Economie Bk rekenen H5 Wat levert het op?

Rekenen
 rekenmachine op tafel!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
 rekenmachine op tafel!

Slide 1 - Tekstslide

Bedenk goed wat er gevraagd wordt en reken het dan uit.

Slide 2 - Tekstslide

Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
De inkoopprijs is € 570. De brutowinstopslag is 45%. Wat wordt de verkoopprijs?

Slide 3 - Tekstslide

Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55.
Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag.

Slide 4 - Open vraag

Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55.
Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken de verkoopprijs van de jas.

Slide 5 - Open vraag

Janneke verkoopt sportschoenen.
De inkoopprijs is € 40.
Haar brutowinstopslag is 45%.
Bereken de verkoopprijs.

Slide 6 - Open vraag

Omzet = afzet × verkoopprijs
Je verkoopt 280 broodjes voor € 3,75 per stuk.

Slide 7 - Tekstslide

Je verkoopt milkshakes op een festival. Je hebt er vandaag 372 verkocht voor € 3,25 per stuk.
Bereken je omzet.

Slide 8 - Open vraag

Groenrijk verkoopt kerstbomen voor € 27,50 per stuk. De omzet is € 2.365.
Bereken de afzet.

Slide 9 - Open vraag

BTW uitrekenen
Gebruik kruistabel / verhoudingen
Over een fles vruchtensap wordt 9% btw gerekend. De verkoopprijs is € 1,25 zonder btw.
Bereken de btw.

Slide 10 - Tekstslide

Bereken het Btw bedrag
van de trui!
(Btw = 9%)

Slide 11 - Open vraag

Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
De verkoopprijs is € 55 (exclusief btw). De btw is 21%.
Wat is de consumentenprijs?

Slide 12 - Tekstslide

Een trui heeft een inkoopprijs van €24,50. Bereken de consumentenprijs
van de trui!
(Btw = 9%)

Slide 13 - Open vraag

Brutowinst = omzet – inkoopwaarde
De omzet is deze maand € 24.800.
De inkoopwaarde is € 9.600. Bereken de brutowinst.

Slide 14 - Tekstslide

Flinsters Foodtruck heeft tijdens een festival een omzet van € 8.320. De inkoopwaarde was € 4.865.
Bereken de brutowinst.

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag.
Maak de rekenopgaven van hoofdstuk 5.
Klaar? 
Check de opgaven van 5.1 t/m 5.4
Oefen de begrippen van hoofdstuk 5.

Slide 16 - Tekstslide