Week 3 - Nederlands

Week 3 - Nederlands 
Thema: Herhaling IE Schrijven
-> Examendatum
-> Het examen 
-> Beoordeling 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Week 3 - Nederlands 
Thema: Herhaling IE Schrijven
-> Examendatum
-> Het examen 
-> Beoordeling 

Slide 1 - Tekstslide

Examendatum Schrijven 
Kans 1: 

-> 09-02-2023 
-> 12:00-13:00 

Kans 2: 

-> 09-03-2023
-> 13:15-14:15

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schrijven 3F - Beoordeling
-> Uitwerkingen
-> 80%-regel

Slide 6 - Tekstslide

Schrijven 3F Beoordeling
Samenhang 
De gedachtegang van de kandidaat is logisch en consequent
een eventueel zijspoor is niet hinderlijk. Hij is in staat om in
een tekst met complexere verbanden (bijv. oorzaak-gevolg
(door, waardoor, zodat, als gevolg van), voor- en nadelen
(aan de ene kant, aan de andere kant) overeenkomsten,
vergelijkingen (evenals, lijkt op, overeenkomstig) etc.) op
een duidelijke manier samenhang aan te brengen.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijven 3F - Beoordeling 
Hij gebruikt correcte voegwoorden (eenvoudig: en, want,
maar, omdat, dus, dat, of. complex: tenzij, hoewel, totdat,
terwijl, aangezien etc.) en maakt correct eenvoudige
verwijzingen (bijv. De jongen heeft honger. Hij gaat eten. De
telefoon is leeg. Die moet ik opladen.).

Slide 8 - Tekstslide

Schrijven 3F - Beoordeling 
Afstemming op doel
De kandidaat werkt de opdrachten zodanig uit, dat het
schrijfdoel bereikt wordt. Indien gevraagd kan hij meerdere
schrijfdoelen (bijv. een rapport presenteren en tot een
advies komen, argumenten aandragen en een passende
tegenprestatie bieden, een mening geven en anderen
overtuigen etc.) in één tekst combineren.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijven 3F- Beoordeling 
De kandidaat kan schrijven voor zowel publiek uit de eigen
omgeving als voor een algemeen lezerspubliek (bijv.
media, instanties). Het taalgebruik en de toon (bijv.
amicaal, afstandelijk, wervend, overtuigend, populair,
enthousiasmerend, zakelijk, etc.) zijn meestal correct in
de gegeven situatie en voor het betreffende teksttype (bijv.
verhalende tekst, onderzoeksverslag, adviesrapport,
betoog, recensie, informatieve tekst, krantenartikel, brief,
advertentie, handleiding, etc.).

Slide 10 - Tekstslide

Schrijven 3F - Beoordeling 
De kandidaat heeft een uitgebreide woordenschat. Dit laat
hij zien door regelmatig te variëren in woordgebruik (Het
gebruiken van synoniemen en alternatieve formuleringen
in plaats van (hinderlijke) woordherhalingen.).
Eenvoudige (bijv. voor, achter, op, naar, in, tussen, onder,
boven, aan, door etc.) en complexe voorzetseluitdrukkingen
(bijv. als gevolg van, door middel van, met betrekking tot,
onder invloed van, ten aanzien van, in verband met etc.) en
idiomatische uitdrukkingen (bijv. rode draad, met hart en
ziel, de wind van voren krijgen, de laatste loodjes wegen
het zwaarst) worden vrijwel altijd correct gebruikt.

Slide 11 - Tekstslide

Schrijven 3F - Beoordeling 
De kandidaat heeft een goede beheersing van de spelling,
interpunctie en grammatica. Hij formuleert complexere zinnen
(bijv. Ik denk dat zij de niet meer werkende computer moet
formatteren voordat ze hem naar de stortplaats brengt.)
vrijwel altijd correct.
Hij gebruikt werkwoordsvormen vrijwel altijd correct, ook
complexe onregelmatige werkwoorden (bijv. brengen-brachtgebracht,
heffen-hief-geheven, bieden-bood-geboden) zijn
meestal correct.
Hij maakt zelden spelfouten. De regels t.a.v. complexe
interpunctie (Hoofdletter (begin van de zin, bij eigennaam
en directe rede), dubbele punt, komma, punt, uitroepteken,
vraagteken, aanhalingstekens)

Slide 12 - Tekstslide

Schrijven 3F - Beoordelen 
De kandidaat gebruikt tekstconventies (bijv. titel,
adressering, datering, aanhef, ondertekening,
tussenkopjes, witregels, marges, paragrafen) vrijwel altijd
correct.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijven 3F Oefenen 

Slide 14 - Tekstslide