Wk 6: betoog en passief/actieve vorm

lezen in je leesboek
timer
5:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lezen in je leesboek
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat we bij schrijven gaan doen:
  • Je weet wat een betoog is
  • Je weet hoe een betoog is opgebouwd
  • Je kunt een schrijfplan bij een betoog in elkaar zetten

Slide 2 - Tekstslide

Betoog
Je schrijft een betoog als je je mening over een onderwerp duidelijk wilt maken en je iemand anders wilt overtuigen van jouw mening. Je doet dit door verschillende goede argumenten te geven bij jouw mening.

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet er terugkomen in een betoog denk je? Denk aan vaste onderdelen en inhoud.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Een greep uit de top 10 van ongroeningen
Drinken van een liter jenever & ernstig letsel
In 1997 overlijdt Reinout Pfeiffer in Groningen na het drinken van een liter jenever. De 18-jarige Rotterdammer moest bewijzen dat hij geschikt was om in een studentenhuis van de Groninger vereniging Vindicat Atque Polit te mogen wonen. Hij had de jenever uit moeten braken, maar pogingen om hem de drank weer te laten uitspugen mislukten. In zijn slaap kreeg Pfeiffer een epileptische aanval en hij overleed in zijn bed.

Slide 6 - Tekstslide

Coma na zes liter water
In 2005 raakte een student in coma tijdens een ontgroening. Hij moest zich bewijzen tegenover de Kroegcommissie van studentenvereniging Albertus Magnus. Na zes liter water in korte tijd te hebben gedronken, hielden zijn nieren het voor gezien. De jongen heeft anderhalve dag in coma gelegen.

Slide 7 - Tekstslide

In brand steken
In 2010 ging het gruwelijk mis in Groningen toen een student in brand werd gestoken. De 21-jarige jongen, die zich verkleed had als Sinterklaas, liep tweede- en derdegraads brandwonden op. Hoewel de jongen zelf niet de politie wilde inschakelen, hebben zijn ouders wel aangifte gedaan. De jongen verklaarde zelf te hebben gevraagd om in brand gestoken te worden. Een medestudent voldeed aan dit verzoek door een brandende vloeistof over het Sinterklaaspak te sprenkelen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Schrijfplan bij ontgroenen
  1. Ga naar: drive --> schrijven --> schrijfplan (leeg)
  2. Ga op zoek naar artikelen over ontgroeningen. Je mag ook de artikelen in de map 'schrijven' gebruiken. 
  3. Noteer onderwerpen die je tegenkomt. 
  4. Selecteer uiteindelijk 3 onderwerpen die je gaat uitwerken.
  5. Ga op zoek naar meer informatie over deze 3 onderwerpen.
  6. Verwerk je gevonden informatie in je schrijfplan. 

Slide 10 - Tekstslide

Voor in de agenda:
maandag 10 februari is het schrijfplan af (huiswerk wordt gecontroleerd)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Passieve en Actieve vorm
Let op: In de methode worden de termen bedrijvende en lijdende vorm gebruikt. Vanaf nu gebruiken we de termen in de titel.

Bedrijvende = Actieve vorm
Lijdende = Passieve vorm

Slide 13 - Tekstslide

Actieve vorm
Bij een zin in de actieve vorm is het onderwerp actief. Het onderwerp doet iets, heeft iets gedaan of gaat iets doen.

De kunstenaar hing zijn schilderij op aan de muur. (De kunstenaar deed iets, hij/zij hing iets op)
De studenten weigerden de antikraak woning te verlaten. (De studenten deden iets, ze weigerden namelijk.)

Slide 14 - Tekstslide

Passieve vorm
Bij een zin in de passieve vorm ondergaat het onderwerp iets (er wordt iets mee gedaan).

Het hondje werd door zijn baasje uitgelaten. (Het hondje laat zichzelf niet uit, maar ondergaat het.)
De bloemen werden door de bloemist in de vaas gezet. (De bloemen zetten zichzelf niet in vaas, maar ondergaan het.)

Slide 15 - Tekstslide

Werkwoordstijden
Voltooide zinnen: hebben een hww in de vorm van hebben of zijn in de zin staan.
Onvoltooide zinnen: hebben geen hww in de vorm van hebben of zijn in de zin staan.

Kijk naar de persoonvorm of je de TT of de VT moet noteren.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
  1. De mediatheekmedewerker heeft de werkbladen voor ons gekopieerd. (Actief --> Vtt)
  2. Het verwende kind werd door haar moeder eindelijk op haar nummer gezet.  (Passief --> Ovt)
  3. Wil je bij die nieuwe meubelzaak een bank uitzoeken? (Actief --> Ott)
  4. De toeristen zijn tijdens hun wandeling door de bergen overvallen door het slechte weer. (Passief -->Vtt) 

Slide 17 - Tekstslide

Individuele opdracht:
Ga naar: Drive --> grammatica -->  oefening actieve en passieve vorm.

Maak alleen opdracht 1

Slide 18 - Tekstslide

Van vorm omzetten

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht in tweetallen:
Ga naar: Drive --> grammatica --> oefening actieve en passieve vorm.

Maak nu opdracht 2

Slide 20 - Tekstslide

Voor in de agenda
maandag  17 februari:
1-toets passieve en actieve vorm

maandag 10 februari:
In de les van 10 februari wordt de leestoets besproken
leren werkwoordstijden

Slide 21 - Tekstslide

Toekomende tijd
Nadat je hebt bepaald of de zin in de voltooide of onvoltooide tijd staat, bepaal je of de zin in de toekomende tijd staat. 

Een in staat in de toekomende tijd als er een vorm van zullen (dus zouden in de vt)  in de zin staat. Je zet dan achter de zin nog 

Slide 22 - Tekstslide