern imperialisme

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C:  Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.

Slide 19 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
  • Tot 1596: handel voeren met Portugezen, wat erg duur was
  • Nederland wilde zelf een route vinden naar Azië toe. Dit lukte in 1596.

Slide 20 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • 1602: oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
  • Doel: concurrentie voorkomen. De VOC kreeg het handelsmonopolie. Alleen schepen van de VOC mochten handel voeren.
  • Handelsposten bestond uit een:  Fort, haven, pakhuizen, woningen VOC-bestuurders en soldaten
  • Handelsposten waren er op Java, India, China, Japan. Belangrijkste Handelspost: Batavia op Java

Slide 21 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • Rechten van de VOC:

  • 1) VOC mocht oorlog voeren en volkeren met geweld dwingen tot samenwerking vb. Genocide van Banda (1621)
  • 2) Verdragen sluiten
  • 3) Forten bouwen

VOC gebruikte deze rechten om bevolking met geweld tot samenwerking te dwingen.  VOC had buiten de handelsposten weinig invloed. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Welk recht kon de VOC gebruiken om de bevolking op de Indische eilanden tot samenwerking te dwingen?
A
Het recht om een handelsmonopolie op te richten
B
Het recht om een handelsroute naar Azië te vinden
C
Het recht om handelsposten te vestigen
D
Het recht om oorlog te voeren en forten te bouwen

Slide 24 - Quizvraag

Wat was een belangrijk argument voor inwoners van de Indische eilanden om niet te willen samenwerken met de VOC?

A
De VOC wilde de bevolking bekeren tot een ander geloof
B
De VOC wilde de handel met Chinese, Portugese of Arabische handelaren verbieden
C
De VOC wilde de winst van de handel in specerijen delen met andere handelaren
D
De VOC wilde het hele eiland veroveren

Slide 25 - Quizvraag

Maken tekstboek blz. 13  vraag 5,6 en 7 
DOEN

Slide 26 - Tekstslide

Geschiedenis
Geschiedenis 3M
Welkom! 

Slide 27 - Tekstslide

H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie   

Slide 28 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
Handelsmonopolie
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal


Pacificatie
Koninklijk Nederlands-Indisch leger (KNIL)
Modern imperialisme

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen §1.1
Je weet wanneer de VOC failliet ging

Je kan het begrip modern imperialisme uitleggen  en drie oorzaken daarvoor benoemen

Je weet wat er met pacificatie door de KNIL wordt bedoeld

Je weet hoe het indirect bestuur van de Nederlanders over In Nederlands-Indië er uit zag en waarom het voordelig was

Slide 30 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Pacificatie
  • 1798: VOC gaat failliet. Staat neemt alle bezittingen over.
  • De gebieden van Oost-Indië wordt een kolonie: Nederlands- Indië.
 
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 31 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
1800: Modern imperialisme
--> idee van Europese landen in de 19e eeuw dat zij in Afrika en Azië zoveel mogelijk land moesten veroveren om een groot rijk op te bouwen 

Drie oorzaken:
  • grondstoffen voor de industrie
  • het gaf je aanzien
  • Europeanen voelden zich het beste. Vonden dat ze recht hadden om andere volken te overheersen

Dit wilde Nederland ook

Kan jij deze spotprent uitleggen?

Slide 32 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Nederland richt het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) op. Doel: alle eilanden veroveren.

Officieren waren Nederlanders, soldaten waren inheemse bewoners.

1873: KNIL verovert Atjeh

Nederland noemde veroveren pacificatie: brengen van vrede



Zag de inheemse bevolking dit ook zo?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video




Jan Pieterszoon Coen

Slide 36 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden

Slide 37 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Voordeel indirect bestuur:
Weinig Nl'se ambtenaren nodig om enorme kolonie te besturen

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
1596 - Nederlandse handelsschepen komen aan in de haven van Bantam (Java)
1602 - Oprichting VOC
1621 - Genocide op Banda (eilandengroep)
1798 - VOC failliet
1800 - begin modern imperialisme
1873-1903 - Atjeh-oorlog

Slide 40 - Tekstslide

Welke zin past bij het indirecte bestuur in Nederlands-Indië?
A
Dorpshoofden wijzen een Gouverneur-Generaal aan
B
Nederlanders sturen regenten aan die hun eigen gebied besturen
C
Onafhankelijke Indische dorpshoofden besturen hun eigen gebied
D
Regenten geven bevelen aan Nederlandse residenten

Slide 41 - Quizvraag

Hoe werden de Indische bestuurders genoemd, die door Nederland werden benoemd?
A
Dorpshoofden
B
Gouverneur-Generaal
C
Regenten
D
Residenten

Slide 42 - Quizvraag

Bestuur van Nederlands Indië
Uit welk land?
Van hoog naar laag
Gouverneur-Generaal
Regenten
Residenten
Dorpshoofden
Nederland
Indonesië

Slide 43 - Sleepvraag

Maken vraag 1.1 vraag 9 t/m 12 
DOEN

Slide 44 - Tekstslide