6.1: Woonplaats en werkplaats

6.1: Woonplaats en werkplaats
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.1: Woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Bespreken filmpje vorige les 
  • uitleg paragraaf 6.1: woonplaats en werkplaats. (zelf doorlezen) 
  • aan de slag: met de methode

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... kun je oorzaken noemen voor het ontstaan van de eerste steden.
... kun je uitleggen waar de eerste steden ontstonden.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen: verstedelijking, aanbod, vraag en winst betekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Middeleeuwse stad

Slide 4 - Woordweb

6.1: Woonplaats en werkplaats
In deze paragraaf leer je:
  • hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond.
  • hoe de economie zich ontwikkelde
  • hoe ambachtslieden samenwerkten
  • hoe handelssteden samenwerkten

kenmerkend aspect: de opkomst van handel en het ontstaan van steden.

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
  • lees de instructie op de volgende dia's goed door en maak de vragen die je tegenkomt in deze gedeelde les.

Slide 6 - Tekstslide

platteland en stad:
voor de tijd van steden en staten:
- hofstelsel
- landbouwsamenleving
- grootste deel van de bevolking 
was (horige) boer.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werkt het hofstelsel ook alweer?

Slide 8 - Open vraag

De derde stand was de rest van de bevolking (dus iedereen die niet bij de eerste (geestelijken) of tweede stand (adel) hoorden) maar de meeste mensen waren in de tijd van monniken en ridders?
A
Boer
B
Handelaar
C
Ambachtsman
D
Geldwisselaar

Slide 9 - Quizvraag

platteland en stad:
vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:

- Boeren gaan moerasgebieden droogleggen door sloten te graven. Ook kapten ze bossen. Zo kwam er meer ruimte voor akkers.
- Boeren gingen een andere ploeg gebruiken.

gevolg: Grotere oogst, meer voedsel, mensen leven langer, bevolking groeit.

Slide 10 - Tekstslide

platteland en stad:
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten. 

- knooppunten van land- en waterwegen.
- bij een kasteel of een klooster

Hierdoor groeit de handel.

Slide 11 - Tekstslide

platteland en stad:
De groeiende landbouwproductie had ook uitbreiding van de nijverheid tot gevolg. Door de groei van de bevolking kon een deel van de boeren ander werk gaan doen, bijv. een ambacht uitoefenen.

Slide 12 - Tekstslide

platteland en stad
handelaren en ambachtslieden gingen steeds vaker bij een markt wonen, zo groeiden marktplaatsen vaak uit tot steden.

Dit noemen we verstedelijking

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat valt je op? Waar ontstaan de eerste steden?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat valt je op aan de verschillende kaarten?

Slide 19 - Open vraag

De geldeconomie:
vraag: wat iemand wil kopen.
aanbod: wat iemand wil verkopen.

Door de opkomst van de handel gingen mensen weer geld gebruiken. Elke stad, koning of hertog kon zijn eigen munten slaan. Hierdoor waren er geldwisselaars waar je munten kon ruilen. Ook ontstonden er in deze tijd banken.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag: 
  • Bekijk het filmpje over handel en ambachten (dia aan het einde van de gedeelde les)
  • Lees de eerste twee kopjes theorie van paragraaf 6.1
  • Maak de op je methode de opdrachten 1,t/m 6

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video